Dagbesteding - periode 4 - les 1 Hoofdstuk 5

Dagbesteding - periode 4 - les 3


Hoofdstuk 5 
Een indeling van dagbesteding
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DagbestedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Dagbesteding - periode 4 - les 3


Hoofdstuk 5 
Een indeling van dagbesteding

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen les 3
Aan het einde van deze les weet je:

- Wat passende dagbesteding inhoudt
- Welke categorieën van activiteiten er zijn
- welke rol de mantelzorger en vrijwilliger heeft

TUSSENDOOR QUIZVRAGEN

OPDRACHT IN SUBGROEPJES 

EINDE LES TIJD VOOR ZELFSTANDIG WERKEN 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is (de definitie van) dagbesteding?

Slide 3 - Open vraag

Inleiding
Dagbesteding op drie gebieden: 
  • School --> Ontwikkelingsgerichte activiteiten
  • Vrije tijd --> Belevingsgerichte activiteiten
  • Werk --> Arbeidsgerichte activiteiten




Werkveld is breed. Doelgroep gevarieerd. 
  • Varieert in leeftijd, niveau, achtergrond, interesses, mogelijkheden en hulpvraag.

Slide 4 - Tekstslide

Passende dagbesteding
Passende dagbesteding is de afstemming tussen datgene wat de cliënt nodig heeft in combinatie met zijn/ haar wensen (vraag) en de randvoorwaarden en kenmerken waaraan het activiteitenprogramma voldoet (aanbod) 



Slide 5 - Tekstslide

Op welke DRIE gebieden is dagbesteding gericht?

Slide 6 - Open vraag

Begeleidingsbehoefte
Wat is er zoal belangrijk? 

  • Ontwikkelmogelijkheden 
  • Structuur 
  • Nabijheid van begeleiding
  • Benadering
  • Verzorgend / Verpleegtechnisch handelen (benadering van acuut handelen)

Slide 7 - Tekstslide

Ontwikkelingsmogelijkheden
  • Dagbesteding kan specifiek ondersteunend zijn voor de ontwikkeling
  • Oefenen van vaardigheden bv. op sociaal gebied en/of op het gebied van arbeid
  • Ook behouden vaardigheden of voorkomen achteruitgang

    De ontwikkelingsmogelijkheden van de cliënt zijn bepalend voor de vorm van passende dagbesteding. 

Slide 8 - Tekstslide

Structuur
WAT HEEFT DE DOELGROEP/CLIENT NODIG?

- vaste werkplek en medewerkers
- herkenbare werkzaamheden 
- prikkelarme omgeving
- veiligheid 
- voorspelbaarheid

Slide 9 - Tekstslide

Nabijheid van begeleiding
WAT HEEFT DE DOELGROEP/ CLIENT NODIG?
  • Mate van aanwezigheid = aandachtspunt
  • Zelfstandig grote en/of kleine problemen oplossen minder nabijheid nodig

Slide 10 - Tekstslide

Benadering
WAT HEEFT DE DOELGROEP/ CLIENT NODIG?

  • Afstemmen van het tempo en ritme van activiteiten
  • Extra instructies
  • Aangepaste gebruikersinformatie van apparatuur. 


Slide 11 - Tekstslide

Specifiek verzorgend en verpleegtechnisch handelen
WAT HEEFT DE DOELGROEP/ CLIENT NODIG?

  • Lichamelijke beperkingen kunnen een specifieke verzorging vragen
  • Denk aan: verschonen bij incontinentie, extra rustmomenten, speciale zorg voor voeding en wondverzorging. 

Slide 12 - Tekstslide

Acuut handelen
Als MZ'er moet je acuut kunnen handelen als de zorgbehoefte van een cliënt risico's met zich mee kunnen brengen.

  • Epileptische aanval
  • Zelfbeschadiging
  • Agressie aanvallen

Slide 13 - Tekstslide

Waar denk je aan wat betreft de omgeving als het gaat om passende dagbesteding?

Slide 14 - Open vraag

Omgeving
Mate van open versus geslotenheid
Cliënten zoeken zekere bescherming
5 variaties:
  1. open
  2. beschut
  3. beschermend
  4. besloten 
  5. gesloten
De mate van openheid heeft vooral betrekking op de manier waarop cliënten kunnen omgaan met onverwachte veranderingen. 

geografische ligging:
stedelijke / landelijke vorm kunnen van invloed zijn. Denk aan de drukte / ritme / prikkels / verleidingen van de dynamiek.

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn leeftijdsspecifieke of groep specifieke kenmerken?
OF geef een voorbeeld?

Slide 16 - Open vraag

Groep
Leeftijdsspecifieke kenmerken
  • Kinderen / jongeren ligt het accent op scholing/ ontwikkeling
  • Voor ouderen ligt het tempo qua dagbesteding lager/ behoud vaardigheden/ voorkomen achteruitgang 



Groepsspecifieke kenmerken
  • Soms is een groep belangrijker dan de activiteiten voor cliënten
  • Samenstelling moet aansluiten bij de individuele deelnemer


Slide 17 - Tekstslide

Activiteiten, middelen, materialen
Elke activiteit, middel of materiaal is uniek door betekenis en eigenschap. Dit heeft de appelwaarde. 

Een appelwaarde is de uitnodiging die iemand ervaart bij een:
- activiteit
- middel of materiaal
- aantrekkelijkheid en uitdaging die het los maakt 

Slide 18 - Tekstslide

3 soorten appelwaarden
- Sensopatisch appel > hoe voel het? (materiaal)

- Dimensioneel appel > Hoe beleef je het? (ruimte en opties)

- Thematisch appel > Wat je ervaart (persoonlijke betekenis) 

Slide 19 - Tekstslide

Middelen
Je wilt dat iemand op een zinvolle manier zijn dag doorbrengt.

De weg waarlangs je dat doel wilt bereiken, is je MIDDEL.

MIDDEL = MEDIUM 

Slide 20 - Tekstslide

Noem alle soorten media die inzetbaar zijn voor activiteiten

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Samenwerken met mantelzorgers en vrijwilligers
Veel mogelijk om je cliënt te ondersteunen

Vrijwilliger krijgt geen salaris blijft bij: 'liefdewerk-oud-papier'
Kent veel voordelen net zoals een medewerker:
  • Sociale contacten;
  • een zekere mate van verwantwoordelijkheid;
  • werkervaring;
  • zinvolle tijdsbesteding.

Zijn een vertrouwd beeld binnen de maatschappelijke zorg. Bedrijfsvoering is mede afgestemd op de inzet van vrijwilligers. Ze zijn onmisbaar en wenselijk. Ze zijn nodig om de intensieve en vaak individuele zorg op een aanvaardbaar peil te houden. 

Slide 23 - Tekstslide

Samenwerken met mantelzorgers en vrijwilligers
Werving van vrijwilligers:
  • Werven in het sociale netwerk van de cliënt;
  • Werven in de buurt;
  • Werven via publiciteit;
  • Vrijwilligerswerk als onderdeel van een opleiding;
  • Werven via de vrijwilligersvacaturebank.

Ondersteuning van de vrijwilliger:
  • Hoe werk een rol-stol?
  • Hoe ga ik een trottoir op en af 'zonder dat ik mijn rug blesseer, of zonder dat Piet uit de rolstoel valt?

Meer voorbeelden op blz. 104 in je theorieboek

Slide 24 - Tekstslide

Waardeer de vrijwilliger!
Vergeet de vrijwilliger niet om ze af en toe een vorm van waardering te laten blijken!

Enkele vormen van waardering:
  • Nieuwjaarskaart van de instelling;
  • bij artikelen in de krant de inzet van vrijwilligers benoemen;
  • Kies de vrijwilliger van het jaar voor je instelling;

Slide 25 - Tekstslide

Mantelzorgers
Vrijwilligers die een taak op zich hebben genomen vanuit betrokkenheid, vanuit een relatie, of gewoon van de nood een deugd maken = mantelzorger

Vrijwilligers hebben een keus maar mantelzorgers vaak niet;
Cliënt is een broer, zus, vader, moeder, echtgenoot of kind;
Noodgedwongen hulpverlener geworden;
Komen emoties bij kijken;
Balanceren op de grens;
Opofferingen;

Slide 26 - Tekstslide

Einde les
Werk aan je activiteitenplan 

Volgende week verdieping dagbesteding specifieke doelgroep.

Slide 27 - Tekstslide