noteer de functies van de genummerde delen 1 tot en met 7, 9 en 11 tot en met 13
Slide 5 - Tekstslide
Antwoord27 B
1= stevigheid geven aan de cel 2= fotosynthese laten plaatsvinden 3= afscheiding van de omgeving 4= vrijmaken van energie 5= speelt een rol bij het transport van stoffen 6= produceren van eiwitten 7= afscheiding tussen cytoplasma en kernplasma 9= geeft stevigheid aan de plantaardige cellen 11= hier worden ribosomen gemaakt 12= transport van verterende enzymen 13= bewerken van eiwitten waardoor deze hun uiteindelijke vorm krijgen
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht 27 C?
aan welke drie celorganellen kun je zien dat afbeelding 30 een plantaardige cel voorstelt?
Slide 7 - Tekstslide
Antwoord 27 C
drie celorganellen waaraan je kunt zien dat afbeelding 30 een plantaardige cel voorstelt zijn: de celwand, de grote centrale vacuole en de bladgroenkorrels
Slide 8 - Tekstslide
opdracht 28 A?
een student wil onderzoek doen naar de enzymen die nodig zijn bij het beschikbaar maken van energie
welke neerslag van de celfractionering zal hij voor zijn onderzoek gebruiken? leg je antwoord uit
Slide 9 - Tekstslide
antwoord 28 A
de student zal neerslag 2 gebruiken want deze neerslag bevat veel mitochondriën
Slide 10 - Tekstslide
opdracht 28 B?
een andere student wil het transport van eiwitten in de cel bestuderen welke neerslag bevat de meeste delen die daarbij een rol spelen? leg je antwoord uit
Slide 11 - Tekstslide
Antwoord 28 B
Neerslag 3, want deze neerslag bevat veel lysosomen en stukken endoplasmatisch reticulum
Slide 12 - Tekstslide
opdracht 28 C?
Neerslag 4 kan bijvoorbeeld worden gebruikt om de productie van bepaalde stoffen te onderzoeken. welke stoffen ?
Slide 13 - Tekstslide
Antwoord 28 C
Neerslag 4 kan worden gebruikt om de productie van eiwitten te onderzoeken
Slide 14 - Tekstslide
opdracht 28 D?
in afbeelding 32 is niet aangegeven in welke neerslag het golgisysteem kan worden aangetroffen
in welke neerslag verwacht je delen van het golgisysteem aan te treffen let hierbij op de bouw van het golgisysteem. leg je antwoord uit.
Slide 15 - Tekstslide
Antwoord 28 D
in neerslag 3, omdat de bouw van het golgisysteem lijkt op de bouw van het endoplasmatisch reticulum
Slide 16 - Tekstslide
opdracht 29 A?
welke delen van een cel hebben een functie bij de productie en afgifte van amylase? zet de delen in de juiste volgorde
Slide 17 - Tekstslide
Antwoord 29 A
Ribosoom
Endoplasmatisch reticulum
het golgisysteem
het celmembraan
Slide 18 - Tekstslide
opdracht 29 B?
Noteer achter ieder deel welke functie het onderdeel heeft
Slide 19 - Tekstslide
Antwoord 29 B
Ribosoom: produceert eiwitten en geeft die af aan het endoplasmatisch reticulum
Endoplasmatisch reticulum: snoert blaasjes met eiwitten af
het golgisysteem: neemt blaasjes van het endoplasmatisch reticulum op en bewerkt de eiwitten verder. Het snoert blaasjes met eiwitten af
het celmembraan blaasjes versmelten met het celmembraan en de eiwitten worden buiten de cel afgegeven
Slide 20 - Tekstslide
opdracht 30?
leg uit waarom zaadcellen en spiercellen meer mitochondriën hebben dan andere lichaamscellen.
Slide 21 - Tekstslide
Antwoord 30
Mitochondriën maken energie vrij dat word opgeslagen in ATP-moleculen. Als in cellen energie nodig is, wordt dat vrijgemaakt uit ATP-moleculen. spiercellen en zaadcellen hebben veel energie nodig om te kunnen functioneren. zij hebben daarom veel mitochondriën die ATP-moleculen maken
Slide 22 - Tekstslide
Leerdoelen
de functie van een cel membraan kunnen beschrijven
het kunnen benoemen van de onderdelen in het celmembraan
Slide 23 - Tekstslide
Membranen
Membranen zijn erg belangrijk in de cel
Ze scheiden de cel van de omgeving
En ze omgeven de organellen waardoor ze een scheiding maken met het cytoplasma
Membranen bestaan uit:
Fosfolipiden
Eiwitten
koolhydraten
Slide 24 - Tekstslide
Membranen
De fosfolipiden in een cel membraan kunnen vrij bewegen