1.3 Beslissen we met z’n allen of namens ons allen?

Casus
1.1 Wat als mensen er niet uitkomen?
1.2 Kiezen we voor meer vrijheid of gelijkheid?
1.3 Beslissen we met z'n allen of namens ons allen?
1.4 Wie heeft de macht?
1.5 In het stemhokje is iedereen gelijk. Maar daarbuiten?
1.6 Meer of minder Europa?
 1.7 Is onze democratie klaar?


H1 Parlementaire democratie?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Casus
1.1 Wat als mensen er niet uitkomen?
1.2 Kiezen we voor meer vrijheid of gelijkheid?
1.3 Beslissen we met z'n allen of namens ons allen?
1.4 Wie heeft de macht?
1.5 In het stemhokje is iedereen gelijk. Maar daarbuiten?
1.6 Meer of minder Europa?
 1.7 Is onze democratie klaar?


H1 Parlementaire democratie?

Slide 1 - Tekstslide

  • Je kunt herkennen in hoeverre het bestuur in een land voldoet aan de formele en informele kenmerken van een democratie.
  • Je kunt uitleggen hoe de volksvertegenwoordiging in Nederland is georganiseerd op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau.
  • Je kunt de voor- en nadelen van indirecte en directe democratie benoemen en beargumenteren welke vorm van democratie jouw voorkeur heeft.
Leerdoelen H1.3 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

In Zwitserland bestaat een lange traditie van volksvergaderingen. Regionaal en landelijk worden er beslissingen genomen via een referendum . Inwoners stemmen direct.

Nederland heeft een raadgevend referendum gehad. 
Beslissen we zelf?

Slide 4 - Tekstslide

Directe democratie
Indirecte democratie

Slide 5 - Tekstslide

Hoe landen de democratie vormgeven verschilt . Wel zijn er basiskenmerken en hebben inwoners basisrechten zodat de overheid de macht niet kan misbruiken.

Een land mag zichzelf een democratie noemen als het voldoet aan de volgende vier kenmerken:
Beslissen we zelf?

Slide 6 - Tekstslide

1. Er zijn regelmatige vrije en geheime verkiezingen. 

2. Alle burgers hebben toegang tot dezelfde grondrechten (en de overheid respecteert die ook!)


Beslissen we zelf?

Vrij: 18+, zelf bepalen op wie, verkiesbaar. Geheim : niemand komt er achter

in de grondwet o.a.: vrijheid van... maar ook de  taken en rechten een minister heeft en hoe we onze volksvertegenwoordigers kiezen.

Slide 7 - Tekstslide

3. Er is een onafhankelijke rechterlijke macht 



4. Er zijn vrije media die het volk kunnen informeren over de politiek, verkiezingen en maatschappelijke problemen. 
Beslissen we zelf?

De overheid moet zich ook aan de wet houden.  Rechters mogen niet beïnvloed of ontslagen worden door overheid). 
Geen staatstelevisie

Slide 8 - Tekstslide

Informele kenmerken zijn ook belangrijk (niet in de wet). Een democratie kan alleen werken als de bevolking ook goed geïnformeerd is:
  • Bewuste keuze
  • De meerderheid moet ook de mening/rechten van minderheden accepteren.
  • Bevolking actief betrokken bij politiek (democratische normen en waarden) 
Politieke cultuur
Democratie houdt dus meer in dan alleen ‘de meerderheid beslist’

Slide 9 - Tekstslide

Parlement (Staten-Generaal), Tweede Kamer en Eerste Kamer


Wie zijn onze volksvertegenwoordigers?
Voorbeeld: Het kabinet Rutte-IV is gevallen. Regeringspartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie werden het niet eens over een nieuw asielbeleid.
Het parlement heeft twee kerntaken:
  • De wetgevende taak (welke wetten in Nederland gelden)
  • De controlerende taak (Doet het kabinet zijn werk goed? Kamervragen, geen vertrouwen?

Slide 10 - Tekstslide

75 zetels + indirect gekozen leden
150 zetels + direct gekozen leden

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden van een directe democratie?
A
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn geheime verkiezingen?
A
De verkiezingen vinden plaats achter gesloten deuren.
B
Niemand mag weten welke politicus is gekozen voor een functie.
C
Niemand komt erachter op wie je hebt gestemd.
D
De verkiezingen vinden enkel in Den Haag plaats.

Slide 13 - Quizvraag

Op welk kenmerk van een vrije democratie maakt deze gebeurtenis een inbreuk op?
A
Er zijn regelmatige vrije en geheime verkiezingen.
B
Er is een onafhankelijke rechterlijke macht.
C
Alle burgers hebben toegang tot dezelfde grondrechten.
D
Er zijn vrije media die het volk informeren.

Slide 14 - Quizvraag

Waaruit bestaat het Nederlandse parlement?
A
Ministers en staatssecretarissen
B
Eerste en Tweede Kamer
C
Ministers en koning
D
Derde en Vierde Kamer

Slide 15 - Quizvraag

De regering bestaat uit?
A
De koning en minister president
B
Minister en staatssecretarissen
C
De koning en ministers
D
Het kabinet en de overheid

Slide 16 - Quizvraag

hallo

Lezen: 
1.3 Beslissen we met z’n allen of namens ons allen?


Kennis en begrip opdrachten: 
1 tot en met 7.

Opdrachten:
timer
10:00
Klaar?
Nakijken (via teams) of verder met de toepassingsvragen

Slide 17 - Tekstslide

In Nederland zijn er drie bestuurslagen:
  • De landelijke overheid
  • De provincie
  • De gemeenten

Wie vertegenwoordigen ons op provinciaal en gemeentelijk niveau?

Slide 18 - Tekstslide

75 zetels + indirect gekozen leden
150 zetels + direct gekozen leden

Slide 19 - Tekstslide

Volksvertegenwoordiging op Provinciaal niveau

Welke overeenkomsten zijn er op landelijk niveau?

Slide 20 - Tekstslide

De bestuurders van Gedeputeerde Staten hebben het vertrouwen van de meerderheid van de Provinciale Statenleden nodig-> Vertrouwensregel.






De provincie
De provincie houd zich bezig met:
  • Ruimtelijke ordening
  • Aanleg bedrijventerrein
  • Openbaar vervoer
  • Waar komen wegen, kanalen, recreatie.
  • Toezicht naleving milieu wetten

Slide 21 - Tekstslide

Volksvertegenwoordiging op gemeentelijk niveau.

Welke overeenkomsten zijn er op landelijk niveau?
Kiest

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Ook op gemeentelijk niveau geldt de vertrouwensregel

Taken burgermeester:
  • Verantwoordelijk voor de veiligheid en openbare orde; gezag over politie en brandweer; demonstraties verbieden.
Taken Gemeente:
  • Jeugdzorg, ouderenzorg, beperking.
  • Subsidies voor allerlei organisaties. 

De Gemeente

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

hallo

Lezen: 
1.3 Beslissen we met z’n allen of namens ons allen?


Kennis en begrip opdrachten: 
1 tot en met 7.

Opdrachten:
timer
10:00
Klaar?
Nakijken (via teams) of verder met de toepassingsvragen

Slide 26 - Tekstslide