In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Start les natuurkunde
Op tafel:
Aantekeningenschrift en evt. boek en werkboek
Pen/potlood
iPad + telefoon
Acties:
Zet 'Hoi' in de chat van Teams
Voer de code in van lessonup op je telefoon.
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les
Aan het eind van deze les:
Weet je wat nettokracht is.
Weet je wat normaalkracht is.
Weet je wat het effect van een nettokracht is.
Begrijp je in welke situatie de nettokracht 0 is.
Slide 2 - Tekstslide
1.3 Nettokracht
In deze situatie houden de krachten elkaar in evenwicht. Ze trekken even hard aan de zak, maar in tegengestelde richtingen. Daardoor gebeurt er niets: de zak beweegt niet omhoog en ook niet omlaag.
Fv
Fz
Slide 3 - Tekstslide
Uitrekken en indrukken
Ook in deze situatie zijn er twee krachten die evenwicht maken.
De spankracht Fs ontstaat doodat het touw wordt uitgerekt.
Fs
Fz
Slide 4 - Tekstslide
Uitrekken en indrukken
Er is ook een andere kracht die vaak evenwicht maakt met Fz .
Het tafel wordt door de schaal een heel klein beetje ingedrukt. Daardoor ontstaat een kracht die recht omhoog werkt: de normaalkracht (Fn).
Fn
Fz
Slide 5 - Tekstslide
Normaalkracht
Slide 6 - Tekstslide
Normaalkracht
Slide 7 - Tekstslide
Normaalkracht
Slide 8 - Tekstslide
Wrijvingskracht bij stilstand
Slide 9 - Tekstslide
Nettokracht
Slide 10 - Tekstslide
Opgave 31
Gebruik waar nodig het gegeven dat op aarde geldt:
g = 10 N/kg.
31. Anis is net thuisgekomen uit school. Zijn rugzak met
een massa van 13,2 kg staat op de vloer in de gang.
a- Bereken de zwaartekracht op de rugzak.
Slide 11 - Tekstslide
Stuur de foto van je uitwerkingen. Schrijf de antwoorden op.
Slide 12 - Open vraag
a- Bereken de zwaartekracht op de rugzak.
m = 13,2 kg
g = 10 N/kg
Fz = m ∙ g
= 13,2 × 10
= 132 N
Slide 13 - Tekstslide
b- In deze situatie werkt er nog een andere kracht op
de rugzak.
Hoe heet die kracht?
Slide 14 - Tekstslide
In deze situatie werkt er nog een andere kracht op de rugzak. Hoe heet die kracht?
A
Zwaartekracht
B
Spierkracht
C
Normaalkracht
D
Opwaartse kracht
Slide 15 - Quizvraag
c- Hoe groot is die kracht?
A
264 N
B
132 N
C
66 N
D
100 N
Slide 16 - Quizvraag
d- In welke richting werkt deze kracht?
A
Omhoog
B
Naar beneden
C
Naar Links
D
Naar voren
Slide 17 - Quizvraag
Twee krachten maken evenwicht als ze: -even ……….. zijn, -en een tegengestelde ………… hebben, - en op dezelfde ……….liggen