705

Op
tafel:
Deze les:
Planning

Start 7.3
- Krachten bij bewegingen

Opdrachten samen

Zelf maken

Nakijken


2 min

10 min 



5 min

15 min

10 min
BORD
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Op
tafel:
Deze les:
Planning

Start 7.3
- Krachten bij bewegingen

Opdrachten samen

Zelf maken

Nakijken


2 min

10 min 



5 min

15 min

10 min
BORD

Slide 1 - Tekstslide

Planning
maandag
woensdag
vrijdag
week 9
Afmaken 7.2
Start 7.3
Afmaken 7.3
week 10
[uitval]
Start 7.4
Afmaken 7.4
week 11
Samenvatten 
   Tentamen
   (13 maart)

Slide 2 - Tekstslide

Welke krachten werken er op een fietser?

Slide 3 - Tekstslide

Welke krachten werken er op een fietser?
Welke krachten werken vooruit?

Slide 4 - Tekstslide

Welke krachten werken er op een fietser?
Alle krachten die de beweging helpen helpen noem  je 
voortstuwende krachten of 
aandrijvende krachten.

Slide 5 - Tekstslide

Welke krachten werken er op een fietser?
welke krachten werken achteruit?

Slide 6 - Tekstslide

Welke krachten werken er op een fietser?
Alle krachten die de beweging tegenwerken heten tegenwerkende krachten

Slide 7 - Tekstslide

Welke krachten werken er op een fietser?
Het totaal van alle krachten noem je de nettokracht. 

Slide 8 - Tekstslide

Welke krachten werken er op een fietser?
Het totaal van alle krachten noem je de nettokracht. 
Fv=35N
Ft=15N

Slide 9 - Tekstslide

Welke krachten werken er op een fietser?
Het totaal van alle krachten noem je de nettokracht. 
Fv=35N
Ft=15N
Fnetto=20N

Slide 10 - Tekstslide

Nettokracht 
Versnellen
(optrekken)
Meer voortstuwende krachten dan tegenwerkende krachten 
Constante snelheid
Voortstuwende krachten en tegenwerkende krachten gelijk
Vertragen 
Meer tegenwerkende krachten dan voorstuwende krachten

Slide 11 - Tekstslide

Op wie is de netto kracht groter?
Een fietser die met constante snelheid naar school fietst.
Een eend die plots naar de fietser toe vliegt.

Slide 12 - Tekstslide

Op wie is de netto kracht groter?
Een fietser die met een noodstop moet maken.
Eendjes die rustig naar de sloot toe waggelen.

Slide 13 - Tekstslide

Op wie is de netto kracht groter?
Iemand die net uit een vliegtuig is gesprongen.
Een straaljager die met constante snelheid vliegt.

Slide 14 - Tekstslide

Op wie is de netto kracht groter?
Een doos die stilstaat op de grond.
Een voetbal die met constante snelheid naar een doel vliegt.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Maak de rest van 7.3
Behalve 12 en de ★ opdrachten
vanaf blz 175
timer
1:00
alles behalve de ★ opdrachten

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Maak de rest van 7.3
Behalve 12 en de ★ opdrachten
vanaf blz 175
timer
1:00
alles behalve de ★ opdrachten

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Welke energieomzetting is er?
Welke energieomzetting zorgt voor voortstuwing?

Slide 35 - Tekstslide

Welke energieomzetting is er?
Welke energieomzetting zorgt voor voortstuwing?

Slide 36 - Tekstslide

Welke krachten werken er op een fietser?
Welke energieomzetting zorgt voor tegenwerking?

Slide 37 - Tekstslide

Welke krachten werken er op een fietser?
Welke energieomzetting zorgt voor tegenwerking?

Slide 38 - Tekstslide

Maak 75 t/m 82
Behalve 12 en de ★ opdrachten
vanaf blz 186
timer
1:00
klaar? lees blz 183 en maak 83 t/m 85

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide