Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Examentraining schrijfvaardigheid 2022
Welkom
Examentraining Nederlands
1 / 54
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
In deze les zitten
54 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
6 videos
.
Lesduur is:
130 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom
Examentraining Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
CSE Nederlands
Maandag 16 mei
13:30 - 15:30
Twee klokuren = 120 minuten
Slide 2 - Tekstslide
www.lerenvoorhetexamen.nl
Slide 3 - Link
Wat krijg je op het CSE?
tekst -> circa 20 minuten
tekst -> circa 25 minuten
Advertentietekst -> circa 10 minuten
tekst -> circa 30 minuten
Schrijfopdracht -> circa 30 minuten
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Laatste onderdeel = schrijven
Je bereidt je voor op drie onderdelen:
Artikel
Zakelijke mail
Zakelijke brief
Slide 7 - Tekstslide
13 punten:
Inhoud: 6 pnt
Alle punten die gevraagd worden, moeten in je schrijfopdracht zitten. Elk onderdeel dat niet of niet goed in je tekst staat, kost je een punt.
Taalgebruik: 5 pnt
Met taalgebruik wordt bedoeld: formulering, spelling en interpunctie.
Presentatie: 2 pnt
Je tekst moet overzichtelijk en volgens de afgesproken regels (=conventies) geschreven zijn.
Slide 8 - Tekstslide
Zakelijke brief
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Zakelijke e-mail
Conventies
Slide 11 - Tekstslide
Zakelijke e-mail
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Een artikel schrijven
In een informatief artikel geef je de lezer informatie
over een bepaald onderwerp
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Titel Artikel
Inleiding
Kern
Slot
Naam
Klas
Slide 16 - Tekstslide
Artikel
Slide 17 - Tekstslide
DOEL
- je kunt een kort artikel schrijven met een begin, middenstuk en slot
- je kunt alinea's maken en inhoudelijke verbanden aangeven met signaalwoorden
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Controleer op inhoud (6p)
Heb je alle punten verwerkt?
Ben je niets vergeten?
Slide 20 - Tekstslide
Controleer op taalgebruik (5p
)
Spelling
/ werkwoordspelling / hoofdletters
Formulering
: zinsopbouw
Interpunctie
: punten / komma's (leestekens)
Slide 21 - Tekstslide
Schrijf netjes en zorgvuldig
Neem de tijd!
Als je zorgvuldig schrijft, maak je veel minder fouten!
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Meest gemaakte fouten in het examen!
Verbeter onderstaande zinnen:
1
.
Beste mevrouw T. Evink (4 fouten)
2.
Hallo Ik mail u na aanleiding van u mail waarin u vraagt naar me feedback. (3 fouten)
3. Ik ben Natan de vries, en zit in de 4e klas van de Mavo. (5 fouten)
5. Hun vinden het leuk dat er eindenlijk weer een LSD word georganiseert. (4 fouten)
6. Ze worden teveel belemmert in hun vrijheid. (2 fouten)
7. Op Maandag 16 Mei is ons 1e examen nederlands. (4 fouten)
8. Me verwachtingen zijn hooggespannen. (2 fouten)
Slide 24 - Tekstslide
Controleer op conventies! (2p)
Conventies zakelijke e-mail
Conventies artikel
Slide 25 - Tekstslide
Overige tips schrijfopdrachten
De tekst moet uit minimaal 100 woorden bestaan. Anders krijg je geen punten voor conventies.
Haal zoveel mogelijk informatie uit de situatieschets.
Schrijf zoveel mogelijk woorden over uit de situatieschets. Hiermee beperk je het risico op taalfouten.
Schrijf alleen in de opdracht wat er echt moet staan. Ga er niet zelf informatie bij verzinnen.
Houd je aan de opdracht
Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
Maak de zinnen niet te lang
Slide 26 - Tekstslide
Conventies: denk aan....
Alinea's
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
Slide 30 - Video
Slide 31 - Video
Slide 32 - Video
Slide 33 - Tekstslide
De quizzzzzz
Pak je telefoon!!
Slide 34 - Tekstslide
Wanneer is het
EXAMEN NEDERLANDS?
A
woensdag 18 mei om 09.30 uur
B
maandag 16 mei om 13.30 uur
Slide 35 - Quizvraag
Hoelang duurt het
EXAMEN NEDERLANDS?
A
180 minuten
B
100 minuten
C
120 minuten
D
146 minuten
Slide 36 - Quizvraag
Een zakelijke e-mail is ...
A
formeel
B
informeel
Slide 37 - Quizvraag
Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail?
A
Dag
B
Geachte
C
Hallo
D
Hoi
Slide 38 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor een zakelijke e-mail?
A
Formele e-mail
B
Informele e-mail
C
Artikel
D
Brief
Slide 39 - Quizvraag
Op welke onderdelen wordt je opdracht niet beoordeeld?
A
Taalgebruik
B
Originaliteit
C
Inhoud
D
Conventies
Slide 40 - Quizvraag
Wat zijn conventies?
A
Regels over de indeling en volgorde
B
Regels voor Interpunctie
C
Regels over de inhoud
D
Regels voor spelling
Slide 41 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met interpunctie?
A
Gebruik van hoofdletters
B
Gebruik van de juiste spelling
C
Gebruik van punten en komma's
Slide 42 - Quizvraag
Hoe stel je jezelf voor?
A
Hallo, mijn naam is...
B
Ik ben ....
C
Mijn naam is...
D
Hallo, ik ben....
Slide 43 - Quizvraag
Hoe eindig je een e-mail?
A
Groetjes,
B
Groet,
C
Met vriendelijke groet,
D
De groeten,
Slide 44 - Quizvraag
Wat is de betekenis van:
CONVENTIES?
A
afspraken over welke schrijfregels je moet gebruiken
B
afspraken over spellingsregels
C
afspraken over grammaticaregels
D
afspraken over mensenrechten
Slide 45 - Quizvraag
Een zakelijke e-mail / artikel
A
Bestaat uit één alinea
B
Bestaat uit minimaal drie alinea's
Slide 46 - Quizvraag
Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte medewerkers,
Slide 47 - Quizvraag
Welke zin is juist gespeld?
A
Naar aanleiding van me gesprek met u, mail ik u.
B
Na aanleiding van mijn gesprek met u, mail ik u.
C
Naar aanleiding van mijn gesprek met u, mail ik u.
Slide 48 - Quizvraag
Je schrijft een zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Dag meneer Wouters,
Slide 49 - Quizvraag
Als je MINDER dan 100 WOORDEN hebt geschreven, dan........
A
wordt je docent verdrietig
B
gebeurt er niets: als de i houd maar goed is
C
D
krijg je geen punten voor taalgebruik
Slide 50 - Quizvraag
Wat is doel van een
BETOGENDE TEKST?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren
Slide 51 - Quizvraag
Mag je een artikel met 'HALLO' beginnen?
A
ja
B
nee
Slide 52 - Quizvraag
Is een TITEL boven een artikel verplicht?
A
ja
B
nee
Slide 53 - Quizvraag
Hoe sluit je een artikel af? Je schrijft onderaan:
A
Met vriendelijke groet + je naam en klas
B
Alleen je naam en klas
Slide 54 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Examentraining 2022
November 2022
- Les met
49 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Examentraining schrijfvaardigheid 2023
Februari 2024
- Les met
47 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Schrijfvaardigheid 2022
Maart 2022
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Examentraining 2022
November 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
schoolexamen schrijfvaardigheid november 2022
Maart 2024
- Les met
46 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Email en artikel + quiz
Maart 2022
- Les met
44 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Examen Nederlands zakelijke e-mail/ brief
April 2017
- Les met
20 slides
door
Examentraining
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Examentraining
Exa Taalgebruik
April 2024
- Les met
50 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4