In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 8:
(Pseudo) wetenschap
Slide 1 - Tekstslide
Het letterwoord SKEPP staat voor Kritische Evaluatie van de Pseudowetenschap en het ...
Slide 2 - Open vraag
Naar welke Griekse held werd de prijs genoemd, die SKEPP tot op heden nog nooit heeft kunnen uitreiken?
A
Odysseus
B
Achilles
C
Sisyphus
D
Heracles
Slide 3 - Quizvraag
Welke Maarten zet zich binnen Skepp in om een vuist te maken tegen pseudowetenschap?
Slide 4 - Open vraag
Volgens de homeopathie hebben waterdruppels een ..., waardoor werkzame stoffen een indruk kunnen nalaten, ook in sterk verdunde vloeistoffen.
Slide 5 - Open vraag
William Clifford doet een beroep op onze ... verantwoordelijkheid.
A
Empirische
B
Ethische
C
Epistemische
D
Esthetische
Slide 6 - Quizvraag
Welke van onderstaande pseudowetenschappen beweert dat onze persoonlijkheid af te leiden is uit uiterlijke kenmerken?
A
Telekinese
B
Frenologie
C
Cryonisme
D
Grafologie
Slide 7 - Quizvraag
Al jarenlang wordt de vraag gesteld naar de scheidingslijn tussen wetenschap en pseudowetenschap. Hoe heet dit probleem?
A
Het demarcatieprobleem
B
Het detentieprobleem
C
Het falsificatieprobleem
D
Het demarrageprobleem
Slide 8 - Quizvraag
'Kabouters bestaan, omdat nog niemand heeft bewezen dat ze niet bestaan.' Dit is een mooi voorbeeld van een drogreden, namelijk het argument van de ...
Slide 9 - Open vraag
God inroepen als verklaring voor fenomenen die de wetenschap (nog) niet heeft kunnen verklaren, kennen we ook als het ...
A
kaas-met-gaten-argument
B
god-van-de-gatenargument
C
alles-is-god-argument
D
god-van-de-kazenargument
Slide 10 - Quizvraag
Waar of niet waar? Volgens Russell ligt de bewijslast bij de scepticus die geen geloof hecht aan een bepaalde verklaring.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Met welk voorwerp probeerde Russell zijn visie op pseudowetenschap te duiden . Een ...
Slide 12 - Open vraag
Onder welke omschrijving is het scheermes van Ockham nog gekend?
A
wet van de eenvoud
B
wet van het kaf
C
wet van de simplificatie
D
wet van de spaarzaamheid
Slide 13 - Quizvraag
Waarvoor gebruik je een ad hoc hypothese?
A
Verklaring achteraf om de bevestiging van een theorie te weerleggen.
B
Verklaring achteraf om de weerlegging van een theorie te betwisten.
C
Verklaring op voorhand om een theorie te bewijzen.
D
Verklaring op voorhand om een theorie te weerleggen.