Possessive pronouns

Today:
- Check homework, exercise 1c page 28, together. 
- Possessive pronouns vs subject pronouns
- Workbook

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Today:
- Check homework, exercise 1c page 28, together. 
- Possessive pronouns vs subject pronouns
- Workbook

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework check
Exercise 1c page 28

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Possessive pronouns

Slide 3 - Tekstslide

we hebben het natuurlijk gehad over subject pronouns, persoonlijke voornaamwoorden. Waar verwijst dit ook alweer naar? Mensen, groepen mensen, zonder ze bij hun naam te noemen. Dus bijvoorbeeld niet Appie goes to the supermarket, maar he goes to the supermarket. 

Wie weet wat possessive pronouns zijn? Bezittelijke voornaamwoorden. Dit geeft dus aan van wie iets is. Als 'leerling' wil zeggen: dit is mijn tas. Dan zegt 'leerling': it is my bag. 


Bezittelijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden = possessive pronouns

Je gebruikt ze om aan te geven van wie iets is. 
Het woord zegt het al: bezit!

Voorbeeld:
She is my best friend = Ze is mijn beste vriendin


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezittelijke voornaamwoorden 
my = mijn                                  He is my friend
your = jouw                              He is your friend (enkelvoud)
his = zijn                                    He is his friend
her = haar                                 He is her friend
its = zijn/haar                          He is its friend/Every bird likes its own nest
our = onze                                 He is our friend
your = jullie                               He is your friend (meervoud)
their = hun                                 He is their friend 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let's practise!
Er volgen nu wat meerkeuzevragen. 
Kies het juiste antwoord. 

Ga naar LessonUp.com en log in met je eigen naam.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

This is Chris.
He is ..... nephew (onze)
A
their
B
of yours
C
of mine
D
our

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sheila loves to stay over at ........ (mijn) place
A
of my
B
mine
C
my
D
of mine

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..... (Haar) brother passed his driver's exam yesterday.
A
his
B
her
C
of her
D
of his

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gretha, is this ........ (jouw) book?
A
your
B
yours
C
their
D
our

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I found it on ........ (hun) couch.
A
her
B
his
C
their
D
your

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

It is not ...... (jouw) book.
A
mine
B
my
C
your
D
their

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Go practise by yourself!
1. Read the grammar from exercise 4a page 31
2. Do exercise 4b 
You can help your neighbour quietly!
3. Finished? Do exercise 1 and 2 = will be homework if it's not finished this lesson page 33 en 34

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies