1.4 moleculaire stoffen

1.4 Moleculaire stoffen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.4 Moleculaire stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Moleculaire stoffen
  • De meeste stoffen bestaan uit moleculen
  • Dat noem je moleculaire stoffen
  • Vergeleken met metalen hebben moleculaire stoffen laag smelt- en kookpunt en geleiden geen stroom in vaste en vloeibare fase.
  • We gaan kijken naar de bouw en het waarom.

Slide 2 - Tekstslide

Formule moleculaire stoffen
  • Bestaat alleen maar uit niet-metaalatomen.
  • C12H22O11, C18H36O2, H2O
  • Geleidt niet, want er zijn geen geladen deeltjes aanwezig 

Slide 3 - Tekstslide

Vanderwaalsbinding en kookpunt
  • Het smelt- of kookpunt hangt af van hoe sterk de aantrekkingskracht is tussen moleculen.
  • Weinig aantrekkingskracht? Dan zijn de deeltjes gemakkelijk uit elkaar te halen
  • Veel aantrekkingskracht? Dan kost het meer energie

Slide 4 - Tekstslide

Vanderwaalsbinding en kookpunt
  • De aantrekkingskracht noem je vanderwaalskrachten.
  • Deze krachten vormen de vanderwaalsbinding (VdW)
  • Hoe groter de molecuulmassa, hoe sterker de VdW-binding

Slide 5 - Tekstslide

Vanderwaalsbinding en kookpunt
  • Methaan (112K) vs. ethaan (185K): de massa van ethaan is hoger, dus is de VdW-binding sterker en dus is het kookpunt hoger
  • Ethaan (185K) vs. butaan (273K): de massa van butaan is hoger, dus is de VdW-binding sterker en dus is het kookpunt hoger

Slide 6 - Tekstslide

Vanderwaalsbinding en kookpunt
  • Methylbutaan (301K) vs. dimethylpropaan (283K): de massa is gelijk, dus dan zou de VdW-binding net zo sterk moeten zijn.
  • Hoe kan dat?
  • Wat valt je op aan het verschil tussen methylbutaan en dimethylpropaan?

Slide 7 - Tekstslide

Langgerekte en vertakte moleculen
  • Methylbutaan is minder vertakt dan dimethylpropaan.
  • Hoe minder raakvlak er is, hoe zwakker de VdW-binding
  • Vandaar dat het kookpunt van methylbutaan iets hoger is dan het kookpunt van dimethylpropaan

Slide 8 - Tekstslide

Atoombinding
  • De buitenste elektronen, de valentie-elektronen, zijn belangrijk voor binding tussen atomen
  • Niet-metaalatomen delen elektronen
  • Vb: H2

Slide 9 - Tekstslide

Covalentie
  • Covalentie is aantal bindingen dat een atoom kan vormen.
  • Het is het aantal streepjes in een molecuultekening rondom een atoom

Slide 10 - Tekstslide

Molecuulmassa en massapercentage
Molecuulmassa=
Atoommassa's van alle atomen in het molecuul bij elkaar opgeteld
Heeft een eenheid van u

vb:
C2H6 -->                                                               dus: 
Atoommassa van C = 12,0 u
Atoommassa van H = 1,0 u     

Slide 11 - Tekstslide

Molecuulmassa en massapercentage
Molecuulmassa=
Atoommassa's van alle atomen in het molecuul bij elkaar opgeteld
Heeft een eenheid van u

vb:
C2H6 -->                                                               dus: (2*12) + (6*1) =
Atoommassa van C = 12,0 u
Atoommassa van H = 1,0 u     

Slide 12 - Tekstslide

Molecuulmassa en massapercentage
Molecuulmassa=
Atoommassa's van alle atomen in het molecuul bij elkaar opgeteld
Heeft een eenheid van u

vb:
C2H6 -->                                                               dus: (2*12) + (6*1) = 30 u
Atoommassa van C = 12,0 u
Atoommassa van H = 1,0 u     

Slide 13 - Tekstslide

Molecuulmassa en massapercentage
vb:
C2H6 -->                                                               dus: (2*12) + (6*1) = 30 u



 
Atoommassa van C = 12,0 u
Atoommassa van H = 1,0 u     

Slide 14 - Tekstslide

Zouten               
  • Worden gevormd doordat metaalatoom elektron(en) weggeeft aan niet-metaalatoom.
  • Hierdoor worden geladen deeltjes gevormd: ionen.
NOTEER & LEER

Slide 15 - Tekstslide

ionen
  • een positief ion heeft minder elektronen dan protonen
  • een negatief ion heeft meer elektronen dan protonen
NOTEER & LEER

Slide 16 - Tekstslide

Ionbinding
  • aantrekking tussen + en - ionen
  • Sterke binding (hoog smeltpunt)


Slide 17 - Tekstslide

Hoofdstuk 3

Slide 18 - Tekstslide