herhaling seneca deel 1

SENECA
HERHALING
deel 1
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

SENECA
HERHALING
deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Het geheel van kennis, ideeën en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt =
A
CULTUUR
B
IDENTITEIT
C
REFERENTIEKADER
D
OPVOEDING

Slide 2 - Quizvraag

referentiekader

Slide 3 - Tekstslide

Referentiekader
Jouw referentiekader is dus eigenlijk de bril waarmee jij naar de werkelijkheid kijkt. Die bril verschilt dus per persoon.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat de relatie is tussen referentiekader en paradigma's

Slide 5 - Open vraag

p. 69 (4.2) Paradigma
Een paradigma is het referentiekader van een onderzoeker. Het is de wetenschappelijke bril waar hij doorheen kijkt, een soort wetenschappelijke ideologie.

Het gevaar is dat het paradigma (die "bril") zo belangrijk wordt dat je er geen afstand meer van wilt doen. Hierdoor is je blikveld vernauwd. Inzichten die buiten jouw paradigma vallen worden al bij voorbaat afgewezen.

Slide 6 - Tekstslide

Afghanistan: er komen weer migratiestromen op gang... welke belemmerende factoren komen zij in NL tegen om te kunnen integreren? Gebruik de definitie van socialisatie

Slide 7 - Open vraag

Wat is de definities van socialisatie?

Slide 8 - Open vraag

Socialisatie = 

het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren. 

Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere vormen van omgang met anderen:

Slide 9 - Tekstslide

BELEMMERENDE FACTOREN
- geen ontmoeting met socialisatoren die de cultuur aan jou kunnen overdragen
- obv 'omgang met anderen'; de anderen zijn in asielzoekerscentra andere vluchtingen die ook de nieuwe dominante cultuur nog niet geinternaliseerd hebben.
- als oudere mag je nog niet werken; incl geen opleiding
- opvoeding van kinderen ... ouders hebben nieuwe cultuur nog niet geïnternaliseerd

Slide 10 - Tekstslide

Socialisatoren
Diegenen die ervoor zorgen dat een cultuur kan worden overgebracht, zodat jij je een cultuur eigen kunt maken.

Denk aan:
  • Gezin, school, overheid
  • Kerk, werk, vrijetijdsgroep
  • Sport, vrienden & media

Slide 11 - Tekstslide

Overdracht


Verwerving



Internalisatie



Slide 12 - Tekstslide

Het proces van overdracht en verwerving van de ......... .......... van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren.
Bijzondere vormen van socialisatie
Het aanleren en verwerven van de cultuur waarin iemand is ............
Het aanleren en verwerven van een ........... .......... of elementen daaruit dan waarin iemand is opgegroeid.
Politieke socialisatie
Enculturatie
Acculturatie

Slide 13 - Tekstslide

Het proces van overdracht en verwerving van de politieke cultuur van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren.
Bijzondere vormen van socialisatie
Het aanleren en verwerven van de cultuur waarin iemand is geboren.
Het aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen daaruit dan waarin iemand is opgegroeid.
Politieke socialisatie
Enculturatie
Acculturatie

Slide 14 - Tekstslide


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'Ik denk dat ik sociaal, vriendelijk en behulpzaam ben. Ik vind mezelf over het algemeen wel een aardig mens.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 15 - Quizvraag

Het beeld dat iemand van zichzelf heeft
Het deel dat past bij de groepen waar iemand deel van uitmaakt.
Het beeld dat de samenleving heeft van een groep en het beeld dat ze blijvend kenmerkend voor die groep vindt.
Persoonlijke identiteit
Sociale identiteit
Collectieve identiteit

Slide 16 - Sleepvraag

Wat is de definitie van groepsvorming?

Slide 17 - Tekstslide

Groepsvorming
= het tot stand komen van bindingen tussen meer dan twee mensen, doordat ze elkaar beïnvloeden en gemeenschappelijke waarden en normen ontwikkelen.


Slide 18 - Tekstslide

KERNCONCEPT Sociale cohesie (1)
Het aantal en de                                                     die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben, het                                   te zijn,                   van een gemeenschap, de mate van verantwoordelijkheid voor                              , en de mate waarin anderen daar ook een beroep op kunnen doen.
kwaliteit van de bindingen
       gevoel een groep
              lid te zijn  
          elkaars welzijn

Slide 19 - Sleepvraag

Sociale cohesie
Sociale cohesie is “het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een
ruimer sociaal kader met elkaar hebben, het gevoel een groep te zijn, lid te zijn van een gemeenschap, de mate van verantwoordelijkheid voor elkaars welzijn, en de mate 
waarin anderen daar ook een beroep op kunnen doen”

De ''lijm'' die de samenleving bijeenhoudt

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het verband tussen groepsvorming, sociale cohesie en uitsluiting?

Slide 21 - Open vraag

Sociale cohesie veronderstelt groepsvorming. 

De negatieve kant van sociale cohesie is uitsluiting: dit kan gebeuren als een hechte groep vindt dat anderen er niet bij mogen horen omdat ze 'anders' zijn. 
De sociale cohesie tússen groepen  kan bij conflicten zwakker worden maar de cohesie binnen de eigen groep kan er juist sterker door worden
(micro-, meso- en macroniveau............. pesten-negeren, subculturen op school, E.U.)

Slide 22 - Tekstslide

micro niveau

Slide 23 - Tekstslide

Ouders die kinderen zakgeld geven zodat ze zelf leren met geld om te gaan is een voorbeeld van (dimensies van Hofstede)
A
Grote machtsafstand
B
Lange termijn gerichtheid
C
Lage onzekerheidsvermijding
D
Een individualistische cultuur

Slide 24 - Quizvraag

Dominante cultuur
Subcultuur
Tegencultuur

Slide 25 - Sleepvraag

Hoe vond je het niveau van de vragen?
links = makkelijk
rechts = moeilijk
0100

Slide 26 - Poll

Ben je tevreden over deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Overige opmerkingen over deze les

Slide 28 - Open vraag