In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Koolwaterstoffen
Slide 1 - Tekstslide
structuurformules
Structuurformules zijn formules waar je kunt zien welke atomen aan elkaar verbonden zijn. Dit kan bij molecuulformules niet.
Een C atoom heeft 4 bindingen die het kan vormen. Dus aan elke koolstof kunnen 4 andere atomen verbonden zijn. Dit wordt met streepjes aangegeven
Slide 2 - Tekstslide
Alkanen
Alkanen zijn koolwaterstoffen waar de koolstofjes (C atomen) verbonden zijn door een enkelvoudige binding.
een algemene formule voor een alkaan is CnH2n+2.
Slide 3 - Tekstslide
Alkanen
Alkanen zijn koolwaterstoffen waar de koolstofjes (C atomen) verbonden zijn door 1 binding.
een algemene formule voor een alkaan is CnH2n+2.
Slide 4 - Tekstslide
alkenen
alkenen zijn koolwaterstoffen waar ergens in de formule een dubbele binding zit.
De algemene formule is CnH2n. Dit komt omdat een C atoom maar 4 bindingen kan vormen.
Slide 5 - Tekstslide
alkenen
alkenen worden vaak gebruikt in de productie van plastics zoals PE die gevormd met een aantal etheen groepen.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een alkaan en een alkeen
A
een alkaan heeft meer Htjes in de formule zitten
B
een alkaan heeft minder bindingen
C
een alkaan heeft geen dubbele binding
D
een alkaan heeft enkele binding en minder Htjes in de formule
Slide 7 - Quizvraag
welke formule hoort bij alkeen
A
B
C
D
Slide 8 - Quizvraag
waarom worden structuur formules gebruikt?
A
zodat je weet wat met elkaar reageert
B
zodat de bindingen tussen de atomen duidelijker zijn
C
omdat het rekenen met molecuulformuels lastig is
D
alle 3
Slide 9 - Quizvraag
Isomeren
dit zijn molecuulformules die meerdere strcutuur formules kunnen hebben. Een voorbeeld is C4H10. Dit kunnen namelijk de 2 formules van onderstaande afbeeldingen zijn.
Slide 10 - Tekstslide
Isomeren
Dit zijn wel andere stoffen ondanks de gelijke molecuulformule.
Bepaalde eigenschappen zullen ook verschillen. Denk aan eigenschappen zoals kookpunt waar butaan een hoger kookpunt zal hebben dan zijn isomeer.
Slide 11 - Tekstslide
Alkanolen
Het bekendste alkanol is alcohol. Dit wordt ook wel ethanol genoemd. Dit is een ethaan molecuul met een OH eraan in plaats van alleen een waterstof.
Slide 12 - Tekstslide
alkanolen
omdat alkanolen soms ook isomeren hebben kun je bepaalde alkanolen op 2 manier schrijven. Voor het voorbeeld wordt ethanol gebruikt.
C2H6O (l) of C2H5OH
De laatste wordt het meest gebruikt. Hierop is ook de algemene formule gebaseerd: CnH2n+1OH.
Slide 13 - Tekstslide
Hoe noem je verschillende stoffen met dezelfde molecuulformuel