ka 41 Racisme en discriminatie > genocide

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Korte quiz

Slide 14 - Tekstslide

Hoe wordt jodenhaat ook wel genoemd? (kies het beste antwoord)
A
sociaaldarwinisme
B
discriminatie
C
antisemitisme
D
racisme

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel joden werden er vermoord tijdens de Holocaust?
A
4 miljoen
B
5 miljoen
C
6 miljoen
D
7 miljoen

Slide 16 - Quizvraag

Holocaust komt uit het Grieks en betekent 'brandoffer'. Welke term gebruiken joden liever zelf?
A
Joodse genocide
B
Shoah
C
massamoord in kampen
D
Holodomor

Slide 17 - Quizvraag

Waarmee begon de jodenvervolging in de jaren dertig in Duitsland?
A
Er kwam anti-joodse wetgeving
B
eerste moordpartijen
C
eerste razzia's
D
bouw concentratiekampen

Slide 18 - Quizvraag

In de jaren dertig wilden de nazi's de joden massaal deporteren. Waar naar toe?
A
Madagaskar
B
Kamaroen
C
Bangladesh
D
Noorwegen

Slide 19 - Quizvraag

Uiteindelijk gingen de nazi's over tot massamoord. Welke term gebruikten ze daarvoor?
A
de Grote Moord
B
genocide
C
Holocaust
D
de Eindoplossing

Slide 20 - Quizvraag

laatste vraag

Slide 21 - Tekstslide

Waarom kwamen maar weinig mensen in opstand tegen de jodenvervolging? Kies het FOUTE antwoord.
A
Mensen waren bang voor de nazi's
B
door propaganda dachten mensen dat joden slecht waren
C
mensen wisten niet dat de joden vervolgd werden
D
Mensen waren met zichzelf bezig tijdens de bezetting

Slide 22 - Quizvraag

Racisme en discriminatie
> oorzaken Jodenvervolging
(samen ook wel antisemitisme genoemd)

Nazi-Duitsland
- joden schuld van verloren WOI en economische crisis
- anti-Joodse wetgeving, bv. geen ambtenaar zijn, plekken verboden, geweld toegestaan, Jodenster dragen



Slide 23 - Tekstslide

kijk goed

Slide 24 - Tekstslide

Wat heeft deze afbeelding met antisemitisme te maken? (meerdere antwoorden goed)
A
joden zetten christenen op de brandstapel in de middeleeuwen
B
joden werden vervolgd in de middeleeuwen
C
protestanten werden op de brandstapel gezet in de middeleeuwen
D
joden kregen de schuld van rampen in de middeleeuwen

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Welk begrip past bij deze bron?
A
Eindoplossing
B
Jodenster
C
Propaganda
D
Genocide

Slide 27 - Quizvraag

Rijk/ fabrikant
/in regering
of
gewone man
of
bedelaar

Slide 28 - Tekstslide

Propaganda
- 'joden slecht'
- bevolking gehersenspoeld
- bestaand antisemitisme versterkt

Jodenvervolging jaren veertig hierdoor vergemakkelijkt

Slide 29 - Tekstslide

Kijkopdracht Wannsee-conferentie
Joden moesten verdwijnen 
- 1e fase: uitsluiten, laten verhuizen
- 2e fase: deporteren, opsluiten,vermoorden


16.00-20.00 Wannsee-conferentie

Slide 30 - Tekstslide

1

Slide 31 - Video

18:54
Waarom gingen de nazi's over op de 'industriële moord' in vernietigingskampen?

Slide 32 - Open vraag

Voorbeelden
jodenvervolging

Slide 33 - Woordweb

Wannsee-conferentie > vernietigingskampen
- organisatie industriële massamoord Joden afgesproken
- redenen:
  • vermoorden kogels te langzaam en 'traumatisch'
  • sneller en efficiëntere methode nodig
  • ordelijk en 'onzichtbaar' voor omgeving

Slide 34 - Tekstslide

Hoeveel van de 140.00 joden in Nederland zijn er afgevoerd tijdens de WOII?
A
91000
B
99000
C
102000
D
107000

Slide 35 - Quizvraag

Waarom in Nederland relatief veel joden afgevoerd? (73 % niet overleefd)
- veel mensen werkten mee (politie, ambtenaren, NS)
- veel antisemitisme
- goed bevolkingsregister
- weinig verstopplekken dichtbevolkt NL
- bevolking bang voor verzet

Slide 36 - Tekstslide

Joodse raad

Kregen organisatie Jodenvervolging
van de nazi's

Slide 37 - Tekstslide

Wat wist je nog niet
over de jodenvervolging?

Slide 38 - Woordweb