Methodiek Dagbesteding - een indeling van dagbesteding

Methodiek Dagbesteding - les 5



Een indeling van dagbesteding
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DagbestedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Methodiek Dagbesteding - les 5



Een indeling van dagbesteding

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Leerdoelen:

Aan het einde van de les weet je wat passende dagbesteding inhoudt.
Aan het einde van de les weet je welke rol een mantelzorger en een vrijwilliger hebben m.b.t. dagbesteding.
 

Slide 2 - Tekstslide

Inleiding
  • School --> ontwikkelingsgerichte activiteiten
  • Vrije tijd --> Belevingsgerichte activiteiten
  • Werk --> arbeidsgerichte activiteiten

Werkveld is breed. Varieert in leeftijd, achtergrond en hulpvraag. Binnen het werkveld van een MZ'er zijn er veel verschillende mensen met ieder hun eigen hulpvragen, wensen en zoveel verschillende mogelijkheden aan dagbesteding. 

Slide 3 - Tekstslide

Passende dagbesteding
Passende dagbesteding is de afstemming tussen datgene wat de cliënt nodig heeft in combinatie met zijn/ haar wensen (vraag) en de randvoorwaarden en kenmerken waaraan het activiteitenprogramma voldoet (aanbod) 



Slide 4 - Tekstslide

Begeleidingsbehoefte
  • Ontwikkelingsmogelijkheden
  • Structuur
  • Nabijheid van begeleiding
  • Verzorgend
  • Verpleegtechnisch handelen (benadering van acuut handelen)

Slide 5 - Tekstslide

Ontwikkelingsmogelijkheden
  • Specifiek ondersteunend zijn voor de ontwikkeling
  • Oefenen van vaardigheden op sociaal gebied en/of op het gebied van arbeid

    De ontwikkelingsmogelijkheden van de cliënt zijn bepalend voor de vorm van passende dagbesteding. Intelligentie is daarbij ook van invloed.  
  • Denk in mogelijkheden, niet in beperkingen

Slide 6 - Tekstslide

Nabijheid van begeleiding
  • Mate van aanwezigheid
  • Zelfstandig grote en/of kleine problemen oplossen minder nabijheid nodig

Slide 7 - Tekstslide

Specifiek verzorgend en verpleegtechnisch handelen
  • Lichamelijke beperkingen kunnen een specifieke verzorging vragen

  • Denk aan: verschonen bij incontinentie, extra rustmomenten, speciale zorg voor voeding en wondverzorging. 

Slide 8 - Tekstslide

Benadering
  • Afstemmen van het tempo en ritme van activiteiten
  • Extra instructies
  • Aangepaste gebruikersinformatie van apparatuur. 


Slide 9 - Tekstslide

Acuut handelen
Als MZ'er moet je acuut kunnen handelen als de zorgbehoefte van een cliënt risico's met zich mee kunnen brengen.

  • Epileptische aanval
  • Zelfbeschadiging
  • Agressie aanvallen

Slide 10 - Tekstslide

Waar denk je aan wat betreft de omgeving als het gaat om passende dagbesteding?

Slide 11 - Open vraag

Omgeving
Mate van open versus geslotenheid
Cliënten zoeken zekere bescherming
5 variaties:
  1. open
  2. beschut
  3. beschermend
  4. besloten 
  5. gesloten
De mate van openheid heeft vooral betrekking op de manier waarop cliënten kunnen omgaan met onverwachte veranderingen. 

geografische ligging:
stedelijke / landelijke vorm kunnen van invloed zijn. Denk aan de drukte / ritme / prikkels / verleidingen van de dynamiek.

Slide 12 - Tekstslide

Groep
Leeftijdsspecifieke kenmerken
  • Kinderen / jongeren ligt het accent op scholing
  • Voor ouderen ligt het tempo qua dagbesteding lager

Groepsspecifieke kenmerken
  • Soms is een groep belangrijker dan de activiteiten voor cliënten
  • Samenstelling moet aansluiten bij de individuele deelnemer

Storend gedrag
  • Als de samenstelling niet juist is kan dit voor en door iedereen leiden tot storend gedrag

Slide 13 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van storend gedrag.

Slide 14 - Open vraag

Samenwerken met mantelzorgers en vrijwilligers
Veel mogelijk om je cliënt te ondersteunen

vrijwilliger krijgt geen salaris blijft bij: 'liefdewerk-oud-papier'
Kent veel voordelen net zoals een medewerker:
  • Sociale contacten;
  • een zekere mate van verantwoordelijkheid;
  • werkervaring;
  • zinvolle tijdsbesteding.

Zijn een vertrouwd beeld binnen de maatschappelijke zorg. Bedrijfsvoering is mede afgestemd op de inzet van vrijwilligers. Ze zijn onmisbaar en wenselijk. Ze zijn nodig om de intensieve en vaak individuele zorg op een aanvaardbaar peil te houden. 

Slide 15 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een taak van een mantelzorger en een vrijwilliger

Slide 16 - Open vraag

Samenwerken met mantelzorgers en vrijwilligers
Werving van vrijwilligers:
  • Werven in het sociale netwerk van de cliënt;
  • Werven in de buurt;
  • Werven via publiciteit;
  • Vrijwilligerswerk als onderdeel van een opleiding;
  • Werven via de vrijwilligersvacaturebank.

Ondersteuning van de vrijwilliger:
  • Hoe werk een rol-stol?
  • Hoe ga ik een trottoir op en af 'zonder dat ik mijn rug blesseer, of zonder dat Piet uit de rolstoel valt?

Meer voorbeelden op blz. 104 in je theorieboek

Slide 17 - Tekstslide

Waardeer de vrijwilliger!
Vergeet de vrijwilliger niet om ze af en toe een vorm van waardering te laten blijken!

Enkele vormen van waardering:
  • Nieuwjaarskaart van de instelling;
  • bij artikelen in de krant de inzet van vrijwilligers benoemen;
  • Kies de vrijwilliger van het jaar voor je instelling;
  • organiseer een klein presentje, bijvoorbeeld een chocoladeletter met Sinterklaas

Slide 18 - Tekstslide

Mantelzorgers
Vrijwilligers die een taak op zich hebben genomen vanuit betrokkenheid, vanuit een relatie, of gewoon van de nood een deugd maken = mantelzorger

Vrijwilligers hebben een keus maar mantelzorgers vaak niet;
Cliënt is een broer, zus, vader, moeder, echtgenoot of kind;
Noodgedwongen hulpverlener geworden;
Komen emoties bij kijken;
Balanceren op de grens;
Opofferingen;

Slide 19 - Tekstslide

Vervangende zorg of respijtzorg
Respijtzorg betekent dat je de mantelzorgers de mogelijkheid geeft even hun zorgtaken tijdelijk aan een ander, in dit geval aan jou, over te dragen. 

Kent vele vormen:
  • Opvang zoals buitenopvang;
  • Bij de zorgvrager thuiskomen;
  • Uitgevoerd worden door beroepskracht of vrijwilliger;
  • Kan incidenteel zijn of structureel;
  • Kan gaan om een gezamenlijke vakantie van de mantelzorger en de zorgvrager waarbij de zorg wordt overgenomen door een zorgprofessional. 

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdracht: Participatie

Als je kijkt naar de verschillende soorten participaties. Welke soort participatie(s) zou jij willen stimuleren in jullie dagbesteding? Vertel ook waarom en hoe je deze zou kunnen toepassen in de activiteiten.

Opdracht: Emancipatie
Emancipatie betekent zoveel als opkomen voor jezelf.
Hoe kom jij op voor jezelf en hoe emanciperen jullie in jullie dagbesteding? Beschrijf daarnaast hoe jullie dat doen tijdens het begeleiden van jullie cliënten.




Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdracht: Doelgroep en kenmerken





Welke doelgroep hebben jullie gekozen voor jullie dagbesteding. Geef ook aan waarom je voor deze doelgroep hebt gekozen en wat maakt dat je niet hebt gekozen voor de andere doelgroepen.
  • Beschrijf bij deze doelgroep welke kenmerken erbij horen?
  • Welke behoeften deze doelgroep heeft?
  • Welke benadering je gebruikt?
  • Wat voor activiteiten bied je aan bij deze doelgroep?
 




Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag!

Opdracht: Inrichting van het gebouw/omgeving
Hoe gaat jullie inrichting van de dagbesteding zijn?
Maak een plattegrond of maquette (of gebruik je eigen idee) van jullie dagbesteding. Denk daarbij ook aan de volgende vragen. Welke kleuren gaan jullie gebruiken? Wat voor meubels gaan jullie gebruiken? Leg daarnaast ook de gemaakte keuzes uit.

Opdracht: Structuur
Hoe gaan jullie jezelf en de cliënten structuur bieden op jullie dagbesteding? Wat voor regels stellen jullie op bij jullie dagbesteding?





Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
Kijk  van het volgende filmpje de eerste 10 minuten (zie ook opdrachten in Teams)
Lees Thieme: 2.5

Slide 24 - Tekstslide