medicatie leerunit

Maag en darmklachten
en medicatie
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Maag en darmklachten
en medicatie

Slide 1 - Tekstslide

Noem 5 typisch westerse
invloeden die maagzuurklachten veroorzaken

Slide 2 - Open vraag

Wat is antacida
A
zuurbinder
B
zuurproductie
C
zuurremmer
D
maagbeschermer

Slide 3 - Quizvraag

Rennie is een voorbeeld van
A
maagzuurbinder
B
maaglediging
C
maagzuur-vertrager
D
maagbeschermer

Slide 4 - Quizvraag

Omeprazol is een
A
maagzuurremmer
B
maagzuurbinder

Slide 5 - Quizvraag

wat doet pro kinetica
A
oprispen voorkomen
B
maaglediging vertragen
C
beschermlaag in de maag
D
maaglediging versnellen

Slide 6 - Quizvraag

Waarvoor wordt Anti-emetica gebruikt?

Slide 7 - Open vraag

Zofran mag alleen in overleg met een arts gegeven worden als een patiënt bekend is met....
A
hartritmestoornissen
B
Hartklachten in de familie
C
diabetes
D
de ziekte van Crohn

Slide 8 - Quizvraag

In welke gevallen gebruik je preventief anti braak/ misselijkheid middelen
A
voor operatie,
B
in de palliatieve fase
C
voor chemotherapie
D
voor bestraling

Slide 9 - Quizvraag

welke soorten laxantia ken je?

Slide 10 - Open vraag

Benzodiazepinen

Slide 11 - Tekstslide

Indicaties benzodiazepines
Psychofarmaca
Benzo's of pammetjes worden gegeven bij:
  • Angststoornissen: rustgevend
  • Epileptisch insult: anticonvulsief
  • Slaapstoornissen: slaapbevorderend,
    maar kwaliteit slaap neemt af.

Slide 12 - Tekstslide

Werkingsduur benzodiazepines
  • Ultrakortwerkend: midazolam
  • Kortwerkend: lorazepam, oxazepam, temazepam
  • Middellangwerkend: nitrazepam
  • Langwerkend: diazepam, flurazepam.

Slide 13 - Tekstslide

Bijwerkingen
  • Sedatie
  • Verminderde concentratie
  • Geheugenstoornissen 
  • Ouderen: valrisico
  • Bij langdurig gebruik: psychische en fysieke afhankelijkheid.

Slide 14 - Tekstslide

Een zorgvrager heeft een epileptisch insult. Welk middel moet hij krijgen?
A
B
C
D

Slide 15 - Quizvraag

Ultra-kortwerkend
Kortwerkend
Middellang-werkend
Langwerkend

Slide 16 - Sleepvraag

Pijnstillers

Slide 17 - Tekstslide

Werking pijnstiller
  1. Weg van de pijnprikkel door de zenuwbanen wordt gedempt of onderbroken.
  2. Inwerking op het centraal zenuwstelsel door  pijnreceptoren te blokkeren.

Slide 18 - Tekstslide

Stappenplan voor acute en chronische nociceptieve pijn

Slide 19 - Tekstslide

Paracetamol
  • Eerste stap  bij acute en chronische pijn
  • Bestrijdt pijn en werkt koortsverlagend 
  • Weinig bijwerkingen bij normaal gebruik
  • Tablet, zetpil en drank en i.v.
  • Geschikt voor langdurig gebruik 
  • Vrij verkrijgbaar 
  • Niet te verwarren met aspirine
  • Werking niet precies duidelijk; hypothese is dat PCM mogelijk de zenuwbanen die een rolspelen bij pijn beïnvloeden.

Slide 20 - Tekstslide

NSAID's
  • 'niet op steroïden gebaseerde ontstekingsremmende pijnstiller’ 
  • Pijnstillend, koortswerende en ontstekingsremmende werking
  • Veel voorkomende bijwerking; maag darm klachten
  • Op recept verkrijgbaar maar ook zelfzorgvarianten (Aleve, Advil, Voltaren enz)
  • Vaak gebruikt in combinatie met Paracetamol 
  • Heeft effect op bloedstolling
  • Blokkeren de aanmaak van prostaglandinen, een stof die medeverantwoordelijk is voor het veroorzaken van ontsteking en pijn.

Slide 21 - Tekstslide

Zwak Opioïd
  • Bijvoorbeeld; tramadol , codeïne (wat doet codeïne nog meer ?)
  •  Wordt voorgeschreven als NSAID's (in combinatie met PCM) niet werken
  • Bijwerkingen; misselijkheid, obstipatie, sufheid 
  • Alleen op recept verkrijgbaar.

Slide 22 - Tekstslide

Sterk opioïd 
  • Morfine, oxycodon en fentanyl
  • Veel voorkomende bijwerkingen van morfine zijn misselijkheid, obstipatie, droge mond en sufheid
  • Grote kans op verslaving
  • Alleen op recept verkrijgbaar 
  • Toediening: tablet, pleister, injectie,i.v.
  • Werking op de hersenen.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht; zoek op:

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Antibiotica

Slide 30 - Tekstslide

Welke groepen anti-infectieuze
middelen zijn er ?

Slide 31 - Woordweb

Anti-infectieuze middelen
  • Antibiotica: werkt tegen bacteriën
  • Antivirale middelen: werkt tegen virussen
  • Antimycotica: werkt tegen schimmels en gisten.

Slide 32 - Tekstslide

Antibiotica
  • Werking: doodt bacteriën
  • Belangrijk: kuur afmaken?
  • Gevaar: resistentie en allergische reactie
  • Smalspectrum en breedspectrum
  • Bijwerking: misselijk, diarree, huiduitslag
  • Amoxicylline, doxycycline, nitrofurantoïne, flucloxacilline, ...

Slide 33 - Tekstslide

Antibiotica resistentie
  • Bacteriën ongevoelig voor antibiotica
  • BRMO - bijzonder resistente
    micro-organismen = verzamelnaam
  • MRSA - Methicilline-resistente Staphylococcus aureus = ziekenhuisbacterie

Slide 34 - Tekstslide

Antivirale middelen
  • Meest gebruikt bij koortslip: herpes simplexvirus
  • Bijwerking: huiduitslag
  • Aciclovir (Zovirax®).

Slide 35 - Tekstslide

Tamiflu is een....
A
anti-viraal middel
B
anti-bacterieel middel
C
middel tegen corona
D
middel tegen influenza

Slide 36 - Quizvraag

Antimycotica
  • Schimmelinfecties: kalknagels, zwemmerseczeem, vaginale candida, spruw (mond)
  • Clotrimazol (vaginaal), miconazol (huid) nystatine (mond) itraconalzol (nagels).

Slide 37 - Tekstslide

Antibiotica
Antiviraal middel
Antimycotica

Slide 38 - Sleepvraag

Bij welke groep hoort
dit medicijn?
A
Antibioticum
B
Antiviraal middel
C
Antimycoticum

Slide 39 - Quizvraag

Bij welke groep hoort
dit medicijn?
A
Antibioticum
B
Antiviraal middel
C
Antimycoticum

Slide 40 - Quizvraag

Bij welke groep hoort
dit medicijn?
A
Antibioticum
B
Antiviraal middel
C
Antimycoticum

Slide 41 - Quizvraag

Bij welke groep hoort
dit medicijn?
A
Antibioticum
B
Antiviraal middel
C
Antimycoticum

Slide 42 - Quizvraag

Bij welke groep hoort
dit medicijn?
A
Antibioticum
B
Antiviraal middel
C
Antimycoticum

Slide 43 - Quizvraag

Welke medicijnen zijn antibiotica?
ANTIBIOTICA

Slide 44 - Sleepvraag

vragen ??

Slide 45 - Tekstslide