4M - 1.2 - Samenleving en politiek

H1 Nederland (1848 tot 1914)
   §1.2 Samenleving en politiek
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

H1 Nederland (1848 tot 1914)
   §1.2 Samenleving en politiek

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1. Quiz over paragraaf 1.1

2. Uitleg over paragraaf 1.2 

3. Opdrachten maken uit het boek, paragraaf 1.2 

Slide 2 - Tekstslide

Koninkrijk met een grondwet is:
A
Parlementaire democratie
B
Constitutionele monarchie

Slide 3 - Quizvraag

Waar zorgde het caoutchouc-artikel voor?
A
dat er meer rubber was
B
dat vrouwen ook konden stemmen
C
dat meer mannen konden stemmen
D
dat je voortaan in bezit moest zijn van een certificaat dat je je goed gedroeg.

Slide 4 - Quizvraag

Geschreven door Thorbecke.
A
Grondwet van 1815
B
Grondwet van 1848

Slide 5 - Quizvraag

Voor
Na
1848
De koning bepaalt wie er in de Eerste Kamer zit
Ministeriële verantwoordelijkheid 
Tweede kamer wordt gekozen
Koning bepaalt alles
Censuskiesrecht
Onschendbaarheid koning
Directe verkiezingen 2e Kamer
Klassieke grondrechten

Slide 6 - Sleepvraag

Leerdoelen
  • Voor vandaag staat de volgende leerdoelen op de planning

  •  Je kan de ontwikkelingen in de industriële samenleving in de 19e eeuw uitleggen
  • Je kan uitleggen hoe de politieke stromingen in Nederland zijn ontstaan

Slide 7 - Tekstslide

§1.2 Samenleving en politiek


  • Vanaf ~1850 industrialisatie in Nederland

  • Grondstoffen
  • Ook vanuit koloniën
  • Europese landen nemen andere landen in de wereld over als kolonie = Modern Imperialisme
  • --> Nederland verovert Indië




Slide 8 - Tekstslide

§1.2 Samenleving en politiek
Industrie en samenleving

  • Grondstoffen koloniën --> industrialisatie --> verstedelijking -->
  • sociale kwestie = 
  •  
  • De discussie over de slechte
     woon- en werkomstandigheden 
    van
     de arbeiders




Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

§1.2 Samenleving en politiek

  • 19e eeuw stijging participatie in de politiek
  • --> mensen wilden emanciperen = stem laten horen en 
      gelijke rechten hebben. 
  •  
      Er ontstaan politieke stromingen.






Slide 13 - Tekstslide

§1.2 Samenleving en politiek

  • Politieke stromingen = Groep mensen die dezelfde gedachte delen over de samenleving en politiek (ideologie)

  • - Socialisten 
  • - Liberalen
  • - Feministen
  • - Confessionelen (katholieken & protestanten)




Slide 14 - Tekstslide

§1.2 Samenleving en politiek
Liberalen en socialisten

  • Socialisten:
  • --> Overheid moest ingrijpen
  •  
  • Gematigde socialisten
  • --> Verandering via politiek
     
  • Richten 1894 SDAP op. Leider Troelstra
  • wilden mannenkiesrecht om snel grootste partij te worden




Slide 15 - Tekstslide

§1.2 Samenleving en politiek


  • Liberalen:
  • --> Overheid moest de burger met rust laten
  • -- > Vrijheid het belangrijkste 
      --> Vooral de rijke burgerij 








Slide 16 - Tekstslide

H1 Nederland (1848 tot 1914)
   §1.2 Samenleving en politiek

Slide 17 - Tekstslide

Programma
1. Herhalingsvragen 1.2

2. Uitleg over paragraaf 1.2 

3. opdrachten maken uit het boek, paragraaf 1.2 

Slide 18 - Tekstslide

Herhalingsvragen
1. Leg in je eigen woorden uit wat het Modern Imperialisme was? 
2. Wat heeft het Modern Imperialisme met de industrialisatie te maken? 
3. Wat was de Sociale Kwestie
4. Noem de 4 politieke stromingen uit de 19e eeuw. 
5. Waar kennen we Pieter Jelles Troelstra van? 

Slide 19 - Tekstslide

§1.2 Samenleving en politiek
Van liefdadigheid naar sociale wetten
  • Arbeiders afhankelijk van liefdadigheid, niet voldoende...

  • Oplossing sociale kwestie: sociale wetten
  • - 1854 Armenwet
  • - 1874 Kinderwetje van Van Houten
  • - 1900 Ongevallenwet en Woningwet
      - 1901 Leerplicht




Slide 20 - Tekstslide

§1.2 Samenleving en politiek

  • Politieke stromingen = Groep mensen die dezelfde gedachte delen over de samenleving en politiek (ideologie)

  • - Socialisten ✓
  • - Liberalen ✓
  • - Feministen
  • - Confessionelen




Slide 21 - Tekstslide

§1.2 Samenleving en politiek
Confessionelen 

  • Confessie = geloofsleer 
    --> mensen moeten elkaar helpen 
    --> de bijbel moet centraal staan. 

    Belangrijkste doel: 
    - de schoolstrijd  


  •  





Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

§1.2 Samenleving en politiek
Feministen

  • Rond 1900 - Eerste feministische golf:
  • --> doorleren
  • --> kiesrecht (gelukt in 1919)
  • --> ouderlijk gezag
  •  





Slide 24 - Tekstslide

Partijen
Personen
Waarden
SOCIALISTEN
SDAP
- Pieter Jelles
Troelstra 
- Nieuwenhuis
- Gelijkheid 
- Actieve overheid
- Algemeen stemrecht
LIBERALEN
LIBERALE UNIE
- Thorbecke
- Vrijheid
- Passieve overheid
- Rijken bepalen
CONFESSIONELEN
ARP (P)
RKSP (K)
- Kuyper (P) / Kleine Luyden
- Schaepman (K)

- Geloof
- Mensen helpen elkaar
- Schoolstrijd
FEMINISTEN 
Vereniging voor Vrouwenkiesrecht 
- Alleta Jacobs
- Wilhelmina Drucker
- Gelijke rechten 
(Emancipatie)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

H1 Nederland (1848 tot 1914)
   §1.2 Samenleving en politiek

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Programma
1. Herhalingsvragen 1.2

2. Uitleg over paragraaf 1.2 

3. Quiz 

Slide 31 - Tekstslide

Herhalingsvragen
1. Wie zijn de 'confessionelen'?
2. Wie zijn de 'feministen'?
3. Welke belangrijke strijd voerde de 'confessionelen'?
4. Waar wordt tijdens de eerste feministische golf voor gestreden? (Geef 2 voorbeelden)
5. Welk woord past hier niet tussen, leg uit waarom:
SOCIALISTEN / VAKBONDEN / LIBERALE UNIE / SDAP

Slide 32 - Tekstslide

Quiz

Slide 33 - Tekstslide

Wat is socialist?
A
Streefden in de politiek naar meer gelijkheid.
B
Streefden in de politiek naar meer vrijheid.
C
Streefden naar religie in de politiek.
D
Waren vooral actief op Social media.

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de sociale kwestie?
A
Het probleem dat arbeiders niet mochten stemmen.
B
Het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders.
C
Het probleem dat er kinderen moesten werken.
D
Het probleem dat mensen niet sociaal deden tegen elkaar.

Slide 35 - Quizvraag

Confessionelen
A
Gelijkheid
B
Geloof
C
Vrijheid
D
Regels

Slide 36 - Quizvraag


Wat wilden de socialisten?
A
Zo min mogelijk bemoeienis van de overheid
B
Meer invloed van de kerk
C
Algemeen Kiesrecht
D
Meer invloed van de koning

Slide 37 - Quizvraag

Welke politieke stroming past bij de uitleg?
Uitleg
Politieke stroming
Politieke groep die vindt dat ieder mens zoveel mogelijk vrijheid moet hebben.
Politieke stroming die het verschil tussen arm en rijk wil verkleinen door sociale wetten.
Politieke groep waarbij mensen hun ideeën over politiek, onderwijs etc. baseren op hun godsdienst
Liberalen
Sociaaldemocraten
Confessionelen

Slide 38 - Sleepvraag

Wie heeft de spotprent gemaakt? Sleep de spotprent naar de juiste politieke stroming.
Liberalisme
Socialisme
Feminisme

Slide 39 - Sleepvraag

liberalisme
sociaaldemocraten
communisme
confessionalisme
Koppel de plaatjes aan de juiste politieke stroming

Slide 40 - Sleepvraag

In 1848 heeft Thorbecke de grondwet geschreven.

Thorbecke was :
A
Liberaal
B
Conservatief
C
Confessioneel
D
Socialist

Slide 41 - Quizvraag

Tijdens de Luxemburgse kwestie probeerde de koning:
A
Een geheime aanval te organiseren op Luxemburg
B
Via Luxemburg België terug te veroveren
C
Luxemburg te verkopen voor persoonlijk gewin
D
Belasting te heffen over het Luxemburgse volk

Slide 42 - Quizvraag

Wat is modern imperialisme?
A
Veel grond in Europa veroveren
B
Veel kolonies stichten in Zuid Amerika
C
Veel grond veroveren en besturen in Afrika en Azië
D
Veel handelen met kolonies

Slide 43 - Quizvraag

De ARP is een...
A
liberale partij
B
socialistische partij
C
protestante partij
D
katholieke partij

Slide 44 - Quizvraag

Wat is 'censuskiesrecht'?
A
Alleen rijke mannen en vrouwen hadden kiesrecht
B
Alleen de koning bepaalde wie mocht stemmen
C
Alleen de adel en kooplieden mochten stemmen
D
Alleen een groep rijke mannen had kiesrecht

Slide 45 - Quizvraag

De liberalen zijn voor meer..
A
Gelijkheid
B
Vrijheid
C
Gelovigen
D
Macht van de koning

Slide 46 - Quizvraag

Over welk verschijnsel
gaat de bron?
A
Sociale wetten
B
Sociale kwestie
C
Kinderarbeid
D
Armoede

Slide 47 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij?
A
Vakbonden
B
Arbeiders
C
Verbeteringen
D
Liberalen

Slide 48 - Quizvraag

Liberalen
Socialisten
Feministen
Stemrecht
SDAP
Liberale Unie
Verschillen arm/rijk verkleinen
Vrijheid
Aletta Jacobs
Thorbecke
Troelstra
Vrouwen emancipatie

Slide 49 - Sleepvraag

Gebruik de bron.
Over welk onderwerp
gaat de enquête van
de overheid?
A
Emancipatie
B
Sociale kwestie
C
Vakbonden
D
Recht op werk

Slide 50 - Quizvraag

Een beschrijving van een persoon:
Zij was een van de eerste vrouwen in Nederland die zich inzette voor
vrouwenkiesrecht. Zij richtte onder andere de Vrije Vrouwen Vereeniging
op en werkte samen met Aletta Jacobs in de Vereeniging voor
Vrouwenkiesrecht. In 1969 wordt de vrouwenbeweging ‘Dolle Mina’ naar
haar vernoemd.
--> Over wie gaat het in deze beschrijving?
A
Jacobs
B
Troelstra
C
Kaag
D
Drucker

Slide 51 - Quizvraag