Afsluiting H1: de Gouden eeuw

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Afsluiting H1: De Gouden Eeuw

Deze les:

• mindmap inleveren... is dat gelukt?
• Afsluiting H1: dit heb je geleerd.
• korte herhaling van het hoofdstuk.
• wat moet ik leren voor de toets?
• aan de slag met oefenopgaven en leren voor de toets.

aan het einde van deze les:

• weet je of je de stof van dit hoofdstuk beheerst.
• weet je wat je moet leren voor de toets.
• weet je weer waar je op moet letten bij het maken van een toets geschiedenis.

controle inleveren mindmap

vier thema's: sociaal, economie, wetenschap, politiek.

inleveren in showbie, als screenshots, in delen zodat het goed leesbaar is.

vermeld met wie je hebt samengewerkt.

afsluiting H1: Dit heb je geleerd:

1. Je weet hoe de republiek werd bestuurd.
2. Je weet hoe de Republiek rijk werd door handel.
3. Je weet wat de Amsterdamse regenten met hun rijkdom deden.
4. Je weet hoe men in de Gouden Eeuw omging met armoede.
5. Je kent enkele beroemde wetenschappers en filosofen uit de Gouden Eeuw.

Je weet hoe de republiek werd bestuurd:

- Gewestelijke staten.

-Staten Generaal

- Regenten

- Raadspensionaris

- Stadhouder.

personen: Johan van Oldenbarneveldt, Maurits van Oranje, gebroeders de Witt.

gebeurtenissen: rampjaar, onthoofding van Oldenbarneveldt

Je weet hoe de Republiek rijk werd door handel.

- Oostzeehandel

- VOC

- Wic

begrippen: driehoekshandel, handelskapitalisme, kaapvaart.

Je weet wat de Amsterdamse regenten met hun rijkdom deden.

- Amsterdam belangrijkste stapelmarkt van Europa

- veel immigranten

- Grachtenpanden

- Buitenhuizen

- polders: de Beemster

Je weet hoe men in de Gouden Eeuw omging met armoede.

- verschillende groepen in de Republiek

- Armenzorg

- Rasp- en spinhuizen.

Je kent enkele beroemde wetenschappers en filosofen uit de Gouden Eeuw.

- vrijheid en tolerantie

Personen:  Baruch Spinoza, Hugo de Groot, Christiaan Huygens, familie Blaeu

Leren voor de toets:

- je mindmap

- quizlet

- de lessonUps van dit hoofdstuk

- teksten uit je boek.

Leren voor de toets:

- Kun je alles uitleggen wat deze les behandeld is? 

- Uitwerken van deze LessonUp geeft je een mooie samenvatting die je samen met je mindmap kunt leren.

- begin niet te laat met leren, het is veel leeswerk, alleen de begrippen zijn niet voldoende.

Tip: schooltv  en de site entoen.nu hebben veel filmpjes over de Gouden Eeuw

Tijdens het maken van een toets:

• antwoord altijd in hele zinnen, je antwoord begint met het herhalen van de vraag.
• Kijk goed of je iets moet uitleggen, argumenten of voorbeelden moet geven.
• bronnen: Ik zie.... Dit betekent... hieruit concludeer ik.... 

1. Een schip dat vanuit Amsterdam naar de landen rond de Oostzee vaart, is geladen met:

1. kaas, textiel en vis
2. wijn en olie
3. specerijen
4. graan en hout

2. Een schip dat vanuit de landen rond de Oostzee naar Amsterdam vaart, is geladen met:

1. kaas, textiel en vis
2. wijn en olie
3. specerijen
4. graan en hout

3: Zet de zinnen in de juiste volgorde van tijd. Begin met de gebeurtenis die het langst geleden is.

A. Compagnieën gaan steeds meer met elkaar concurreren.

B. De prijzen van specerijen dalen. Daardoor wordt er steeds minder winst gemaakt.

C. Handelaren werken samen in compagnieën.

D. De VOC wordt opgericht.

E. Handelaren werken ‘ieder voor zich’: elke handelaar die wil handelen met Indië, moet zelf een schip en een bemanning regelen.

Prins Maurits was tegen het twaalfjarig bestand, dat had te maken met zijn functie van stadhouder, wat hield dit in?

1. hij was legerleider
2. hij was politiek leider
3. hij was een soort burgemeester.

Leg uit waarom prins Maurits vanwege zijn functie tegen het twaalfjarig bestand was.

Welke van deze twee beweringen over het rampjaar (1672) is waar?
1. In 1672 werd de Republiek aangevallen door Engeland, Frankrijk, Keulen en Münster (Duitse staten)
2. Raadspensionaris Johan de Witt werd door een woedende menigte vermoord.

1. alleen stelling 1 is juist
2. alleen stelling 2 is juist
3. beide stellingen zijn onjuist
4. beide stellingen zijn juist.

Waarom werden deze mensen vermoord?

Dit kaartje past het best bij...

1. de VOC
2. de WIC
3. de Oostzeehandel

Welke persoon die je hebt leren kennen in dit hoofdstuk past het best bij deze afbeelding?

Welke vorm van armenzorg zie je hier?

Leg uit dat dit gebonden is aan tijd en plaats.