De organen voor vertering

Aanmelden in Lessonup
Voeg je bij de klas voor deze les, code:
mwwuu
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Aanmelden in Lessonup
Voeg je bij de klas voor deze les, code:
mwwuu

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
Endeldarm
Blinde darm

Slide 3 - Sleepvraag

Wat is de goede volgorde van je spijsvertering?
A
slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm
B
mondholte, slokdarm, dunne darm, maag
C
mondholte, slokdarm, maag, dunne darm
D
dikke darm, dunne darm, mondholte, maag

Slide 4 - Quizvraag

MAAG
LEVER
DUNNE DARM
DIKKE 
DARM
TWAALF
VINGERIGE 
DARM
SPEEKSEL

- Productie zoutzuur
- Enzym verteerd eiwit voor een deel
- Groot oppervlak
- Enzymen verteren eiwitten en koolhydraten
- Opname voedingsstoffen in het bloed
Maakt gal wat vetten kleiner maakt
Bevat enzym wat zetmeel verteerd
- Onttrekt water uit voedselbrij
- Opname water in bloed
Hier mengen gal en alvleessap met de voedselbrij

Slide 5 - Sleepvraag

Welke voedingsstoffen moeten worden verteerd?
A
Vitaminen, eiwitten, de meeste koolhydraten
B
Vetten, de meeste koolhydraten, mineralen
C
Eiwitten, vetten, de meeste koolhydraten
D
De meeste koolhydraten, vitamine, mineralen

Slide 6 - Quizvraag

Waar vinden peristaltische bewegingen
plaats?


A
De mond en de dikke darm
B
De darmen, de maag en de slokdarm
C
De maag, de lever en de slokdarm
D
De mond en de maag

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de functie van peristaltiek?
A
Het kneden van verteringssappen en de voedselbrij
B
Het voortduwen van de voedselbrij
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 8 - Quizvraag

Zijn op plaats 1 de kringspieren in de wand van het darmkanaal ontspannen of samengetrokken?
En hoe zit het op die plaats met de lengtespieren?
A
De kringspieren en de lengtespieren zijn allebei ontspannen.
B
De kringspieren zijn ontspannen en de lengtespieren zijn samengetrokken.
C
De kringspieren zijn samengetrokken en de lengtespieren zijn ontspannen.
D
De kringspieren en de lengtespieren zijn allebei samengetrokken.

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Mondholte
Vertering begint in de mondholte
  • Door kauwen wordt voedsel kleiner gemaakt.
  • Speekselklieren (1) produceren speeksel
  • Slikken gaat gemakkelijker

Speeksel bestaat uit:
  • Water
  • Slijm --> verhoogt glijbaarheid
  • Enzym --> verteert zetmeel

Slide 13 - Tekstslide

Keelholte
Met je tong duw je het voedsel vanuit de mondholte in de keelholte

  • Neusholte wordt afgesloten door huig.
  • Luchtpijp wordt afgesloten door strotklepje.

Slide 14 - Tekstslide

Slokdarm (2)
Door de darmperistaltiek wordt het voedsel door de slokdarm richting de maag vervoert

Slide 15 - Tekstslide

Maag (3)
Is een tijdelijke opslagplaats van je voedsel (2 tot 4 uur)
Maagsapklieren produceren maagsap
Maagsap bestaat uit:
  • Water
  • Zoutzuur
  • Enzymen --> vertering eiwitten

Afgesloten met maagportier (4), deze kringspier laat kleine hoeveelheden voedsel door.

Slide 16 - Tekstslide

Twaalfvingerige darm (5)

  • Net zo lang als 12 vingers breed
  • Afvoerbuizen van de lever en de alvleesklier monden uit in de twaalfvingerige darm


Slide 17 - Tekstslide

Alvleesklier (6)
Produceert alvleessap

Alvleessap bestaat uit:
  • Water
  • Enzymen --> vertering van eiwitten, koolhydraten en vetten

Slide 18 - Tekstslide

Lever (7) – Galblaas (8)
  • De lever produceert gal
  • Gal wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas
  • Via de galbuis komt het gal in de twaalfvingerige darm

Gal emulgeert vetten (grote vetdruppels worden klein)
Gal is dus geen verteringssap!


Slide 19 - Tekstslide

Dunne darm (9)
Ongeveer 8 meter lang (2,5 cm in diameter)

In de wand liggen darmsapklieren produceren darmsap:
  • Water
  • Enzymen --> vertering van eiwitten en koolhydraten

Sterk geplooide darmwand (darmplooien) vergroot de oppervlakte.


Slide 20 - Tekstslide

Dunne darm (9)
Op de darmplooien zitten uitstulpingen --> de darmvlokken
In de darmvlokken zitten bloedvaten

De wand van de darmvlokken en de bloedvaten is 1 cellaag dik --> stoffen makkelijk uitwisselen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Blinde darm – wormvormig aanhangsel (10)
Blinde darm = de plaats waar de dunne darm overloopt in de dikke darm.
Wormvormig aanhangsel is ontstoken bij een blindedarmontsteking en kan verwijderd worden.

Slide 23 - Tekstslide

Dikke darm (11)
  • Ongeveer 1,5 meter lang (6,5 cm in diameter)
  • Door alle verteringssappen die erbij komen bevat de brij veel water. 
  • Water moet terug gehaald worden: doet de dikke darm.


Slide 24 - Tekstslide

Dikke darm (11)
  • Hierin zitten veel bacteriën die zich voeden aan cellulose (celwanden planten)
  • Wij maken geen enzymen aan wat cellulose kan verteren, dat doen de bacteriën voor ons.
  • Daarbij komt glucose vrij en gas

Slide 25 - Tekstslide

Endeldarm (12)
  • Verzamelen en tijdelijk opslaan van onverteerbare voedselresten (= ontlasting)
  • Endeldarm is afgesloten met een kringspier: de anus (13).


Slide 26 - Tekstslide

Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
Endeldarm
Blinde darm

Slide 27 - Sleepvraag

Wat is de goede volgorde van je spijsvertering?
A
slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm
B
mondholte, slokdarm, dunne darm, maag
C
mondholte, slokdarm, maag, dunne darm
D
dikke darm, dunne darm, mondholte, maag

Slide 28 - Quizvraag