Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
beeldspraak 4 havo
Poëzie analyse
- Herhalen vorige les
- Beeldspraak
- Stijlfiguren
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Poëzie analyse
- Herhalen vorige les
- Beeldspraak
- Stijlfiguren
Slide 1 - Tekstslide
Welke begrippen van de poëzie analyse kennen we nog?
Slide 2 - Woordweb
Een alinea in een gedicht heet...
A
alinea
B
vers
C
strofe
D
octaaf
Slide 3 - Quizvraag
Benoem het rijmschema:
Iedereen is ergens diep van binnen
Toch geboren om te winnen
A
gebroken rijm
B
slagrijm
C
omarmend
D
gepaard
Slide 4 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van alliteratie
Slide 5 - Open vraag
Geef een voorbeeld van assonantie
Slide 6 - Open vraag
Wat is enjambement?
Slide 7 - Open vraag
Beeldspraak
Slide 8 - Tekstslide
Doelen van deze les:
Je kunt zes soorten beeldspraak uitleggen.
Je kunt zes soorten beeldspraak herkennen.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Soorten beeldspraak
van- vergelijking
Symbool
Slide 11 - Tekstslide
Vergelijking
werkelijkheid
(object)
beeld
Hij heeft een geheugen als een olifant.
Dat beeldje glimt als een diamant.
Hij is een boom van een kerel.
Slide 12 - Tekstslide
Vergelijking zonder als
werkelijkheid
beeld
Gerrit, een held op sokken, vluchtte snel weg.
De jongen, een bange wezel, durfde niets meer te zeggen
Slide 13 - Tekstslide
als
als
als
werkelijkheid
beeld
Hij is zo koppig
een ezel
een bliksemschicht
Hij is zo snel
Zij werd zo rood
een tomaat
Slide 14 - Sleepvraag
Van- vergelijking
Het object wordt vergeleken met het beeld door middel van het woord 'van'.
Hij is van goud
Slide 15 - Tekstslide
metafoor
Alleen het beeld wordt genoemd, de werkelijkheid wordt weggelaten:
Ruim die
zwijnenstal
eerst naar eens op. (bedoeld wordt: je kamer)
Die engel bracht iedereen een kopje thee. (bedoeld wordt: een lief persoon)
Gezegden en uitdrukkingen zijn vaak metaforen:
Ik heb met hem
een appeltje te schillen
. (bedoeld wordt: iets rechtzetten)
Hij heeft het
achter zijn ellebogen.
(bedoeld wordt: hij is niet eerlijk, achterbaks)
Slide 16 - Tekstslide
Twee versregels bij elkaar noem je ...
A
octaaf
B
kwatrijn
C
terzine
D
distichon
Slide 17 - Quizvraag
metonymie (mv = metonymia)
deel van geheel
(pars pro toto):
Wil je nog
een bordje
? (bedoeld wordt: een bordje soep)
geheel voor een deel
(totum pro parte):
Heel amsterdam was in verwarring. (bedoeld wordt: de inwoners)
De maker ipv het object
:
We zetten
Marco Borsato
even op. (bedoeld wordt: zijn nummer)
Slide 18 - Tekstslide
Symbool
Een begrip omschreven in een enkele voorstelling:
De duif vertegenwoordigt vrede
Slide 19 - Tekstslide
personificatie
Een voorwerp of abstract begrip krijgt menselijke eigenschappen:
De bomen
fluisteren
haar naam.
De zon
legde een deken
van stralen over de bergen.
De kozijnen
schreeuwen
om een verfbeurt.
Slide 20 - Tekstslide
synesthesie
Er worden twee zintuigen met elkaar vermengd:
De schilder gebruikte
schreeuwende kleuren
.
Het gebouw was gevuld met
stinkende geluiden
.
Slide 21 - Tekstslide
Het geluk lacht je toe.
A
vergelijking (met als/ zonder als)
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 22 - Quizvraag
Het kantoor gaat een dagje uit.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 23 - Quizvraag
Die man praat als een kip zonder kop.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 24 - Quizvraag
Mijn hart maakte drie sprongetjes van blijdschap.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
synesthesie
Slide 25 - Quizvraag
'Wil dat rode truitje achter in de zaal nu eindelijk haar mond houden?'
A
metafoor
B
metonymia
C
personificatie
D
vergelijking
Slide 26 - Quizvraag
'Haar kamer was een zwijnenstal.'
A
metafoor
B
metonymia
C
personificatie
D
vergelijking
Slide 27 - Quizvraag
Als het vriest, bind ik mijn ijzers onder.
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymie
D
synesthesie
Slide 28 - Quizvraag
Ik proefde de zachte zoetheid van haar opmerking.
A
metafoor
B
metonymie
C
personificatie
D
synesthesie
Slide 29 - Quizvraag
metafoor
metonymie
personificatie
vergelijking
synesthesie
Heb je de nieuwe van Ed Sheeran al gehoord?
De stoel zuchtte onder het gewicht van de man.
Je hartslag sust me in slaap.
We zullen haar uit de brand helpen.
Tijd is als lucht: je ziet het niet maar het is er wel.
Zij is tot over haar oren verliefd.
Het hele lokaal viel stil na die opmerking.
Hij hoorde haar kille stem.
Slide 30 - Sleepvraag
Ik weet wat beeldspraak is en kan het toepassen.
Ja
nee
ik heb nog vragen.
Slide 31 - Poll
Meer lessen zoals deze
beeldspraak 4 havo
Maart 2022
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Beeldspraak
April 2024
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Beeldspraak - Les 21 (deel 1)
Oktober 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Beeldspraak blz.46
Januari 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Literatuur: beeldspraak (2)
Maart 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
H3 Taalverzorging H20 Beeldspraak
Februari 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Beeldspraak - vergelijking, metafoor, personificatie, metonymie
April 2021
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Beeldspraak: metaforen en metonymia (1.7)
Oktober 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5