In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Nederlands - V2b
Slide 1 - Tekstslide
Lesprogramma
1. Lezen in eigen boek (15').
2. Huiswerk nakijken (15')
3. Herhaling verplichte en toevallige wederkerende voornaamwoorden + extra theorie (10')
3. Opdrachten: eerst samen, daarna in duo's (15')
LEERDOEL:
Je kan zinsdelen benoemen, ook bij wederkerende werkwoorden.
Slide 2 - Tekstslide
Huiswerk De Brug (p. 244-249)
Zoek de persoonsvorm
Zet streepjes tussen de zinsdelen
Zoek het onderwerp
Zoek het werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde
Zoek het lijdend voorwerp
Zoek het meewerkend voorwerp
Zoek de bijwoordelijke bepaling(en)
Slide 3 - Tekstslide
Wederkerend voornaamwoord (wed. vnw)
Bij wederkerende werkwoorden zie je het onderwerp wederkeren (terugkomen) in een wederkerend voornaamwoord. Het hangt dus van het onderwerp af welk wederkerend voornaamwoord je moet gebruiken.
Slide 4 - Tekstslide
Voorbeelden wed. vnw
Ik vergis me
Jij vergist je
Hij/zij/ze vergist zich
U vergist zich
Wij/we vergissen ons
Jullie vergissen je
Zij/ze vergissen zich
Slide 5 - Tekstslide
Verplicht wederkerend werkwoord
Sommige werkwoorden hebben altijd een wederkerend voornaamwoord bij zich =
verplicht wederkerend ww.
Trucje: je kan niet 'iemand anders' vergissen!
zich vergissen / zich aanstellen / zich voornemen
Ik vergis me / Hij stelt zich aan / Wij nemen onsvoor
Slide 6 - Tekstslide
Toevallig wederkerend werkwoord
Andere werkwoorden komen somsmet
een wederkerend voornaamwoord voor=
toevallig wederkerend ww.
zich wassen: Zij wast zich / Zij wast hem.
zich scheren: Hij scheert zich/ Hij scheert het schaap.
Slide 7 - Tekstslide
Toevallig of vast wederkerend voornaamwoord?
Ik was me iedere morgen met koud water om goed wakker te worden.
A
toevallig
B
vast
Slide 8 - Quizvraag
Toevallig of vast wederkerend voornaamwoord?
Zij heeft zich ontzettend geërgerd aan haar kleine zusje.
A
toevallig
B
vast
Slide 9 - Quizvraag
Toevallig of vast wederkerend voornaamwoord?
Ik heb me bezeerd aan het randje van een stukje karton.
A
toevallig
B
vast
Slide 10 - Quizvraag
Toevallig of vast wederkerend voornaamwoord?
Jullie herkennen je niet in het beeld dat geschetst wordt.
A
toevallig
B
vast
Slide 11 - Quizvraag
verplicht wed. vnw: hoort bij WG!
Ik heb me vergistin de berekening van de som
WG
Ikschaam me voor mijn flaporen.
WG
Slide 12 - Tekstslide
toevallig wed.vnw: wordt LV!
Ik heb me gewassen met een heerlijke douchegel.
LV
Heb je je met dat schilmesje in je vinger gesneden?