Inclusief taalgebruik AD DSH 9 jan 2025

lunch
11.45-13.15 uur
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkHBOStudiejaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

lunch
11.45-13.15 uur

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Professionalisering AD DSH 
Isabelle Smessaert en Gerda Gorter
9 januari 2025

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

introductie

Slide 3 - Tekstslide

Gerda: In deze landelijke bijeenkomsten pakken we af en toe een onderwerp vast. 
Vandaag is het thema professionalisering aan de beurt. We hebben binnen Kentalis leerroutes. Toch ervaren we nog problemen: soms van praktische aard (start niet op, afgerond maar komt niet op groen als dusdanig, etc.), soms ook inhoudelijk van aard (missen thema's, niet over oudere doelgroep, niet over ad, etc.). 
Vandaag gaan we hier met elkaar naar kijken. Welke inhoud is nodig, wat mist nog? Welke goede suggesties zijn er? Welk tijdpad is passend en welke vorm?

Binnen Kentalis hebben we inmiddels specialisme op doelgroep: wij hier DSH.

Wie is een ambulant begeleider die gespecialiseerd is in DSH? Wat kan een AD' er met specialisme DSH? Daarover gaan we het vandaag hebben.

Kaderen: We veranderen vandaag hier geen beleid, we willen wel graag ervaringen ophalen, goede ideeën inventariseren en elkaar inspireren. 

We hebben het over expertise. Over specialist AD DSH zijn. Nu zijn we benieuwd, wie vindt van zichzelf dat hij een specialist AD DSH is?

Ben jij een specialist AD DSH?
JA
MISSCHIEN
NEE

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

3. AD DSH

2. algemene kennis AD

1. startkennis
voor alle medewerkers Kentalis Onderwijs
(v)so en ad, TOS-CMD-DSH
voor alle AD'ers 
po-vo-mbo
voor alle AD'ers met specialisme DSH

Slide 5 - Tekstslide

Gerda: vandaag focus op 3

Sommige onderwerpen zijn zowel AD als DSH
groepsopdracht
groepsopdracht

Slide 6 - Tekstslide

Isabelle
groepsopdracht
  • in groepjes: 4 personen
  • duur: 15 (visie) + 30 min (specialisme)
  • 3 categorieen
1. kennis
2. vaardigheden
3. ervaringskennis

Slide 7 - Tekstslide

Isabelle
3 categorieen: probeer zo veel mogelijk onderwerpen/thema's te noteren

Sommige onderwerpen zijn zowel AD als DSH. Noteer maar. 


professionalisering
AD DSH

  • inhoud
  • tijdpad
  • vorm

Slide 8 - Tekstslide

Isabelle
de inhoud: het noteren van onderwerpen in de tabel. Huidige leerroute erbij houden.

het tijdpad: wat komt eerst, wat later? Markeer thema's

de vorm:  Geen geheim dat er een aantal obstakels zijn m.b.t. de vorm van de huidige professionalisering (leerroute).

In groepjes enkele vragen beantwoorden wat is nodig om het goed werkend te hebben? Welke eerste verbeterstap kunnen we nemen?

Veel plezier! Ik hoop dat er een verdiepend gesprek ontstaat met elkaar. We verzamelen graag jullie input en ideeen.
Inclusief taalgebruik 
Renate Deij en Isabelle Smessaert
9 januari 2025

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is inclusief taalgebruik?

intermenselijke verschillen
neutraal en respectvol benoemen

Slide 10 - Tekstslide

We hebben te maken met een heterogene doelgroep: de ene dove of slechthorende is de andere niet. 

Het is belangrijk om verschillen neutraal te benoemen, op een manier waarop de DSH persoon zich herkent.
doofstom

Slide 11 - Tekstslide

Dit woord kennen we allemaal. 

Wat roept dit woord bij je op?
doofstom

Slide 12 - Woordweb

Wat vinden jullie ervan? Lees enkele reacties op. 

Inhoudelijk klopt het niet: niet perse stom (stem niet gebruiken).
Vooral negatieve bijklank: stom = dom. 

De meeste DSH mensen omarmen deze term niet. Nog steeds veel in media, het roept reacties op van weerstand. 

Kentalis heeft dit woord al lang achter zich gelaten. Dit is een voorbeeld van hoe we evolueren met ons taalgebruik. 

Slide 13 - Tekstslide

En toch komen we de term doofstom nog tegen. Denk maar aan de media. 
Maar ook bij Kentalis: Het gebouw in de Theerestraat in Sint-Michielsgestel laat nog dit woord zien. 

kaderen in de tijdsgeest van dit gebouw.
Waarom inclusief taalgebruik?

  • impact van woorden is groot

  • empoweren + zodat DSH zich gehoord en gezien voelen

  • wij hebben een voorbeeldrol

Slide 14 - Tekstslide

impact: we kunnen met woorden uitsluiten of mensen naar beneden duwen, we kunnen ook mensen erbij laten horen, of tot hun recht laten komen. 

Het is niet op je tenen lopen, het is niet verbloemen of vermijden van onderwerpen, maar het gaat om AFSTEMMEN met DSH doelgroep. Luisteren naar wat de DSH leerling of gemeenschap zegt en taal hanteren zodat diegene zich herkent en zodat het verbondenheid creëert. 

Hoe gebruiken we inclusief taalgebruik?
  1.  Gebruik de correcte terminologie

Slide 15 - Tekstslide

het krioelt in de media van foutieve terminologie omtrent DSH

Niet gek dat scholen en leraren hier ook moeite mee hebben: ze zijn niet thuis in de terminologie, en krijgen ook andere input via sommige media binnen. 

Wij hebben een voorbeeldfunctie hierin. Wij kennen de correcte terminologie. Gebruik die actief. Corrigeer anderen impliciet (VAT methodiek). 
correcte terminologie
"doventolk"
"Doventolk"
"tolk voor doven"
"gebarentolk"
...

tolk Nederlandse Gebarentaal

Slide 16 - Tekstslide

Deze online opleider in Nederland (NHA) biedt deze cursus of opleiding aan. 

Waarom is doventolk niet correct? alsof je voor doven tolkt (en niet voor horenden) een tolk slaat neutraal de brug tussen twee talen. 
Het klinkt ook gek, negatief wellicht als je een bevolkingsgroep gebruikt: zoals bij turkentolk, chinezentolk, ...

We zien om ons heen veel mensen worstelen met termen of foutieve termen gebruiken. Wij hebben een voorbeeldrol hierin. 
Wat te doen als ...

impliciet corrigeren
of
expliciet vermelden

Slide 17 - Tekstslide

Deze kerstperiode verscheen dit, over het Glazen Huis.

Media zegt : doventolk

Als ze zelf aan het woord is zegt ze "muziektolk" , wat op zich een prima term is. 
Hoe gebruiken we inclusief taalgebruik?
  1.  Gebruik de correcte terminologie
  2.  Hanteer neutrale, respectvolle taal

Slide 18 - Tekstslide

soms gebaseerd op vooroordelen: denken dat slechthorende en dove mensen niet kunnen autorijden bijvoorbeeld
(moet je niet kunnen horen daarvoor?)


neutraal en respectvol
  • niet negatief

  • niet neerbuigend

  • niet hiërarchisch of normatief



"Ze is gebaarafhankelijk."  
"Wat kan jij goed spreken!" 
"Jij kan de lessen toch gewoon volgen, zonder tolk?"

Slide 19 - Tekstslide

Afhankelijk van gebaren. Afhankelijk zijn staat niet sterk of empowerend. Het lijkt alsof je dan maar aan gebaren moet. We zeggen nooit gesprokentaalafhankelijk. 

we willen geen taalpolitie zijn, wel stimuleren om na te denken.

Niet neerbuigend naar die persoon. Ook niet naar anderen: jij kan beter spreken dan andere dove mensen.

slechthorenden niet beter dan doven of omgekeerd
Hoe gebruiken we inclusief taalgebruik?
  1.  Gebruik de correcte terminologie
  2.  Hanteer neutrale, respectvolle taal
  3.  Stem af met de DSH persoon in kwestie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stem af met de DSH persoon in kwestie

Beschikking (uit 2023):
"Stef is doof, heeft 2 CI's en is slechthorend functionerend. (...)"

Stefs reactie: "Wat is slechthorend functionerend? Bedoelen ze dat ik dan beter ben dan andere doven? Of vinden jullie mij niet echt doof? Ik ben gewoon doof! Ik wil dat 'slechthorend functionerend' weg."

Slide 21 - Tekstslide

Lien was niet blij. Zij noemt zichzelf doof. 
Ze vroeg: wat is slechthorend functionerend? Ben ik dan niet echt doof?

Link naar presentatie deze ochtend over DSH vs D/SH. We wringen ons soms in moeilijke bochten. 

Zeggenschap = bij de DSH gemeenschap, bij DSH personen in kwestie.

Wel evolueert taal en zal je zien dat ouders soms ook evolueren in termen die ze hanteren. Sensitief zijn is het toverwoord. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Heb jij ondertiteling nodig?
Je hoort toch best goed!"
A
B
C

Slide 23 - Quizvraag

C
Veronderstellen dat iemand te goed is voor een hulpmiddel.
"Volgende keer doen we dit gesprek zonder tolk. De maatschappij is ook horend, dus..."
A
B
C

Slide 24 - Quizvraag

Normaliserend
"Je kan beter alleen maar
Nederlands met hem spreken."
A
B
C

Slide 25 - Quizvraag

B en C

In sommige situaties kan het misschien. Maar vaak impliceert het dat de ene taal beter is dan de andere. 
"Frida voldoet
op basis van slechthorendheid
aan de doelgroepbepaling."
A
B
C

Slide 26 - Quizvraag

goed
"Kasper moet nog
leren communiceren
met zijn horende klasgenoten."
A
B
C

Slide 27 - Quizvraag

B en C
Misschien moet hij dat nog leren. En is dat feitelijk waar. 
Maar misschien zouden de horende klasgenoten ook iets kunnen leren. Als we voornamelijk 1 kant belichten, dan impliceert het dat de groep de norm is en deze leerling flink afwijkt. 
"Jij bent doof, maar jij hebt een horende partner?
Zo, wat goed!"
A
B
C

Slide 28 - Quizvraag

C
betuttelend
"Waarom gebaar jij?
Je praat toch duidelijk?"
A
B
C

Slide 29 - Quizvraag

C
taalrepertoire: goed kunnen praten en goed kunnen gebaren kan naast elkaar bestaan.
Het is geen of of. En het is niet dat het ene beter is dan het andere. Daarin is het belangrijk om de talen neutraal te benoemen. 
"Weet je al welke opleiding je wil doen? Welk beroep is realistisch
voor jou als DSH?"
A
B
C

Slide 30 - Quizvraag

B en C
Soms is het goed om te kijken welke opleiding haalbaar is, als je bijvoorbeeld niet goed bent in vreemde talen (opleiding toerisme). 
Maar "voor jou als DSH" betekent misschien ook dat je andere verwachtingen hebt. We zien DSH studenten in allerlei opleidingen. Het is goed om open te kijken naar kwaliteiten, om verwachtingen hoog te houden. 
"Heb jij een tolk nodig
voor ons gesprek?"
A
B
C

Slide 31 - Quizvraag

B en C
Waarom heeft diegene het nodig? 
Misschien heeft het ook te maken met de taalvaardigheid van de vraagsteller, dat er een tolk ingezet wordt. 
"Willen we een tolk inzetten
bij ons gesprek?"
A
B
C

Slide 32 - Quizvraag

A goed
"De doventaal is een rijke taal met een eigen grammatica en een gebarenschat."
A
B
C

Slide 33 - Quizvraag

C
doventaal = foute terminologie
Nederlandse Gebarentaal (2 hoofdletters)
"Nour is meertalig. Ze is doof aan haar linkeroor en rechts ernstig slechthorend. Tevens is er sprake van ernstige visusproblemen."
A
B
C

Slide 34 - Quizvraag

B en C

Deze student wat niet blij met 2 keer het woord 'ernstig' en 'problemen'. Terwijl haar beeld over zichzelf eerder was dat ze 5 talen kon, maar wat betreft het Nederlands nog veel te leren had. 

Ze vroeg: is doof nou beter dan ernstig slechthorend? Want ik ben niet ernstig doof links? (typisch NT2 vraag)
"Dat gewapper van de dove leerlingen leidt de andere leerlingen af.
A
B
C

Slide 35 - Quizvraag

C
gewapper klinkt soms negatief 
(kan ook lieflijk bedoeld, en soms zeggen dove mensen dat zelf)
Minder geschikt als cluster 2 medewerker.
"Max gaat alleen om met dove en slechthorende leeftijdsgenoten."
A
B
C

Slide 36 - Quizvraag

A en B

Het is een goede zin. Kan feitelijk zo zijn.

Afhankelijk van de context kan het voelen alsof er toch een oordeel aan verbonden is. 
"Roos is gebarentalig. Ze groeide op met NGT als thuistaal in een doof gezin.
A
B
C

Slide 37 - Quizvraag

A
gebarentalig is net zoals Nederlandstalig een goede term

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ook meedoen?


Wie?

Slide 39 - Tekstslide

Welke AD'er wil ook mee voorbereiden ?

Neem contact op met Gerda of Wilco. 
Wil je meer weten: vraag aan Renate of Isabelle. 
plenaire terugkoppeling

Slide 40 - Tekstslide

Alle deelnemers komen op dit rad te staan.
Hoe ging het? Welke thema's gingen vlot? Wat was lastig?
vandaag was ...

Slide 41 - Woordweb

woordwolk
hoe heb je vandaag ervaren?

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies