Werkwoordspelling - tt

Welkom
Pak jij alvast je spullen?
pen,schrift,boek/laptop.

We starten met lezen.


laptop blijft dicht
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak jij alvast je spullen?
pen,schrift,boek/laptop.

We starten met lezen.


laptop blijft dicht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen

Aan het einde van de les:
weet jij hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige
tijd schrijft.

Waar gaan we deze les op letten?
Je reageert niet op elkaar.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordspelling

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ik ga boodschappen doen, wie kan onthouden wat ik allemaal gekocht heb?

Geef ze een plek in het lokaal :-)

Slide 7 - Tekstslide

koffie - melk - brood - aardappelen - jam - rijstwafels - yoghurt - paprikachips - soep - olijven




En zo gaan we dat ook doen met spelling!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zetten we de volgende regel neer?
Op de kast achterin het lokaal
Onder het bureau van de docent
Op de vensterbank
Bij de deur

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je als je niet weet of je in de tegenwoordige tijd een woord met -t,
-d of -dt schrijft?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed?
Ik (vinden) die trui écht heel mooi.
A
vin
B
vint
C
vind
D
vindt

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind die trui écht heel mooi.
(vinden) jij dat ook?
A
vin
B
vint
C
vindt
D
vind

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind die trui mooi, maar jij (vinden) er niks aan.
A
vin
B
vint
C
vindt
D
vind

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hard (rijden) die auto van jou eigenlijk?
A
rijt
B
rijdt
C
rijd

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom (worden) ik nooit gekozen tot prins carnaval?
A
word
B
wordt
C
wort

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jaro (worden) nu al voor de derde keer deze week boos zijn moeder.
A
wort
B
wordt
C
word

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies