In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 2
2.1 t/m 2.4
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Uitleg 2.1 t/m 2.4
Zelfstandig werken
Opdrachten nakijken
Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Hoe klanten tegen een bedrijf aankijken, wordt voor een groot gedeelte bepaald door de manier waarop het personeel zich presenteert. Houd hier rekening mee als je jezelf presenteert. Let dus op je:
uiterlijke verzorging
houding
ademhaling
stemgebruik
publiek
Slide 3 - Tekstslide
Waar denk jij aan bij het woord representatief?
Slide 4 - Woordweb
Representatief
- Met je uiterlijk en houding het bedrijf goed vertegenwoordigen
Slide 5 - Tekstslide
Je kunt met een vrolijke gezichtsuitdrukking representatief overkomen. Wat zijn nog meer manieren om representatief over te komen?
Slide 6 - Open vraag
Een secretarieel medewerker moet representatief zijn. Wat betekent ‘representatief’?
A
Dat je aardig en klantvriendelijk bent
B
Dat je de omgangsregels die gelden in het bedrijf kunt toepassen.
C
Dat je het bedrijf en alle medewerkers goed kent.
D
Dat je met je uiterlijk en gedrag laat zien dat je bij het bedrijf hoort.
Slide 7 - Quizvraag
Hoe vertegenwoordig je het bedrijf?
- Kleding --> Passend bij het bedrijf
- Hygiëne --> verzorgd en netjes uit zien
Maar wat nog meer ?
Slide 8 - Tekstslide
Representatief is ook
- Stemgebruik
- Lichaamshouding
- Gebaren
- Mimiek = Gezichtsuitdrukkingen
Slide 9 - Tekstslide
Uiterlijke verzorging
'' Visitekaartje van het bedrijf ''
Slide 10 - Tekstslide
Persoonlijke verzorging
Waar moet je aan denken?
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Kleding en schoenen
Schoon en netjes.
- Passend bij je lichaam
- Passend bij het bedrijf
Slide 13 - Tekstslide
Bedrijfskleding
Redenen voor bedrijfskleding
- personeel is herkenbaar
- personeel ziet eruit zoals het bedrijf dit wenst
- veiligheid;
- hygiëne.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Houding en stemgebruik
Mimiek ( gezichtsuitdrukkingen )
- Klant, gast mag niets merken aan jouw mimiek dat je boos of verdrietig bent.
Stem
- Verstaanbaar en niet monotoon ( dezelfde toon)
Lichaamshouding:
- Geinteresseerd, open houding, rechtop
Slide 18 - Tekstslide
Je wilt de klant met een openhouding ontvangen. Kun je dit beter met een hoge of lage stem doen?