Vul het ww in de tegenwoordige tijd in, tenzij de zin in verleden tijd staat!
1. Hij
fietsen dagelijks van Hummelo naar Doetinchem, behalve natuurlijk als er
slecht weer is voorspeld.
2. Omdat de tandarts me eerst had verdoofd, voelen ik daarna niets van de
behandeling.
3. Denken eerst na voordat je iets opschrijft,' sprak de bezorgde leraar.
4. Vroeger behoren mijn oma tot de beste zwemmers van haar dorp.
5. 'Die onvoldoende van vorige week telde niet mee, vandaag mocht ik het
proefwerk in een apart lokaal maken', vertelde de brugklassers thuis opgelucht.
6. Nu de weerman melden dat er storm op komst is, ga je zeker met de bus.
7. 'Ik ben vroeger ook gezakt voor mijn zwemdiploma', zei mijn tante, en zij meende
dat zij mij daarmee troosten.
8. 'Verbinden me nu eens eindelijk goed door,' riep hij ongelukkig.
9. Gisteren landen er op het grasveld een helikopter.
10. Het duurde lang, maar eindelijk kwam hij zich dan toch bij de docent melden.