Welzijn, Kind en Jongeren PM 1, LJ 3

Welzijn, Kind en Jongeren PM 1, LJ 3

Formatieve toets lesstof boekje 1, 2 en 3
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welzijn, Kind en Jongeren PM 1, LJ 3

Formatieve toets lesstof boekje 1, 2 en 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOELEN

Aan het eind van deze les heb je voor jezelf inzichtelijk welke lesstof je wel en/of juist nog niet beheerst ten aanzien van de lesstof van het vak Welzijn, Kind en Jongeren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderwerpen heb je het meest onthouden vanuit de lessen WZKJ?
Noem er minimaal 3

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

HET VAK KIND, WELZIJN EN JONGERE IS EEN PROFIELMODULE?
JA
NEE
GEEN IDEE

Slide 4 - Poll

Het vak WZKJ is een keuzevak en geen profielmodule.
De puber bevindt zich in de volgende levensfase
A
6-12 jaar
B
18-25 jaar
C
10-18 jaar
D
12-18 jaar

Slide 5 - Quizvraag

De puber bevindt zich in de levensfase van 10-18 jaar.
Welk onderstaand antwoord valt onder de grove motoriek van kinderen?
A
Pakken van een speelgoedje
B
Indrukken van een knopje
C
Swipen over het scherm van je telefoon
D
Zwaaien

Slide 6 - Quizvraag

Onder de grove motoriek vallen de volgende grote gebaren:
- zwaaien
- bukken
- duiken
- fietsen
- traplopen
Antwoord D is dus goed. Antwoord A, B en C behoren tot de gebaren van de fijne motoriek
WAT ZIJN GENETISCHE FACTOREN DIE BEPALEND ZIJN VOOR DE ONTWIKKELING VAN EEN KIND
A
eigenschappen die je aanleert vanuit de omgeving
B
eigenschappen die je geërfd hebt van je ouders
C
eigenschappen die je aanleert op school
D
eigenschappen die je aanleert door te onderzoeken

Slide 7 - Quizvraag

Genetische factoren zijn factoren die je geërfd hebt van je ouders. Deze factoren zijn ook bepalend voor de ontwikkeling van het kind.
Antwoord B is dus goed.
WAT HOUDT DE EENKENNIGSHEIDSFASE VAN DE BABY IN

Slide 8 - Open vraag

De eenkennigheidsfase van de baby houdt in dat de baby alleen bij de mensen wil zijn die hij vertrouwt en vaak ziet. Bijv. zijn papa en mama. Vaak begint de baby te huilen als deze personen niet meer in de buurt zijn.
DE BOTTEN VAN EEN KLEUTER GROEIEN HARD. DIT KAN PIJNLIJK ZIJN. HOE WORDT DEZE PIJN GENOEMD?
A
Spurtpijn
B
Bottenpijn
C
Skeletpijn
D
Groeipijn

Slide 9 - Quizvraag

Een kleuter groeit ongeveer 6 centimeter per jaar. De botten van een kleuter groeien hard in deze fase en de spieren daaromheen rekken mee. Dit kan pijnlijk zijn. Deze pijn wordt 'groeipijn' genoemd.
Antwoord D is dus goed.
WELKE SIGNALEN KAN EEN BABY GEVEN ALS HIJ HONGER HEEFT?

Slide 10 - Woordweb

Als de baby honger heeft kan hij verschillende signalen afgeven zoals:
- smakkende geluidjes maken
- tong uitsteken
- op de hand sabbelen
- onrustig gedrag
- hapbewegingen met de mond

BERG OP DE HOOFDHUID VAN DE BABY IS EEN HUIDAANDOENING DIE VAAK VOORKOMT BIJ BABY'S
WAAR
NIET WAAR
GEEN IDEE

Slide 11 - Poll

Berg is een huidaandoening die vaak voorkomt op de hoofdhuid van de baby. Als de hoofdhuid goed verzorgd wordt kan de berg weer verdwijnen.
BIJ DEZE OPVOEDINGSSTIJL MAG HET KIND ALLES ZELF BEPALEN WAT ER GEBEURT, HET WORDT HELEMAAL VRIJGELATEN (LAAT MAAR GAAN - LAISSES-FAIRE)
OVER WELKE OPVOEDINGSSTIJL HEBBEN WE HET DAN?
A
Autoritaire opvoeding
B
Demonstratieve opvoeding
C
Antiautoritaire opvoeding
D
Democratische opvoeding

Slide 12 - Quizvraag

Bij de antiautoritaire opvoeding mag het kind zelf bepalen wat er gebeurt, het wordt helemaal vrijgelaten. Er zijn geen regels en geen grenzen. Deze manier van opvoeden heet ook wel laissez-faire wat te vertalen is als 'laat maar gaan'.
Antwoord C is dus goed.
WAAROM IS BEWEGEN BELANGRIJK VOOR JE GEZONDHEID?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

ALS JE AAN HET OBSERVEREN BENT KIJK JE WAT ER GEBEURT ZONDER OORDEEL
WAAR
NIET WAAR
GEEN IDEE

Slide 14 - Poll

Als je observeert dan kijk je wat er gebeurt zonder dat je daar een waardeoordeel aan geeft. Bij objectief observeren geef je hier geen eigen gevoel aan of eigen gedachten.
Het antwoord is dus JA

Subjectief observeren: hierbij geef je wel een waardeoordeel aan wat je ziet en speelt je gevoel heel erg mee.
WAT IS HET GEVAAR ALS JE EEN KIND TEVEEL STRAFT?
A
Het doet niets met een kind
B
Het kind gaat heel goed luisteren
C
Het kind gaat veel eten
D
He kind kan zich onzeker en angstig gaan voelen

Slide 15 - Quizvraag

Als je een kind teveel straft kan het kind onzeker worden en zich angstig gaan voelen.