Als het goed is, weet je aan het eind van deze les:
- wat een personificatie, een synesthesie en een Homerische vergelijking is;
- welke spellingsregels er gelden voor woorden die oorspronkelijk uit het Engels komen.
Slide 2 - Tekstslide
Nakijken huiswerk
We kijken samen naar opdracht 2 en 3
van de module werkwoordspelling.
Slide 3 - Tekstslide
Vergelijking en zuivere metafoor
Wat was ook alweer het verschil tussen
een vergelijking en een zuivere metafoor?
Slide 4 - Tekstslide
Personificatie
Een andere vorm van beeldspraak is de personificatie. Hierbij krijgt een levenloos iets 'wezenlijke eigenschappen'.
Slide 5 - Tekstslide
Synesthesie
Nog een andere vorm van beeldspraak is de synesthesie. Hiervan is sprak als de waarnemingen van twee verschillende zintuigen worden gecombineerd.
Slide 6 - Tekstslide
Homerische vergelijking
De laatste vorm van beeldspraak die we voor nu bespreken is de Homerische vergelijking. Deze is vernoemd naar de Griekse dichter Homerus. Het gaat hierbij om een zeer uitgebreide vergelijking die vaak meer dan één zin beslaat.
Slide 7 - Tekstslide
Aan het werk
Werk nu aan opdracht 8 tot en met 12 op pagina 85 van het boek.
timer
10:00
Slide 8 - Tekstslide
Voorlezen
Ik lees weer een stukje voor
Slide 9 - Tekstslide
Spelling van Engelse werkwoorden
In het Nederlands krijgen we steeds meer te maken met werkwoorden die oorspronkelijk uit het Engels komen.
Hierbij geldt dat we waar mogelijk zoveel mogelijk de regels voor 'Nederlandse' werkwoorden toepassen.
Dubbele medeklinkers blijven wel staan als dat nodig is voor de uitspraak en sommige stammen eindigen op een -e (denk aan delete)
Slide 10 - Tekstslide
Aan het werk
Werk nu aan opdracht 4 van de module werkwoordspelling.