Referentiekader en rollen binnen een groep

uitleg portfolio periode 3
Deze les gaat over rollen, rolconflicten, referentiekader en groepsrollen.
De opdrachten voor je portfolio staan in Teams. Deze opdrachten lever je uiterlijk vrijdag 23 april in.
Aan het eind van deze les kun je beginnen met de opdrachten uit het portfolio. 
G0BON en G0BOO: in week 15 kun je tijdens de les aan de opdrachten werken.
G0BOO; in week 16 kun je tijdens de les aan de opdrachten werken.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

uitleg portfolio periode 3
Deze les gaat over rollen, rolconflicten, referentiekader en groepsrollen.
De opdrachten voor je portfolio staan in Teams. Deze opdrachten lever je uiterlijk vrijdag 23 april in.
Aan het eind van deze les kun je beginnen met de opdrachten uit het portfolio. 
G0BON en G0BOO: in week 15 kun je tijdens de les aan de opdrachten werken.
G0BOO; in week 16 kun je tijdens de les aan de opdrachten werken.

Slide 1 - Tekstslide

Rollen:
Iedere persoon heeft  tegelijkertijd meerdere rollen.
Een rolpatroon is een manier waarop mensen onderling functioneren
Bv: rol van ouder en kind, leraar en leerling, ouder en leraar, leerling en werknemer
Welke verschillende rollen heb jij?
 

Slide 2 - Tekstslide

Rolconflicten:
Hoe kan een rolconflict ontstaan; je hebt andere verwachtingen van een persoon. Bv. als een directeur van een supermarkt achter de kassa gaat zitten. Een rolconflict kan vervelend zijn voor het functioneren van een persoon en het kan van invloed zijn op je omgeving.
Intern conflict: Iemand krijgt problemen met zijn eigen doelstellingen. Bv: Iemand met een 'groen hart' is baas van een zwaar vervuilend bedrijf.
Extern conflict: Twee rolpatronen komen met elkaar in botsing. Bijvoorbeeld: Je moet een belangrijke voetbalmatch spelen terwijl je morgen een examen wiskunde hebt.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Welk rolpatroon in het huishouden
herken je bij jou thuis?

Slide 5 - Woordweb

Wat vind jij een ideale
rolverdeling binnen een huishouden?

Slide 6 - Woordweb

Wanneer kunnen er
rolconflicten voorkomen
binnen het huishouden?

Slide 7 - Woordweb

Referentiekader
  • Je interpretatie van een boodschap wordt bepaald door je referentiekader:
    persoonlijke waarden, normen, kennis en ervaring. Het bepaalt de manier waarop je tegen gebeurtenissen aankijkt. 
  • Jouw referentiekader wijkt af van dat van anderen, dus dat kan ervoor zorgen dat je boodschappen anders opvat dan ze bedoeld zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Referentiekader
  • Waarden, normen
  • Opvoeding
  • Leefsituatie
  • Je werk
  • De media
  • Je vrienden
  • Hoe je geleerd hebt met elkaar om te gaan

Slide 10 - Tekstslide

Problemen door verschil in achtergrond en gewoonten

Iemands communicatiegedrag wordt namelijk sterk beïnvloed door zijn referentiekader.



Het referentiekader is het geheel van denkbeelden, overtuigingen, gewoonten, waarden en normen die iemand heeft opgebouwd in zijn leven en van waaruit hij de wereld om zich heen interpreteert en beoordeelt.

Slide 11 - Tekstslide

Formele en informele groepen
Formeel: doel, rollen en normen zijn vastgelegd
Informeel: doel, rollen en normen zijn vaag en niet impliciet

Met welke groepen heb je te maken op je BPV? Geef een voorbeeld

Slide 12 - Tekstslide

Functies van een groep:
  • Taakgericht: samen een groepstaak uitvoeren
  • Procesgericht: onderlinge relaties versterken. Gericht op het verbeteren van het sociale-emotionele klimaat in de groep.
  • Welke groepstaak heb je op BPV? 
  • Heb jij een taak binnen de procesgerichte functie op je BPV?

Slide 13 - Tekstslide