In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
1.4 Nettokracht
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Herhaling 1.3
Uitleg paragraaf 1.4
Zelfstandig werken
Afsluiting/Vragen 1.4
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling 1.2
1.2 Krachten meten
Slide 3 - Tekstslide
zwaartekracht
bij alles wat je optilt voel je een kracht.
dit is zwaartekracht.
hoe kleiner het gewicht hoe minder zwaartekracht
Slide 4 - Tekstslide
Onthoud!
Op alle voorwerpen werkt de zwaartekracht.
De zwaartekracht is de kracht waarmee de aarde voorwerpen aantrekt.
De zwaartekracht werkt altijd naar beneden.
De zwaartekracht bereken je met de volgende formule:
zwaartekracht = massa × sterkte van de zwaartekracht
of zwaartekracht = massa × 10
Krachten meet je met een krachtmeter of veerunster.
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt bij evenwicht beschrijven aan welke voorwaarden de krachten moeten voldoen.
Je kunt bij evenwicht de bijbehorende krachten benoemen.
Je kunt de nettokracht berekenen van krachten die werken op één voorwerp.
Slide 6 - Tekstslide
1.4 Nettokracht
In deze situatie houden de krachten elkar in evenwicht. Ze trekken even hard aan de zak, maar in tegenovergestelde richtingen. Daardoor gebeurt er niets: de zak beweegt niet omhoog en ook niet omlaag.
Fv
Fz
Slide 7 - Tekstslide
Uitrekken en indrukken
Ook in deze situatie zijn er twee krachten die evenwicht maken.
De spankracht Fs ontstaat doodat het touw wordt uitgerekt.
Fs
Fz
Slide 8 - Tekstslide
Uitrekken en indrukken
Er is ook een andere kracht die vaak evenwicht maakt met Fz .
Het tafel wordt door de schaal een heel klein beetje ingedrukt. Daardoor ontstaat een kracht die recht omhoog werkt: de normaalkracht (Fn).