In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Kraljic-matrix
Bedrijfsresultaat: Hoe belangrijk
is dit product voor het eindproduct
van de organisatie? Heeft het veel
invloed op de omzet?
Slide 1 - Tekstslide
Kraljic-matrix
Leveringsrisico: Is het product
makkelijk te verkrijgen? Zijn er
veel leveranciers die dit product
kunnen leveren?
Slide 2 - Tekstslide
Hazelnoten voor Nutella zijn een voorbeeld van een:
A
Routineproduct
B
Hefboomproduct
C
Knelpuntproduct
D
Strategisch product
Slide 3 - Quizvraag
Stuur voor de F1-wagen van Max Verstappen, is een voorbeeld van een:
A
Routineproduct
B
Hefboomproduct
C
Knelpuntproduct
D
Strategisch product
Slide 4 - Quizvraag
Onderdeel van een 3D-apparaat voor een fotograaf, is een voorbeeld van een:
A
Routineproduct
B
Hefboomproduct
C
Knelpuntproduct
D
Strategisch product
Slide 5 - Quizvraag
De planten op het Graafschap College zijn een voorbeeld van een:
A
Routineproduct
B
Hefboomproduct
C
Knelpuntproduct
D
Strategisch product
Slide 6 - Quizvraag
De accountmanager van Ikea bestelt papier voor de printer, want het is op. Van welk soort product is dit papier een voorbeeld?
A
Routineproduct
B
Hefboomproduct
C
Knelpuntproduct
D
Strategisch product
Slide 7 - Quizvraag
Laag leveringsrisico en een hoge invloed op het bedrijfsresultaat:
A
Routineproduct
B
Hefboomproduct
C
Knelpuntproduct
D
Strategisch product
Slide 8 - Quizvraag
Hoog leveringsrisico en lage beïnvloeding van het bedrijfsresultaat:
A
Routineproduct
B
Hefboomproduct
C
Knelpuntproduct
D
Strategisch product
Slide 9 - Quizvraag
Wat is gedifferentieerde marketing?
A
1 marketingstrategie aan de gehele doelgroep
B
hetzelfde als geconcentreerde marketing
C
het tegenovergestelde van segmentatie
D
voor ieder segment een andere marketingstrategie
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Brand extension
Slide 12 - Tekstslide
Trading up/Trading down
Trading up = Toevoegen aan het assortiment van één of meer artikelen met een in verhouding tot het oorspronkelijke assortiment relatief hoge prijs en/of kwaliteit
Trading down = Het toevoegen van een lager geprijsd artikel aan het assortiment om hiermee een grotere doelgroep te bereiken
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
line extension
brand extension
co-branding
Slide 15 - Sleepvraag
Wat is brand extension?
A
Het opzetten van een bedrijf met een nieuwe merknaam
B
Een nieuw merk op de markt brengen
C
Een duidelijke samenwerking tussen verschillende merken
D
Het uitbreiden van een merk met een ander product.
Slide 16 - Quizvraag
Een producent van theezakjes brengt, onder dezelfde merknaam, twee nieuwe smaken thee op de markt. Van welke merkstrategie is hier sprake?
A
Brand extension
B
Co-branding
C
Joint promotion
D
Line extension
Slide 17 - Quizvraag
Een producent van consumentenelektronica heeft in samenwerking met een fabrikant van reinigingsproducten een innovatief strijkijzer op de markt gebracht.
Van welke merkstrategie is sprake?
A
Brand extension
B
Co-branding
C
Joint promotion
D
Line extension
Slide 18 - Quizvraag
Het gebruiken van een bestaande merknaam voor nieuwe productcategorieën heet...
A
Line extension
B
Brand extension
C
Joint promotion
D
Co-branding
Slide 19 - Quizvraag
Het toevoegen van een lager geprijsd artikel aan het assortiment om hiermee een grotere doelgroep te bereiken
A
Trading up
B
Trading down
C
Joint promotion
D
co-branding
Slide 20 - Quizvraag
Fabrikantenmerk
Deze merken door een fabrikant ontwikkeld en beheerd. Een voorbeeld hiervan is Unilever.
Slide 21 - Tekstslide
Paraplumerk
Hiervan is sprake wanneer verschillende producten onder dezelfde merknaam op de markt worden gebracht. Een voorbeeld van een paraplumerk is de naam merknaam Philips.
Slide 22 - Tekstslide
Individueel merk
Wanneer een fabrikant een product met een eigen naam op de markt brengt is er sprake van een individueel product. Bijvoorbeeld de wasmiddelen Omo, Persil en Becel.
Slide 23 - Tekstslide
A-merk/B-merk/C-merk
Slide 24 - Tekstslide
Huismerk
een merk van producten dat in opdracht van een detaillist wordt geproduceerd onder een eigen merk
Slide 25 - Tekstslide
Eigen merk
Eigen merk is een merk dat alleen in een bepaalde winkel te verkrijgen is, maar niet de naam van die winkel draagt. Dus het is geen huismerk, want die draagt wel de naam van de winkel.
Slide 26 - Tekstslide
Private label
Bij private label worden
producten/diensten
geproduceerd/ontwikkeld
door partij A en op de markt
gebracht door partij B onder
een eigen branding (merk)
Slide 27 - Tekstslide
Zoek een voorbeeld van een huismerk
Slide 28 - Open vraag
Distribuantenmerk wordt ook wel winkelmerk genoemd
Voorbeelden van distribuantenmerk zijn huismerk/private label en eigen merk
Slide 29 - Tekstslide
Corporate merk
Het inzetten van je bedrijfsnaam als merk in alle communicatie.
Slide 30 - Tekstslide
Keurmerk
Slide 31 - Tekstslide
Wat betekent corporate branding?
A
het inzetten van je bedrijfsnaam als merk in al je communicatie naar stakeholders
B
gebruiken van een andere merknaam
C
meerdere merken hebben
D
zakelijke communicatie
Slide 32 - Quizvraag
Zara en H&M maken gebruik van
A
fabrikantenmerken
B
distribuantenmerken
Slide 33 - Quizvraag
De prijscategorie
Lengte
Breedte
Diepte
Hoogte
Slide 34 - Sleepvraag
Unilever is een ... merk
A
Individueel merk
B
Paraplumerk
C
Eigen merk
D
Fabrikantenmerk
Slide 35 - Quizvraag
Het is een fabrikantenmerk met een kleine naamsbekendheid, en de producent maakt vrijwel geen reclame en het merk is slechts bij enkele verkooppunten verkrijgbaar. Over welk begrip gaat het?
A
A-merk
B
B-merk
C
C-merk
D
Paraplumerk
Slide 36 - Quizvraag
Philips en Samsung zijn voorbeelden van een
A
paraplumerk
B
winkeliersmerk
C
individueel fabrikantenmerk
D
B-merk
Slide 37 - Quizvraag
line extension
brand extension
co-branding
Slide 38 - Sleepvraag
Knorr valt onder de fabrikant Unilever en is daarom een
A
individueel merk
B
fancy merk
C
familiemerk
D
paraplumerk
Slide 39 - Quizvraag
Hema verkoopt een keukenmachine die geproduceerd is in China. Waarvan is hier sprake?