5 Niet gegroepeerde numerieke gegevens verwerken

Niet gegroepeerde numerieke gegevens verwerken.

In dit onderdeel leer je:
  • hoe niet-gegroepeerde numerieke gegevens verwerkt wordt in een frequentietabel met GeoGebra

  • welke grafieken je kunt gebruiken bij het verwerken van niet-gegroepeerde numerieke gegevens 
  • hoe je die grafieken tekent in GeoGebra.




1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
Secundair onderwijs

In deze les zitten 9 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Niet gegroepeerde numerieke gegevens verwerken.

In dit onderdeel leer je:
  • hoe niet-gegroepeerde numerieke gegevens verwerkt wordt in een frequentietabel met GeoGebra

  • welke grafieken je kunt gebruiken bij het verwerken van niet-gegroepeerde numerieke gegevens 
  • hoe je die grafieken tekent in GeoGebra.




Slide 1 - Tekstslide

  • In smartschool, mijn vakken, map 'Statistiek', map 'Categorische en niet-gegroepeerde numerieke gegevens verwerken' open je het GeoGebra bestand 'Stukken fruit'.
  • In de video op de volgende slide wordt er uitgelegd hoe je niet gegroepeerde numerieke gegevens moet verwerken in GeoGebra. 
  • Terwijl je naar de video kijkt, voer je dezelfde handelingen uit in het door jou geopende GeoGebrabestand.
  • In jouw schrift maak je een samenvatting van alle gebruikte commando's in het algebravenster en alle handelingen die je moet uitvoeren in het rekenblad.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Beantwoord de volgende open vragen met behulp van de ingevulde frequentietabel in GeoGebra.

Slide 4 - Tekstslide

Welk deel van de leerlingen at gisteren twee stukken fruit?

Slide 5 - Open vraag

Hoeveel leerlingen aten gisteren drie of vier stukken fruit?

Slide 6 - Open vraag

Geef de betekenis van de cumulatieve relatieve frequentie van het waarnemingsgetal 3.

Slide 7 - Open vraag

Hoeveel % van de ondervraagde leerlingen at gisteren minstens één stuk fruit?

Slide 8 - Open vraag

Is de steekproef die hier is uitgevoerd, een goede steekproef? Waarom wel of waarom niet?

Slide 9 - Open vraag