Examen Spreken

Examen Spreken
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Examen Spreken

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet hoe het examen eruit ziet.
  • Je weet waar je op beoordeeld wordt. 

Slide 2 - Tekstslide

Presentatie
- Inleiding, kern, slot
- Steekwoorden
- Minimaal 10 minuten, vragenronde telt niet mee
- Prezi, PowerPoint, Canva
- Laptop mee, Apple HDMI connector mee
- Kwartier van tevoren aanwezig
- Te laat =  geen toegang = kans gemist

Slide 3 - Tekstslide

Wat staat er in?
- Korte inhoudsopgave
- Jezelf voorstellen

- Soort bedrijf -> Grootte van het bedrijf, aantal personeelsleden, aantal afdelingen
- Jouw afdeling -> Aantal personeelsleden, verschillende functies, verdeling parttime/fulltime functies
- Jouw werkzaamheden -> Dagindeling, dagelijkse werkzaamheden
- Geef aan welke werkzaamheden passen bij de werktaken en werkprocessen voor je opleiding, noem er minimaal twee, geef minimaal 2 voorbeelden en licht deze toe

- Verbetervoorstel -> zie reader Verbetervoorstel

- Jouw mening over je stage -> Vertel wat je van deze periode vond. Geef minstens 2 argumenten. Vertel wat je geleerd hebt. Noem minimaal twee voorbeelden. Vertel waarom het werk wel/niet bij jou past.
- Vragenronde en bedankje



Slide 4 - Tekstslide

Punten deel 1
24 punten totaal te behalen

23-24 punten = 2 punten
16-22 punten = 1 punt
0-15 punten = 0 punten -> Onvoldoende

Slide 5 - Tekstslide

Punten deel 2
2:
- Maakt gebruik van tekstcohesie (signaal- en verbindingswoorden), om uitingen te verbinden tot een heldere en samenhangende tekst
- Kan dit ook duidelijk maken aan de luisteraars

Slide 6 - Tekstslide

Punten deel 2
3:
- Kan tijdens een spreektaak verschillende spreekdoelen met elkaar verbinden (bijvoorbeeld informeren en overtuigen)
- Is zich bewust van de wisselingen in het doel.

Slide 7 - Tekstslide

Punten deel 2
4:
- Kiest in formele en en informele situaties zonder moeite de juiste taalvariant. Kan het verschil hanteren.
- Kan spontaan afwijken van de voorbereide tekst en ingaan op belangwekkende punten die vanuit het publiek aangedragen worden.

Slide 8 - Tekstslide

Punten deel 2
5:
- Goede woordenschat, variatie
- Trefzekerheid in woordkeus is hoog

Slide 9 - Tekstslide

Punten deel 2
6:
- Toont een betrekkelijk grote beheersing van de grammatica. Incidentele vergissingen, niet-stelselmatige fouten en kleine onvolkomenheden in de zinsstructuur kunnen voorkomen, maar zijn zeldzaam en worden meestal direct verbeterd.
- Kan langere stukken tekst produceren in een normaal tempo; hoewel er tijdens het zoeken naar patronen en uitdrukkingen, aarzelingen voorkomen, zijn er weinig, overigens niet storende pauzes.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe lang moet je presentatie minimaal duren?
A
5 minuten
B
15 minuten
C
10 minuten

Slide 11 - Quizvraag

Je stelt jezelf voor
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel mensen zitten er bij jouw presentatie? (inclusief jezelf)
A
2
B
8
C
5
D
3

Slide 13 - Quizvraag

Mag je fouten maken in grammatica?
A
ja
B
nee
C
ja, maar moet in principe direct verbeterd worden

Slide 14 - Quizvraag

Vragen worden alleen aan het eind gesteld
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel punten moet je minimaal hebben voor een voldoende van deel 1?
A
15
B
16
C
18
D
20

Slide 16 - Quizvraag

Wat is GEEN spreekdoel?
A
Extraheren
B
Overtuigen
C
Informeren
D
Amuseren

Slide 17 - Quizvraag

Wat moet er behalve info over je stagebedrijf in de presentatie staan?

Slide 18 - Open vraag