3/2 H2 artikel schrijven

H2 Schrijven: een artikel schrijven
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H2 Schrijven: een artikel schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Lesdoel
  • Lezen (kort bespreken SE-week)
  • Terugblik schrijven
  • Instructie 
  • Werken 
  • Exitticket
  • Afsluiten (reflectie en feedback)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:
  • kun je benoemen hoe een artikel is opgebouwd:



  • heb je geoefend met het schrijven van een kort artikel schrijven met een begin, middenstuk en slot.

Blauw = kennen = kennis = leren
Oranje = kunnen = met de kennis de vaardigheid oefenen

Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00
In stilte lezen uit het door jouw gekozen boek op niveau.

Slide 4 - Tekstslide

Waarom moet je dit leren?
  • Het leert je hoe teksten zijn opgebouwd.
  • Het helpt je dus ook bij het lezen van teksten (ook bij andere vakken).
  • Het is een SE en CE onderdeel.
  • Je moet voor je vervolgopleiding, mogelijk toekomstig werk of in het dagelijks leven teksten kunnen schrijven volgens de conventies (afspraken).
  • Het is verplichte lesstof.

Slide 5 - Tekstslide

Betoog schrijven

Slide 6 - Tekstslide

Groepsopdracht
Voorwaarde: je bent met elkaar in gesprek over de lesstof van de vorige les, dus niemand doet de opdracht alleen!

- Bespreek met je groepje wat je de vorige les hebt geleerd over het schrijven van een artikel (denk aan conventies, opbouw en inhoud)
- Pak eventueel je aantekeningen erbij.
- Noteer als groepje met pen en papier aan welk eisen een artikel moet voldoen en hoe deze is opgebouwd en moet worden uitgewerkt. 

Slide 7 - Tekstslide

Artikel
In een informatief artikel geef je de lezer informatie over een bepaald onderwerp.

Een artikel:
- is een (persoonlijke) tekst met achtergrondinformatie over een bepaald onderwerp
- staat vaak op een website, in een krant of tijdschrift
- mag een mening in voorkomen
- bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot (minstens drie alinea's)

Slide 8 - Tekstslide

Opbouw artikel
  1. Titel
  2. Inleiding
  3. Midden
  4. Slot
  5. (Je naam)





Slide 9 - Tekstslide

Opbouw artikel
Inleiding: 
  - Je noemt altijd het onderwerp van het artikel
Verder kies je een of meerder van de volgende:
  - de aanleiding vertellen (waarom je over het onderwerp schrijft)
  - een voorbeeld geven van het onderwerp
  - een kort, grappig verhaaltje (anekdote) vertellen over het onderwerp
  - een vraag of vragen stellen die je in de tekst gaat beantwoorden

Slide 10 - Tekstslide

Opbouw artikel
Middenstuk
- Elk deelonderwerp krijgt één alinea. 
- Schrijf de belangrijkste informatie over het deelonderwerp in de eerste zin. 
    = de kernzin!
-  Ga op dezelfde regel verder en geef in de rest van de alinea uitleg (voorbeelden, feiten, cijfers) bij het deelonderwerp.

Let op: Je tekst wordt duidelijker als je in de eerste zin van een alinea een signaalwoord gebruikt die het tekstverband aangeven. Gebruik in je middenstuk signaalwoorden als: zoals ook, ten tweede, bovendien. 


Slide 11 - Tekstslide

Opbouw artikel
Slot
Kies uit:
- de deelonderwerpen samenvatten
- vertellen wat er in de toekomst waarschijnlijk nog gaat gebeuren (toekomstverwachting)
- een conclusie trekken
- een advies geven
- het antwoord geven op de vraag/vragen die je in de inleiding hebt gesteld

Let op: Je tekst wordt duidelijker als je in de eerste zin van een alinea een signaalwoord gebruikt die het tekstverband aangeven. Gebruik in je slot signaalwoorden als: zoals dus, kortom, dat betekent.


Slide 12 - Tekstslide

Artikel vs betoog
Betoog
Inleiding:
   Aandacht trekken
   Stelling (mening) introduceren

Middenstuk:
   Drie argumenten + onderbouwing (feiten, cijfers, voorbeelden)
   Tegenargument mét weerlegging  + onderbouwing

Slot:
    Conclusie met sterkste argumenten en herhaling van de stelling 
   Uitsmijter
Artikel
Inleiding: 
   Aanleiding voor het schrijven van het artikel
   Een vraag stellen
   Kort grappig verhaaltje

Middenstuk: 
   Deelonderwerpen (per alinea)
   Kernzin + uitleg of voorbeelden (per alinea)

Slot: 
   Toekomstverwachting of advies
   Samenvatting, conclusie of antwoord
   
Je naam

Slide 13 - Tekstslide

Waar zet je de aanleiding voor het schrijven van het artikel?
A
In het middenstuk
B
In het slot
C
In de titel
D
In de inleiding

Slide 14 - Quizvraag

Wat kun je zoal in het slot van een artikel schrijven?
A
samenvatting en conclusie
B
mening en argumenten herhalen
C
opsomming
D
nieuwe, prikkelende informatie

Slide 15 - Quizvraag

Waar begin je een artikel meestal mee?
A
Jezelf voorstellen
B
Een goede grap
C
De aanleiding voor het schrijven van het artikel

Slide 16 - Quizvraag

Gebruik tussenkopjes bij het schrijven van een artikel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Voor het schrijven van een artikel maak je eerst een bouwplan.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Waarom moet je een naam onder het artikel schrijven?
A
Het is een persoonlijke tekst
B
Het is een e-mail
C
Het is een nieuwbericht
D
Het is een brief namens je familie

Slide 19 - Quizvraag

Welke soort afsluiting zie je hier?
'Na het schrijven van dit artikel schoot me wel iets te binnen. Wat nu als wij nu helemaal geen telefoons hadden? Denk daar maar eens over na...'
A
Samenvatting
B
Conclusie
C
Vraag
D
Toekomstverwachting

Slide 20 - Quizvraag

Werk voor deze les + huiswerk :
    Pak je VIP en noteer:
    H2, schrijven, blz. 50/51, opdracht 2
    1 kies een onderwerp waar je (best) veel over weet
    2 maak een schrijfplan en gebruik voor het maken van het schrijfplan het voorbeeld op blz. 211
    3 schrijf het middenstuk:   minimaal 3 alinea's met elk een eigen deelonderwerp -->  alinea = kernzin met daarna voorbeelden en/of uitleg
    4 bedenk een passende titel

    Klaar = in stilte lezen
    Wat niet af is = huiswerk

    - Onderwerp = in 1 of 2 woorden zeggen waar een tekst over gaat
    - Hoofdgedachte = een samenvatting in 1 zin van waar de tekst over gaat
    - Tekstdoel artikel = informeren
    - Deelonderwerp = aspecten die samen het onderwerp vormen (wintersport: skiën, snowboarden, langlaufen, après ski) --> denk aan signaalwoorden tussen de alinea's (om te beginnen, daarnaast, een ander belangrijk punt is....)
       - Kernzin = het belangrijkste dat je wil vertellen in die alinea (vaak de wie, wat, waar)
       - Voorbeelden of uitleg  = ondersteuning van de kernzin (vaak de waarom of hoe)
    - Slot = conclusie of samenvatting --> NOOIT nieuwe informatie. Denk aan signaalwoord om het tekstverband aan te geven (dus, kortom, al met al...)




    Slide 21 - Tekstslide

    Lesdoel:
    Aan het einde van deze les:
    • kun je benoemen hoe een artikel is opgebouwd;



    • heb je geoefend met het schrijven van een kort artikel schrijven met een begin, middenstuk en slot.

    Blauw = kennen = kennis = leren
    Oranje = kunnen = met de kennis de vaardigheid oefenen

    Slide 22 - Tekstslide

    INLEIDING
    MIDDENSTUK
    SLOT
    1. Aanleiding voor het schrijven van het artikel
    2. Deelonderwerpen (per alinea
    3. Een vraag stellen
    4 Kort grappig verhaaltje
    5. Toekomstverwachting of advies
    6.  Kernzinnen
    7.  samenvatting, conclusie of antwoord
    8. uitleg of voorbeelden
    9. Je naam

    Slide 23 - Sleepvraag

    Antwoord
    Inleiding: 
      1 Aanleiding voor het schrijven van het artikel
      3. Een vraag stellen
      4 Kort grappig verhaaltje
    Middenstuk: 
      2. Deelonderwerpen (per alinea
      6. Kernzinnen
      8. uitleg of voorbeelden
    Slot: 
      5. Toekomstverwachting of advies
      7. samenvatting, conclusie of antwoord
      9. Je naam

    Slide 24 - Tekstslide

    Ik kan benoemen hoe een artikel is opgebouwd.

    😒🙁😐🙂😃

    Slide 25 - Poll

    Reflectie:
    Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
    Wat kan nog iets beter? Hoe ga je dat verbeteren?

    Slide 26 - Open vraag

    Feedback
    Wat vond je fijn/goed aan deze les?
    Wat zou je liever anders willen zien?

    Slide 27 - Open vraag