4M - 1.2 - Samenleving en politiek

H1 Nederland (1848 tot 1914)
   §1.2 Samenleving en politiek
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H1 Nederland (1848 tot 1914)
   §1.2 Samenleving en politiek

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1. Terugblik op paragraaf 1.1

2. Uitleg over paragraaf 1.2 

3. Opdrachten maken uit het boek, paragraaf 1.2 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Je kan ontwikkelingen in de industriële samenleving in de 19e eeuw uitleggen

1) Woon- en werkomstandigheden
2) Sociale Kwestie
3) Modern imperialisme

Slide 3 - Tekstslide

Zet de kiesrechten in de juiste volgorde met de juiste uitleg erbij:
Censuskiesrecht
Algemeen mannenkiesrecht
Caoutchouc-artikel
Algemeen kiesrecht
1887: kiesrecht o.b.v. geschiktheid
1848: kiesrecht o.b.v. geld
1917: alle mannen mogen stemmen
1919: iedereen mag stemmen

Slide 4 - Sleepvraag

§1.2 Samenleving en politiek


  • Vanaf 1850 industrialisatie in Nederland

  • Grondstoffen vanuit koloniën
  • Landen wilden meer koloniën = Modern Imperialisme
  • --> Nederland verovert Indië 
  • --> Ook andere landen doen dit 




Slide 5 - Tekstslide

§1.2 Samenleving en politiek
Industrie en samenleving

  • industrialisatie --> verstedelijking --> sociale kwestie = 
  •  
  • De discussie over de slechte
     woon- en werkomstandigheden 
    van
     de arbeiders




Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

§1.2 Samenleving en politiek


  • 19e eeuw stijging participatie (deelname) in de politiek
  • --> mensen wilden emanciperen = stem laten horen en gelijke rechten hebben. 
  •  
      Er ontstaan politieke stromingen.






Slide 11 - Tekstslide

H1 Nederland (1848 tot 1914)
   §1.2 Samenleving en politiek

Slide 12 - Tekstslide

Programma
1. Herhalingsvragen 1.2

2. Uitleg over paragraaf 1.2 

3. Opdrachten maken uit het boek, paragraaf 1.2 

Slide 13 - Tekstslide

Herhalingsvragen
1. Leg in je eigen woorden uit wat het Modern Imperialisme was?
2. Wat heeft het Modern Imperialisme met de industrialisatie te maken?
3. Wat was de Sociale Kwestie?

Slide 14 - Tekstslide

H1 Nederland (1848 tot 1914)
   §1.2 Samenleving en politiek

Slide 15 - Tekstslide

Programma
1. Uitleg over paragraaf 1.2 (schema politieke stromingen)

2. Opdrachten maken uit het boek, paragraaf 1.2.

Slide 16 - Tekstslide

§1.2 Samenleving en politiek

  • Politieke stromingen = Groep mensen die dezelfde gedachte delen over de samenleving en politiek (ideologie = verzameling van ideeën)

  • - Liberalen
  • - Socialisten
  • - Feministen
  • - Confessionelen




Slide 17 - Tekstslide

§1.2 Samenleving en politiek

  • Liberalen:
  • --> Overheid moet de burger met rust laten
  • --> De burgers moeten problemen (zoals de sociale kwestie) onderling oplossing
  • -- > Vrijheid het belangrijkste 
      --> Vooral de rijke burgerij 
  • 1848: de nieuwe Grondwet
  • 1885: Liberale Unie








Slide 18 - Tekstslide

§1.2 Samenleving en politiek
Liberalen en socialisten

  • Socialisten:
  • --> Overheid moet ingrijpen
  • --> Verschil tussen arm en rijk moet minder worden
  • --> Populair bij arbeiders.
  • --> Eerst verandering d.m.v. revolutie
  • --> Later verandering via politiek
     
  • Richten 1894 SDAP op. Leider Pieter Jelles Troelstra
  • wilden algemeen mannenkiesrecht om snel grootste partij te worden




Slide 19 - Tekstslide

§1.2 Samenleving en politiek

  • Politieke stromingen = Groep mensen die dezelfde gedachte delen over de samenleving en politiek (ideologie)

  • - Socialisten ✓
  • - Liberalen ✓
  • - Confessionelen
  • - Feministen




Slide 20 - Tekstslide

§1.2 Samenleving en politiek
Confessionelen 

  • Confessie = geloofsleer 
  • --> de bijbel moet centraal staan. 
  • --> ARP (P) en de RKSP (K)
  • --> Abraham Kuyper (P) en Herman Schaepman (K)
  • Belangrijkste doel: 
  • --> de schoolstrijd oplossen


  •  





Slide 21 - Tekstslide

§1.2 Samenleving en politiek
Feministen

  • Rond 1900 - Eerste feministische golf:
  • --> hoofddoel: vrouwenkiesrecht (gelukt in 1919)
  • --> doorleren voor vrouwen
  • --> ouderlijk gezag
  • --> geen politieke partij! 





Slide 22 - Tekstslide

Partijen
Personen
Waarden
SOCIALISTEN
SDAP
- Pieter Jelles
Troelstra
- Gelijkheid 
- Actieve overheid
- Algemeen stemrecht
LIBERALEN
LIBERALE UNIE
- Thorbecke
- Vrijheid
- Passieve overheid
- Rijken bepalen
CONFESSIONELEN
ARP (P)
RKSP (K)
- Kuyper (P) / Kleine Luyden
- Schaepman (K)

- Geloof
- Schoolstrijd
FEMINISTEN 
Vereniging voor Vrouwenkiesrecht 
- Alleta Jacobs
- Wilhelmina Drucker
- Gelijke rechten 
(Emancipatie)
Politieke stromingen 19e eeuw

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Herhalingsvragen
1. Leg in je eigen woorden uit wat het Modern Imperialisme was?
2. Wat heeft het Modern Imperialisme met de industrialisatie te maken?
3. Wat was de Sociale Kwestie
4. Noem de 4 politieke stromingen uit de 19e eeuw. 
5. Waar kennen we Pieter Jelles Troelstra van? 

Slide 25 - Tekstslide

H1 Nederland (1848 tot 1914)
   §1.2 Samenleving en politiek

Slide 26 - Tekstslide

Programma
1. Herhalingsvragen 1.2

2. Uitleg over paragraaf 1.2 

3. Quiz 

Slide 27 - Tekstslide

Herhalingsvragen
1. Wie zijn de 'confessionelen'?
2. Wie zijn de 'feministen'?
3. Welke belangrijke strijd voerde de 'confessionelen'?
4. Waar wordt tijdens de eerste feministische golf voor gestreden? (Geef 2 voorbeelden)
5. Welk woord past hier niet tussen, leg uit waarom:
SOCIALISTEN / VAKBONDEN / LIBERALE UNIE / SDAP

Slide 28 - Tekstslide

§1.2 Samenleving en politiek
Van liefdadigheid naar sociale wetten
  • Samenwerking tussen verschillende politieke stromingen
  • Arbeiders afhankelijk van liefdadigheid, niet voldoende voor hen.

  • Oplossing sociale kwestie: sociale wetten
  • - 1854 Armenwet
  • - 1874 Kinderwetje van Van Houten
  • - 1901 Ongevallenwet, Leerplicht en Woningwet




Slide 29 - Tekstslide

Quiz

Slide 30 - Tekstslide

Geschreven door Thorbecke.
A
Grondwet van 1815
B
Grondwet van 1848

Slide 31 - Quizvraag

Wat is socialist?
A
Streefden in de politiek naar meer gelijkheid.
B
Streefden in de politiek naar meer vrijheid.
C
Streefden naar religie in de politiek.
D
Waren vooral actief op Social media.

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de sociale kwestie?
A
Het probleem dat arbeiders niet mochten stemmen.
B
Het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders.
C
Het probleem dat er kinderen moesten werken.
D
Het probleem dat mensen niet sociaal deden tegen elkaar.

Slide 33 - Quizvraag

Confessionelen
A
Gelijkheid
B
Geloof
C
Vrijheid
D
Regels

Slide 34 - Quizvraag


Wat wilden de socialisten?
A
Zo min mogelijk bemoeienis van de overheid
B
Meer invloed van de kerk
C
Algemeen Kiesrecht
D
Meer invloed van de koning

Slide 35 - Quizvraag

Welke politieke stroming past bij de uitleg?
Uitleg
Politieke stroming
Politieke groep die vindt dat ieder mens zoveel mogelijk vrijheid moet hebben.
Politieke stroming die het verschil tussen arm en rijk wil verkleinen door sociale wetten.
Politieke groep waarbij mensen hun ideeën over politiek, onderwijs etc. baseren op hun godsdienst
Liberalen
Socialisten
Confessionelen

Slide 36 - Sleepvraag

liberalisme
Socialisten
Feminisme
confessionalisme
Koppel de plaatjes aan de juiste politieke stroming

Slide 37 - Sleepvraag

In 1848 heeft Thorbecke de grondwet geschreven met klassieke grondrechten

Thorbecke was dus een:
A
Liberaal
B
Conservatief
C
Confessioneel
D
Socialist

Slide 38 - Quizvraag

Wat is modern imperialisme?
A
Veel grond in Europa veroveren
B
Veel kolonies stichten in Zuid Amerika
C
Veel grond veroveren en besturen in Afrika en Azië
D
Veel handelen met kolonies

Slide 39 - Quizvraag

De ARP is een...
A
liberale partij
B
socialistische partij
C
protestante partij
D
katholieke partij

Slide 40 - Quizvraag

Wat is 'censuskiesrecht'?
A
Alleen rijke mannen en vrouwen hadden kiesrecht
B
Alleen de koning bepaalde wie mocht stemmen
C
Alleen de adel en kooplieden mochten stemmen
D
Alleen een groep rijke mannen had kiesrecht

Slide 41 - Quizvraag

De liberalen zijn voor meer..
A
Gelijkheid
B
Vrijheid
C
Gelovigen
D
Macht van de koning

Slide 42 - Quizvraag

Liberalen
Socialisten
Feministen
Stemrecht
SDAP
Liberale Unie
Verschillen arm/rijk verkleinen
Vrijheid
Aletta Jacobs
Thorbecke
Troelstra
Vrouwen emancipatie

Slide 43 - Sleepvraag

Gebruik de bron.
Over welk onderwerp
gaat de enquête van
de overheid?
A
Emancipatie
B
Sociale kwestie
C
Vakbonden
D
Recht op werk

Slide 44 - Quizvraag

Een beschrijving van een persoon:
Zij was een van de eerste vrouwen in Nederland die zich inzette voor
vrouwenkiesrecht. Zij richtte onder andere de Vrije Vrouwen Vereeniging
op en werkte samen met Aletta Jacobs in de Vereeniging voor
Vrouwenkiesrecht. In 1969 wordt de vrouwenbeweging ‘Dolle Mina’ naar
haar vernoemd.
--> Over wie gaat het in deze beschrijving?
A
Jacobs
B
Troelstra
C
Kaag
D
Drucker

Slide 45 - Quizvraag