1. HÁBITOS SALUDABLES

Unidad 2. Hábitos saludables
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
spaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Unidad 2. Hábitos saludables

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Statement of inquiry
The messages we encounter in our living context have an influence on our perspectives about what it means to be a healthy person.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inquiry questions
Factual: What does it mean to be a healthy person?
Conceptual: How can my lifestyle and choices influence my well-being?
Debatable: Why being good looking is more important than being mentally healthy nowadays?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ASSESSMENT
CRITERION A: LISTENING

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HOY EN CLASE VAMOS A...
  • INTRODUCIR LA UNIDAD 2 DEL TRIMESTRE
  • RECORDAR EL VOCABULARIO RELACIONADO CON LA SALUD
  • RECORDAR EL PRETÉRITO PERFECTO 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ej. 1, pág. 72                      ¿CÓMO ESTÁS?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ej. 3, pág. 72         ¿POR QUÉ TE SIENTES ASÍ?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ej. 3, pág. 73            ¿QUÉ LES PASA A ÁNGEL Y A SARA? 
 
¡ATENCIÓN!
1. A Ángel le duele la garganta
2. Ángel tiene frío
NOT
1. Ángel doler la garganta
2. Ángel tengo frío

Slide 8 - Tekstslide

HASTA AQUÍ HE PODIDO HACER ALBERTO. CREO QUE DESPUÉS DE ESTA DIAPOSITIVA HAY QUE PONER ALGO EN RELACIÓN CON EL VERBO DOLER Y TENER.

Slide 9 - Tekstslide

Ej. 4 pág. 73
Solución


1. Yo en invierno siempre tengo frío.
2. Cuando bebo agua muy fría, me duele la garganta.
3. Caminamos más de veinte kilómetros y ahora nos duelen los pies. 
4. Mi padre cenó mucho anoche y ahora le duele el estómago.
5. Cuando vemos muchas horas de televisión, nos duele la cabeza.
6. La comida estaba muy salada, ¿tú no tienes sed? 

timer
2:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Two verbs used often
TENER (to have)
DOLER (to ache)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ejemplos
(A mí) Me duele la cabeza/Me duelen los pies
(A ti) Te duele la cabeza / Te duelen los pies
(A él/ A ella) Le duele la cabeza/ Le duelen los pies
(A nosotros/as) Nos duele la espalda/ Nos duelen las manos
(A vosotros/as) Os duele la espalda / Os duelen las rodillas
(A ellos/as) Les duele la garganta / Les duelen los pies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Deze slide heeft geen instructies