Subdomein B1: Kunst en religie, levensbeschouwing .De kandidaat kan aangeven met welke visies, doelen, middelen en inhouden de kunsten religieuze en/of levensbeschouwelijke uitgangspunten vertolken.
Subdomein B2: Kunst en esthetica
De kandidaat kan aangeven welke ideeën over schoonheid in kunst en kunstwaardering een rol spelen.
Subdomein B3: Kunstenaar en opdrachtgever; politieke en economische macht
De kandidaat kan aangeven welke invloed opdrachtgevers en politieke ideeën hebben op de rol en de inhoud van kunst en op de positie van de kunstenaar.
Subdomein B4: Kunst en vermaak .
De kandidaat kan aangeven hoe vorm en inhoud bepaald worden door de vermaaksfuncties van kunst in relatie tot het daarbij betrokken publiek.
Subdomein B5: Kunst, wetenschap en techniek 6.
De kandidaat kan aangeven hoe kunst en wetenschap/techniek op elkaar inwerken.
Subdomein B6: Kunst intercultureel .
De kandidaat kan aangeven hoe Westerse en niet-Westerse kunst en cultuur elkaar wederzijds beïnvloeden.