cours du 23 septembre

cours du 23 septembre
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

cours du 23 septembre

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

devoirs pour aujourd'hui
- apprends voc liste A 
(colonne 2) (p. 101)
- lis & écoute l'histoire
- fais ex 17 & 19 (p. 32)


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

programme
-  Tu as bien appris ?
- le temps
- la date, les adjectifs
- on parle
- on corrige 17 & 19 & 20
- on parle exercice 8 (p. 20)
 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tu as bien appris ? 
1. la robe
2. les vêtements
3. dehors
4. à côté de
5. meilleur
6. devant
7. le pantalon
8. la récréation
9. derrière
timer
4:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quel temps fait-il?

Slide 5 - Tekstslide

soleil
ciel
pleut
nage
chaud/froid
vent
1. C'est quelle date aujourd'hui ?
A
C'est le 23 septembre
B
C'est 23 septembre
C
C'était le 23 septembre
D
C'est 23 Septembre

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. En gister ?
A
Demain, c'est le 22 septembre.
B
Hier, c'est le 22 septembre.
C
Demain, c'était le 23 septembre.
D
Hier, c'était le 22 septembre.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. En morgen ?
A
Demain, c'est le 24 septembre.
B
Hier, c'est le 24 septembre.
C
Demain, c'était le 24 septembre.
D
Hier, c'était le 24 septembre.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. La fille est (gentil) (p. 88)
A
gentil
B
gentille
C
gentile
D
gentiles

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. J'ai acheté les (nouveaux) jupes.
A
nouvelle
B
nouveaux
C
nouveaus
D
nouvelles

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

on parle...
1. C'est quelle date aujourd'hui ?
2. C'était quelle date, hier ? 
3. C'est quelle date demain ?
4. C'est quelle saison, maintenant ?
5. Est-ce qu'il fait froid ou chaud, aujourd'hui ?
6. Est-ce que le soleil brille ou le soleil ne brille pas ?
7. Est-ce qu'il pleut ou il ne pleut pas ?
8. Est-ce que le ciel est bleu, blanc ou gris ?
9. Est-ce qu'il y a des nuages ou il n'y a pas de nuages?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

on corrige 17 & 19 (p. 32)
12 = ___DOUZE______           22 = __ VINGT-DEUX________
40 = ___QUARANTE ____     15 = ___ QUINZE ________
61 = __SOIXANTE ET UN__   55 = _ CINQUANTE-CINQ_______
48 = _QUARANTE-HUIT __  37 = ____ TRENTE-SEPT ________
10 = ___DIX ___                        13 = _____ TREIZE _________
4 = ____QUATRE ____            9 = _____ NEUF ______________

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

corrige exercice 20, p. 33
1. habite
2. France (au Canada - en France)
3. Canada
4. loin
5. montre
6. policière
7. décide

8. extraterrestre
9. autre (andere)
10. vole
11. ciel
12. quelque chose (ding)
13. quelqu'un (iemand)
14. te (je/ou)
15. me (me/mij)
Devoirs
- Fais Cahier 8 p. 19
- apprends grammaire 11 (p. 77-78)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 on parle exercice 8 (p. 19)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

devoirs 
- Fais Cahier 8 p. 19
- apprends grammaire 11 (p. 87-88)




SO  2 oktober
Woorden A & B
Getallen ( schrijven)
Het weer/seizoenen/maanden/dagen (schrijven)
Être, avoir, faire. (schrijven)
Bijvoeglijk naamwoorden grammaire 11 en 12

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SO
• Woorden A & B
• Getallen blz 85.Opdr 39 blz 40, opdr 17 blz 30 (ook Frans schrijven)
• Het weer/seizoenen/maanden/dagen zie opdr. 33 en 34 blz 36, opdr. 11 tm 16 blz 28 en 29. (ook Frans schrijven)
• Etre en avoir. Blz 81 (ook Frans schrijven), ook de meervoudsvormen. Opdr 7a en 7b blz 58
• Bijvoeglijk naamwoorden grammaire 11 en 12 blz 77 en 78



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. On présente le programme. Le programme est chargé.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Elle a organisé une action ... elle est très fière.
A
que
B
qu'
C
qui
D
dont

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies