11.3 Bloeddruk en stroomsnelheid

11.3 Bloeddruk en stroomsnelheid
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

11.3 Bloeddruk en stroomsnelheid

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je beschrijft hoe je de bloeddruk bepaalt
- Je legt het verschil tussen boven- en onderdruk uit
- Je legt uit hoe verschillen in bloeddruk en stroomsnelheid in de bloedvaten tot stand komen. 
- Je legt uit hoe de uitwisseling van stoffen tussen bloed en weefsel tot stand komt. 

Slide 2 - Tekstslide

Transportvaten
De opbouw van slagaders, haarvaten en aders is anders afhankelijk van de functie.

BINAS 84C2

Slide 3 - Tekstslide

Waarom wordt er bij bloedprikken gekozen voor slagaders ipv aders?

Slide 4 - Tekstslide

Bloeddruk is de druk op de vaatwanden en ontstaat door samentrekken van hartkamers
1
2
3
4
Bij welk nummer is er sprake van een lage en bij welk nummer is er sprake van een hoge bloeddruk?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Bloeddruk, te hoog/laag
Hoge bloeddruk -> beschadiging bloedvaten

Lage bloeddruk -> flauwvallen

Slide 7 - Tekstslide

Bloeddruk verschilt per persoon
Waarom hebben oudere mensen een hogere bloeddruk???

Slide 8 - Tekstslide

De druk in de manchet is nu hoger dan die in de slagader

Slide 9 - Tekstslide

De druk in de manchet is nu ietsje lager dan de systolische druk waardoor deze zich er doorheen kan persen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Bloeddruk - hart
Waarom in de rechterkamer een lagere bloeddruk?


Slide 12 - Tekstslide

Bloeddruk - andere bloedvaten
In de haarvaten is er een lage bloeddruk, door de grote gezamenlijke diameter. 
Belangrijk om veel uitwisseling plaats te kunnen laten vinden. 

Slide 13 - Tekstslide

Slagaders hebben een elastische wand: de druk blijft hoog

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Spierpomp
Spieren spelen een rol 
bij het verplaatsen van het bloed in de aders in de richting van het hart door samen te trekken, "duwen" ze het bloed naar je hart. 
Afwisselend veel en weinig druk op de aders door het samentrekken.

Slide 17 - Tekstslide

Kleppen
-Veel aders bevatten kleppen
-Vooral de armen & benen
- Kleppen voorkomen dat het bloed terugstroomt door de zwaartekracht. 

Slide 18 - Tekstslide

Spataderen
- Kleppen zijn kapot
- Bloed stroomt terug 
- Resultaat: Meer druk op de kleppen eronder en die gaan ook stuk. 
- Lopen helpt

Slide 19 - Tekstslide

BINAS 84E: Neemt de stroomsnelheid van het bloed toe of af naarmate het bloed van het hart afstroomt?

Slide 20 - Open vraag

BINAS 84E: Neemt de bloeddruk van het bloed toe of af naarmate het bloed van het hart afstroomt?

Slide 21 - Open vraag

Wanneer je last hebt van een lage bloeddruk, val je sneller flauw. Hoe komt dat?

Slide 22 - Open vraag

Zelfstandig werken
Maken 11.3 

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
- Je beschrijft hoe je de bloeddruk bepaalt
- Je legt het verschil tussen boven- en onderdruk uit
- Je legt uit hoe verschillen in bloeddruk en stroomsnelheid in de bloedvaten tot stand komen.
- Je legt uit hoe de uitwisseling van stoffen tussen bloed en weefsel tot stand komt. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video