3 vwo - 12.2 geslacht

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

bei Deutsch

3. Klasse VWO

Periode 3 

KW 12

vandaag:

studieplanner

LessonUp

Spiel

Willkommen!

LernZiel:

Je weet hoe je achter het geslacht van woorden komt.

Je weet de naamval van tijdsbepalingen.

Heute:

StudiePlanung

LessonUp

Spiel

Rebus:

🕸️           🐓 

t=un      ha=e

                          

 

     

Studieplanner

KW 6  = Buch A K3.3 gesprek presenteren + Buch B Seite 102, 152 (N-D)

KW 7  = voorz. 2e, 3e, 4e naamval + Buch B Seite 154 (N-D)

KW 8  = keuzevoorzetsels + geslachtsregels + Buch B Seite 102, 152, 154 (N-D)

KW 9 FrühlingsFerien

KW 10 = Leestoets oefenen + Buch B Seite 102, 104, 152, 154

KW 11  = TOETS lezen en idioom

KW 12 = alle voorzetsel + naamvallen + blz. 153 ook zinnen

KW 13 = alle voorzetsel + naamvallen + blz. 155 ook zinnen

KW 14 = alle voorzetsel + naamvallen + blz. 153 & 155 ook zinnen

KW 15 = toetsweek

vrouwelijk

vrouwelijke mensen en dieren, cijfers

einde op:

-heit -keit -schaft -ung -ei -anz -ik -ion -tät -ur -ie -e(80%)

Ausnahme |:

Name, Junge, Käse

Ausnahme ||:

Park, Wald, Strand, Bahnhof, Erfolg

onzijdig

het-woorden, letters

verkleinwoorden:

-chen -lein

Ausnahme:

Ge...e

mannelijk

mannelijke mensen en dieren

dagen, maanden, jaargetijden, windrichtingen

Ausnahme |:

Name, Junge, Käse

Ausnahme ||:

Park, Wald, Strand, Bahnhof, Erfolg

Sleep de woorden naar het juiste geslacht.

Mannelijk

Vrouwelijk

Onzijdig

Meervoud

Buch

Kind

Eltern

Kinder

Geld

Brief 

Blume

Gemüse

Zeitung

geslacht?

Geld

1. mannelijk (der)
2. vrouwelijk (die)
3. onzijdig (das)
4. meervoud (die)

geslacht?

Berwerbung

1. mannelijk (der)
2. vrouwelijk (die)
3. onzijdig (das)
4. meervoud (die)

tijdsbepalingen

zonder voorzetsel 4e naamval

met voorzetsel 3e naamval

Welke naamval moet op de ...?

Ich gehe jed... Tag zur Schule.

1. 1e
2. 2e
3. 3e
4. 4e

Welke naamval moet op de ...?

Ich gehe in ein... Woche zur Schule.

1. 1e
2. 2e
3. 3e
4. 4e

Welke naamval moet op de ...?

Wir haben vor ein... Woche eine Test geschrieben.

1. 1e
2. 2e
3. 3e
4. 4e

Welke naamval moet op de ...?

Wir werden in ein... Woche eine Test schreiben.

1. 1e
2. 2e
3. 3e
4. 4e

Welke naamval moet op de ...?

Wir schreiben jed... Woche eine Test.

1. 1e
2. 2e
3. 3e
4. 4e

Blackout

Richtige Antwort auf Deutsch = 2 Punkte

Richtige Antwort auf Niederländisch = 1 Punkt

Ziel

Je weet hoe je achter het geslacht van woorden komt.

Je weet de naamval van tijdsbepalingen.

Hast du das Ziel erreicht?

der nächste Unterricht

Boek B + laptop + lader mee

Huiswerk / leerwerk overhoren!

das Ende

Wat vond je van de les?

Wat heb je geleerd?

Wat was er nuttig?

Heb je een tip voor iemand?

Kies drie vragen en schrijf het antwoord op

tschüss!                   auf Wiedersehen!

tschüss!                   auf Wiedersehen!

ga naar 

hoofdstuk 1 -5 was huiswerk

Je moet elk rondje 'goud' maken door hem nog een keer te doen.

Vergeet de verhaaltjes niet!