past simple

Welcome back!
But first...
8 minutes of reading + 2 minutes of taking notes (10 minutes total)

Zorg ervoor dat je woorden opschrijft die je niet begrijpt.

Schrijf na het lezen op wat er tot nu toe is gebeurd.

timer
10:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome back!
But first...
8 minutes of reading + 2 minutes of taking notes (10 minutes total)

Zorg ervoor dat je woorden opschrijft die je niet begrijpt.

Schrijf na het lezen op wat er tot nu toe is gebeurd.

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goals for today (Leerdoelen)
Grammar - Past simple

Ik kan de verleden tijd in het Engels gebruiken. Ik weet wanneer ik het moet gebruiken en hoe ik het moet vormen.

Ik kan spreken en schrijven in het Engels over wat in het verleden al gebeurd is. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let's speak! 

Past simple (verleden tijd) is about something that happened at a specific moment in the past and has ended.
yesterday, last week, last year, when I was a child... 


What did you do for your birthday last year? 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple
.

 Wanneer gebruik je de Past Simple?

- Hoe maak je de Past Simple?

- Hoe kan je de Past Simple herkennen?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple
PAST SIMPLE

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past simple
Als in het verleden iets gebeurt, gebruik je de past simple 
The past simple eindigt vaak op -ed. 
Bevestigend
Ontkennend
Vragend
I played
You played
He/she/it played
We played
They played
You played
I did not play
You did not play
He/she/it did not play
We did not play
They did not play
You did not play
Did I play?
Did you play?
Did he/she/it play?
Did we play?
Did they play?
Did you play?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: past simple
Past simple met to be.
+
-
?
I was there.
I wasn't there.
Was I there?
You were there.
You weren't there?
Were you there?
He / She / It was there.
He / She / It wasn't there.
Was he / she / it there?
We / You / They were there.
We / You / They weren't there.
Were we / you / they there?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Spelling Past Simple
Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:
I live - I lived
you move - you moved


In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:
I drop - I dropped
they plan - they planned

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Spelling Past Simple
Als een werkwoord eindigt op -y, dan komt er in de past simple een -ied achter:
I carry- I carried
you study- you studied

In de past simple komt er een -ed achter als er een klinker voor staat:
I play - I played

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onregelmatige werkwoorden
Onregelmatige werkwoorden hebben geen regelmatige uitgang. Bijvoorbeeld: go → went. 

Er zijn veel onregelmatige werkwoorden, dus het is belangrijk om ze te leren. (blz 209t/m 211)

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit hoe je onregelmatige werkwoorden vervoegt in de past simple.
Let's see how you go!
To give your answer to the questions, hold your fingers up!

A = 1 finger
B = 2 fingers
C = 3 fingers
D = 4 fingers

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple:

Wat zijn de signaalwoorden van de Past Simple?
A
Tomorrow, next week, in 2025,
B
Last month, yesterday, a month ago, in 2012
C
Today, now,

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple:

Wat is de regel van de past simple?
A
hele ww+ - ed
B
hele ww+-s
C
vorm van to be + hele ww+ -ing

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Put the following sentence in the past simple:
I ... (walk) to work yesterday
A
walked
B
walket
C
walks
D
walking

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoe ... (laugh) when she first saw that movie.
A
Laught
B
Laughs
C
laughed
D
laughing

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Micheal ..... (smile) when he heard the news yesterday.
A
smiling
B
smiled
C
smiles
D
smilt

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple:
to change
A
changed
B
changes
C
changing
D
changeed

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple:
to cycle
A
cycleed
B
cycleded
C
cycled
D
cycle

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple:
to play
A
play
B
playing
C
plays
D
played

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple:
to go
A
goed
B
goet
C
went
D
goes

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple:
to stay
A
staid
B
stayed
C
stayid
D
stayied

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple:
to believe
A
believeed
B
believes
C
believe
D
believed

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple:
to stop
A
stoped
B
stopied
C
stopped
D
stopd

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple:
to study
A
studyd
B
studyied
C
studyed
D
studied

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which question in the past simple is correct?
A
Did I tried to help her?
B
Tried I to help her?
C
Did I try to help her?

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which question in the past simple is correct?
A
Did you played tennis last year?
B
Did you play tennis last year?
C
Played you tennis last year?

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which question in the past simple is correct?
A
Did he talked to you?
B
Did he talk to you?
C
Talked he to you?

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which one is the correct question in past simple?
A
Walked you to school yesterday?
B
Did you walked to school yesterday?
C
Did you walk to school yesterday?

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Do you have any questions?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple
Wat?
Exercises 31, 32, 33 
(pages 48 t/m 50)
Hoe?
Je mag overleggen, maar houd het op praatniveau.
Ben je klaar?
Ga oefenen met de theme words 
(pages 70-71)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies