3.1: Het ordenen van organismen

Thema 4
Ordening
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Thema 4
Ordening

Slide 1 - Tekstslide

Het Ordenen van je etui

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerken= eigenschap waarmee je organismen kunt onderscheiden

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Domeinen:
bacteriën, archaea, eukaryoten

Slide 5 - Tekstslide

2 Hoofdgroepen: 
  1. Prokaryoten (pro=voor, karyoot=celkern): hebben geen celkern, het DNA ligt gewoon los in de cel, minder organellen, simpeler (= bacteriën + archaea)
  2. Eukaryoten (Eu=echt, karyoot): hebben wel een celkern waarin het DNA zich bevindt (=chromista+protozoa+schimmels+planten+dieren)

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken
  • Bacteriën en Archaea (prokaryoten)  hebben geen celkern én zijn altijd eencellig
  •  Eukaryoten hebben altijd een celkern én kunnen eencellig én veelcellig zijn
  • Eukaryoten kan je ook indelen aan de hand van celwanden, celkernen en bladgroenkorrels

Slide 7 - Tekstslide

Rijken van Eukaryoten:
Eencelligen (chomista&protozoa),schimmels, planten en dieren

Slide 8 - Tekstslide

In welk Rijk hoort de mens?
A
Schimmels
B
Planten
C
Dieren
D
Bacteriën

Slide 9 - Quizvraag

Rijken van Prokaryoten:
Bacteriën en archaea

Slide 10 - Tekstslide

Prokaryoten hebben altijd een celkern
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

3 Domeinen
  1. Eukaryoten: eencellig of meercellig
  2. Bacteriën: altijd eencellig
  3. Archaea: altijd eencellig

Slide 12 - Tekstslide

Ordenen - Hoe dan?
Biologen kijken naar 3 kenmerken:
1. Celkern: eukaryoten wél, prokaryoten niet (DNA ligt in cytoplasma)
2. Celwand: dieren hebben géén celwand, bacteriën, schimmels. archaea en planten wél
3. Bladgroenkorrels: alleen planten

Slide 13 - Tekstslide

Alle cellen van de mens hebben altijd een celwand
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Noem de drie rijken binnen het domein van de Eukaryoten

Slide 15 - Open vraag

Welke drie kenmerken worden gebruikt bij indeling van Eukaryoten?
A
Celwand, celkern & vacuole
B
Celwand, celkern & bladgroenkorrels
C
Celkern, vacuole & celmembraan
D
Celwand, celmembraan & bladgroenkorrels

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Bladgroenkorrels
Bladgroenkorrels
Bladgroenkorrels
{
P
E

Slide 18 - Tekstslide

Welk domein of rijk heeft geen celwand?
A
Schimmels
B
Bacteriën
C
Planten
D
Dieren

Slide 19 - Quizvraag

Welk rijk heeft als enige bladgroenkorrels?
A
Schimmels
B
Bacteriën
C
Planten
D
Dieren

Slide 20 - Quizvraag

Welk domein of rijk heeft geen celkern?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Planten
D
Dieren

Slide 21 - Quizvraag

Soorten en Rassen
  • Organismen behoren tot één soort als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen

  • Binnen dezelfde soort kunnen er verschillende rassen zijn

Slide 22 - Tekstslide

2 verschillende soorten

Slide 23 - Tekstslide

Eén soort, verschillende rassen

Slide 24 - Tekstslide

DNA onderzoek
  • Het DNA van organismen die tot dezelfde soort behoren lijkt erg veel op elkaar
  •  Door DNA onderzoek kunnen biologen er achter komen of twee groepen organismen tot dezelfde soort behoren

Slide 25 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Opdracht 2 t/m 7 blz 96 van basisstof 1, thema 4
  • Dit is ook huiswerk voor de volgende les
  • Het huiswerk komt ook in magister

Slide 26 - Tekstslide