Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Havo 3 oefenen met regelmatige ww verschillende tijden (s15)
Havo 3 oefenen met regelmatige ww verschillende tijden (s15)
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Havo 3 oefenen met regelmatige ww verschillende tijden (s15)
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de présent?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooid tegenwoordige tijd
D
toekomende tijd
Slide 2 - Quizvraag
Wat zijn de juiste uitgangen van de regelmatige ww. op IR (présent)
A
is, is, it, issons, issez, issent
B
is, is, is, ons, ez, ent
C
is, it, it, isons, isez, isent
D
is, it, it, issons, issez, ont
Slide 3 - Quizvraag
-e, -es, -e, -ons, -ez, -ent
dit zijn uitgangen van
A
De présent van ww op -ir
B
De présent van ww op -er
C
De présent van ww op -re
D
De présent van ww op -en
Slide 4 - Quizvraag
Wat zijn de juiste uitgangen van de regelmatige ww. op RE (présent)
A
s, s, e, ons, ez, ent
B
s, s, t, ons, ez, ent
C
s,s, - , ons, ez, ent
D
s, s, -, ons, ez, ont
Slide 5 - Quizvraag
WW -er présent :
Welke vorm is juist?
A
il travailles
B
elle habitent
C
tu aimes
D
nous regardez
Slide 6 - Quizvraag
WW -er présent :
Welke vorm is juist?
A
je marchis
B
je regardis
C
tu marche
D
tu regardes
Slide 7 - Quizvraag
WW -ir présent :
Welke vorm is juist?
A
il choisit
B
nous choisissent
C
vous choisit
D
ils choississez
Slide 8 - Quizvraag
WW -ir présent :
Welke vorm is juist?
A
je finis
B
je choisit
C
tu finissons
D
tu choisissez
Slide 9 - Quizvraag
Regelmatig ww op -re.
Nous ___ nos vêtements
A
vend
B
vends
C
vendent
D
vendons
Slide 10 - Quizvraag
Regelmatig ww op -re.
Il ___un bruit
A
entendt
B
entends
C
entend
D
entent
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de passé composé?
A
o.t.t ( bijv. ik eet)
B
v.t.t ( bijv. ik heb gegeten)
C
o.v.t ( bijv. ik at)
D
o.t.t.t ( ik zal eten)
Slide 12 - Quizvraag
passé composé
A
stam+e,es,e,ons,ez,ent
B
stam nous-vorm + ais,ais,ait,ions,iez,aient
C
hele ww+ ai,as,a,ons,ez,ont
D
avoir/être + volt.dw stam+e,u,i
Slide 13 - Quizvraag
In de passé composé kan het hulpwerkwoord avoir of être zijn.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
In de passé composé: wat is de uitgang van de ww op -re?
A
é
B
i
C
u
D
eigen vorm
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de Passé Composé?
A
J'ai parlé
B
Je parlais
C
Je parlerai
D
Je parlerais
Slide 16 - Quizvraag
tu (choisir = kiezen, passé composé)
A
as choisi
B
a choisi
C
est choisi
D
es choisi
Slide 17 - Quizvraag
elle (regarder = kijken, passé composé)
A
regardait
B
écoutait
C
a regardé
D
a regardée
Slide 18 - Quizvraag
vous (attendre = wachten, passé composé)
A
attendez
B
avez attendu
C
avez attendru
D
avons attendu
Slide 19 - Quizvraag
Welke tijd is de imparfait?
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt
Slide 20 - Quizvraag
IMPARFAIT. Wat zijn de juiste uitgangen van de imparfait?
A
ai, as, a ons, ez, ont
B
ais, ais, ait, ions, iez, aient
C
e, es, e, ons, ez, ent
D
a, ez, ont, ais, et
Slide 21 - Quizvraag
imparfait finir
vous
A
finisiez
B
finiez
C
finissiez
D
finiriez
Slide 22 - Quizvraag
Je (trouver, imparfait)
A
trouvait
B
trouve
C
trouvais
D
trouvai
Slide 23 - Quizvraag
il (perdre, imparfait)
A
perdais
B
perdait
C
a perdu
D
perd
Slide 24 - Quizvraag
Vous changez --> imparfait
A
changerez
B
changez
C
changer
D
changiez
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de futur?
Grammaire 'futur'
A
tegenwoordige tijd
B
voltooide tijd
C
toekomende tijd
D
verleden tijd
Slide 26 - Quizvraag
Futur simple =
Grammaire 'futur'
A
Hele werkwoord + uitgangen avoir
B
Hele werkwoord + uitgangen imparfait
Slide 27 - Quizvraag
Wat zijn de uitgangen van de futur?
Grammaire 'futur'
A
ai, as, a, ons, ez, ont
B
e, es, e, ons, ez, ent
C
ais, ais, ait, ions, iez, aient
Slide 28 - Quizvraag
Je ________ (danser -futur)
Grammaire 'futur'
A
danse
B
danserai
C
dansais
D
ai dansé
Slide 29 - Quizvraag
Wat is de futur?
A
tu finiras
B
tu finis
C
tu finissait
D
tu as fini
Slide 30 - Quizvraag
attendre, tu, futur
Slide 31 - Open vraag
Verbuga
Op de volgende dia staat een link naar de website www.verbuga.eu. Oefen daar met de werkwoorden op -er, -ir, re.
In de linkerkolom vink je alle tijden van
présent, passé composé, imparfait en futur
aan.
In de kolom helemaal rechts vink je 3 werkwoorden aan:
choisir
,
regarder
, attendre.
Klik op
confirmer
.
Je krijgt dan te zien welk werkwoord je moet vervoegen, in welke tijd en bij welke persoon. Vul je antwoord in.
Klik op
suivant
om naar de volgende vraag te gaan.
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Havo 3 ww op -ER-IR-RE in verschillende tijden
Juni 2024
- Les met
35 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Wat weet ik nog van de ww op er-ir-re in verschillende tijden? ww op IR
April 2024
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Mercredi le 24 avril (H3d-s17)
April 2024
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Wat weet ik nog van de ww op er-ir-re in verschillende tijden? ww op ER
26 dagen geleden
- Les met
30 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les verbes réguliers + irréguliers
September 2024
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Le mercredi 5 avril (H3c-s14)
April 2023
- Les met
20 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Regelmatige en onregelmatige werkwoorden leertoets 2
Maart 2021
- Les met
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Regelmatige werkwoorden eindigen op -ir, -er, -re (5 tijden) - 13-09-23
April 2023
- Les met
42 slides
Frans
Middelbare school
vmbo g, havo
Leerjaar 3