De verspreiding van het christendom (tijd van monniken en ridders)
Wat zorgde voor de verspreiding? Monniken die overtuigd waren van hun geloof en het overal wilden verspreiden. Voorbeeld: Willibrord. Vorsten die het christendom omarmden omdat ze er belang bij hadden. Voorbeeld: Clovis. Bedenk waarom hij er belang bij had. Bedenk ook dat mensen echt geloofden in hun godsdienst: wie God achter zich had kon niet verliezen…En hij had steun van zijn medechristenen en van de bestuurders van de Kerk.
Combinatie van die twee: de vorst steunt de kerk, wie wat te halen heeft wordt christen, de kerk wordt rijker (schenkingen) en machtiger, vorsten (Karel de Grote) zetten de kerk in om het bestuur te verbeteren, een uitgesproken win-winsituatie (behalve voor wie geen christen wou worden natuurlijk)