In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Argumenteren
Slide 1 - Tekstslide
Welke begrippen komen er bij je op als we het hebben over argumentatie?
Slide 2 - Woordweb
Leerdoel
Ik kan verschillende argumentatiesschema's onderscheiden (H3).
Slide 3 - Tekstslide
Herhaling basisschema's
Enkelvoudige argumentatie
Meervoudige argumentatie
Onderschikkende argumentatie
Slide 4 - Sleepvraag
Het Ashram is een goede school. Het zit in een gezellig gebouw en de leerlingen halen goede cijfers.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
Slide 5 - Quizvraag
Hij is geschikt voor deze baan als chefkok, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een sterrenrestaurant.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
Slide 6 - Quizvraag
Het lukt mij om de schema's van elkaar te onderscheiden
A
Zeker weten
B
Meh, nog niet.
C
Nu wel, maar zelf vind ik het lastig
Slide 7 - Quizvraag
Het aandragen van feitelijke argumentatie maakt de verdediging van een standpunt afdoende.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Ik ga stoppen met het eten van koekjes, omdat het niet goed voor je is.
A
waarderende argumentatie
B
feitelijke argumentatie
C
geen van beide
Slide 9 - Quizvraag
Ik heb genoeg geoefend met het verschil tussen waarderende en feitelijke argumentatie
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
Leerdoel
Ik kan argumentatiestructuren invullen.
Slide 11 - Tekstslide
Stelling
Argument 1
Argument 2
Zij heeft ruime ervaring in het basisonderwijs
Deze sollicitante is zeker geschikt voor de functie van hoofdonderwijzer.
De school wil het aantal vrouwelijke docenten vergroten.
Slide 12 - Sleepvraag
Net als Nederlandse leerlingen, doen ook leerlingen op Aruba binnenkort hun examen.
A Dat is mijns inziens een bijzondere prestatie.
Wat veel mensen namelijk niet weten, is dat
B deze leerlingen exact dezelfde eindexamens maken als de scholieren in Nederland.
C Maar de meesten van hen hebben Nederlands niet als moedertaal.
Stelling
Argument 1
Argument 2
A
B
C
Slide 13 - Sleepvraag
A Dat is mijns inziens een bijzondere prestatie.
B. De eindexamens zijn doordrongen van teksten uit de westerse maatschappij.
De leerlingen zijn echter opgegroeid in een tropisch klimaat en hebben het Papiaments als belangrijkste spreektaal.
C Het examen is een ver-vanhun- bedshow.
Ze staan dus al met 1-0 achter, voordat ze überhaupt aan het eindexamen begonnen zijn.
Stelling
Argument 1
Argument 2
A
B
C
Slide 14 - Sleepvraag
Wat zou je nog willen weten over het leerdoel?
Slide 15 - Woordweb
Leerdoel
Ik kan een weerlegging en een tegenargument herkennen.
Slide 16 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een weerlegging en een tegenargument?
Slide 17 - Open vraag
Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (1). Maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter (2). Als je echter genoeg insmeert met zonnebrandcrème en niet te lang in de zon blijft, is er niet zoveel aan de hand (3). Voor welk cijfer staat een weerlegging?
A
1
B
2
C
3
D
Er staat geen weerlegging tussen.
Slide 18 - Quizvraag
Over wat zou je nog meer info willen hebben voor de toets?