M2 Essen und Trinken - Kap 5 - les 1

Freitag 28. Januar 2022
Winter - Woche 4
Herzlich Willkommen 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Freitag 28. Januar 2022
Winter - Woche 4
Herzlich Willkommen 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Verder:
inhalen luistertoets maandag 31 januari om 15.15 in lokaal 204
inhalen kapiteltoets kan volgende week op:
ma 31 januari om 15.15 in studiezaal
wo 2 februari om 15.15 in studiezaal
of week later op ma/wo/vrij in studiezaal. Laat even weten welke je wilt.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Kapitel 5: Essen und 
trinken 
Schmeckt's?

Slide 5 - Tekstslide

Inhalt dieser Präsentation
  • Lesdoelen:
-  Aan het eind van de les weet ik wat de gewoontes van de Duitsers zijn met betrekking tot maaltijden. 
- Kan ik al zeggen wat ik drink en eet.
- Weet ik al best wat Duitse benamingen van etenswaren

Slide 6 - Tekstslide

timer
1:00
Welche deutsche
Gerichte kennst du?

Slide 7 - Woordweb

Frühstück
Das klassische deutsche Frühstück besteht aus verschiedenen Brotsorten und Brötchen, Marmelade und Kaffee oder Tee. 
Wer den Tag lieber mit einem herzhaften (hartig) Frühstück beginnt, kann verschiedene Käse- und Wurstsorten essen. 
Bei einem größeren Frühstück werden außerdem noch Orangensaft, gekochte Eier, Joghurt, Quark, Obst und Müsli oder Cornflakes serviert.

Pak je boek  Seite 135 en maak notities!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

der Lachs
die Marmelade
der Schinken
die Zucker
die Kakao
das Frühstücksei

Slide 10 - Sleepvraag

der Kuchen
die Butter
das Obst
der Käse
die Milch
der Tee

Slide 11 - Sleepvraag

das Gemüse
die Suppe
das Brötchen
das Frühstück
das Orangensaft
der Kaffee

Slide 12 - Sleepvraag

Zum Frühstück esse & trinke ich ...
Beispiele:

  • "Ich esse Brot mit Marmelade oder Nutella. Zum Frühstück trinke ich Tee ohne Zucker." 
  • "Morgens esse ich Joghurt mit Müsli. Ich trinke Milch." 
  • "Am Morgen trinke ich am liebsten Kaffee. Ich esse Brot mit Käse und Salami".

Slide 13 - Tekstslide

Zum Frühstück esse & trinke ich ...
Deze zinnen bestaan uit verschillende onderdelen: 
"Ich esse Brot mit Marmelade oder Nutella. Zum Frühstück trinke ich Tee ohne Zucker." 
"Morgens esse ich Joghurt mit Müsli. Ich trinke Milch." 
"Am Morgen trinke ich am liebsten Kaffee. Ich esse Brot mit Käse und Salami".


Werkwoorden
Vaste uitdrukking
producten

Slide 14 - Tekstslide

Werkwoord 'trinken'
ik drink
ich trinke
jij drinkt
du trinkst
hij/zij/het drinkt
er/sie/es trinkt
wij drinken
wir trinken
jullie drinken
ihr trinkt
zij drinken / u drinkt
sie trinken / Sie trinken

Slide 15 - Tekstslide

ik drink
jij drinkt
hij drinkt
zij drinkt
wij drinken
jullie drinken
zij drinken
u drinkt
het drinkt
Sie trinken
ich trinke
wir trinken
du trinkst
sie trinken
sie trinkt
er trinkt
ihr trinkt
es trinkt

Slide 16 - Sleepvraag

Vul in: Zum Frühstück _______ ich Milch.
A
trinke
B
trinkst
C
trinken
D
trinkt

Slide 17 - Quizvraag

Vul in: Morgens ________ wir immer Kaffee mit Milch und Zucker.
A
trinkt
B
trinkst
C
trinke
D
trinken

Slide 18 - Quizvraag

Werkwoord 'essen'
ik eet
ich esse
jij eet
du isst
hij/zij/het eet
er/sie/es isst
wij eten
wir essen
jullie eten
ihr esst
zij eten / u eet
sie essen / Sie essen

Slide 19 - Tekstslide

Werkwoord 'essen'
Let op!
  • Het werkwoord 'essen' is een sterk werkwoord = het kan veranderen
  • du-vorm & hij/zij/het-vorm veranderen. Zij krijgen een andere                  klinker.
  • Onthouden: ik-vorm (ich esse) & wij-vorm/u-vorm: (wir / Sie essen).

Slide 20 - Tekstslide

ik eet
jij eet
hij eet
zij eet
wij eten
jullie eten
zij eten
u eet
het eet
Sie essen
ich esse
wir essen
du isst
sie essen
sie isst
er isst
ihr esst
es isst

Slide 21 - Sleepvraag

Vul in: Am Morgen_______ ich ein Brötchen mit Käse.
A
esse
B
isst
C
esst
D
essen

Slide 22 - Quizvraag

Zet de woorden in de juiste volgorde:
esse - ich - Brot - Käse - mit - Zum Frühstück

Slide 23 - Open vraag

Bedenk nu zelf wat je hebt gegeten en bedenk hoe je dat zegt in het Duits
Hilfmittel:
Am Morgen 
Morgens
Zum Frühstück
esse ich
trinke ich
und (en)
timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

Mittagessen
Traditionsgemäß isst man in Deutschland relativ früh zu Mittag (zwischen zwölf und ein Uhr). 

Das Mittagessen ist die Hauptmahlzeit des Tages und besteht meist aus Kartoffeln, Gemüse und Fleisch. 

In vielen Betrieben werden zur Mittagszeit in der Kantine verschiedene warme Mahlzeiten angeboten. 

Auch in vielen Schulen ist es möglich, mittags aus mehreren warmen Gerichten zu wählen.


Slide 25 - Tekstslide

Nenne einen großen Unterschied zwischen einem deutschen und einem niederländischen Mittagessen.

Geef antwoord in het Nederlands.
timer
2:00

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Video

Warum gibt es in Deutschland abends meistens kein warmes Essen?
Geef antwoord in het Nederlands.
timer
2:00

Slide 28 - Open vraag

Hausaufgaben
Wörter Kapitel 5: Seite 168 - lernen bis "das Restaurant"
Machen: Kapitel 5, Seite 142: Übung 4 bis 10

Slide 29 - Tekstslide

Mini Prüfung
Wat houdt dit in?
Ik ga jullie elke eerste les van de week kort overhoren. 
2 personen schrijven op het bord, de rest doet mee in zijn/haar schrift. Elke keer zijn 2 anderen aan de beurt (het lot bepaalt...) Moet je op het bord de antwoorden schrijven en heb je 3 van de 5 woordjes goed, dan verdien je een huiswerkpunt. 

Slide 30 - Tekstslide

Weet je het nog?
Typ in wat je hebt gedronken en/of gegeten voor het Frühstück (maak een Duitse zin).

Slide 31 - Open vraag

Zum Schluß:
Pak je telefoon en scan deze code. Als het niet lukt met scannen, ik zet de link in teams kun je daar op klikken.

Slide 32 - Tekstslide