Unbestimmter Artikel + Geslachtsregels
Der unbestimmte Artikel
Benoem het onbepaalde
lidwoord in het Duits
Benoem het onbepaalde
lidwoord in het Duits
1 / 48
Onderdelen in deze les
Der unbestimmte Artikel
Benoem het onbepaalde
lidwoord in het Duits
Benoem het onbepaalde
lidwoord in het Duits
Slide 1 - Open vraag
Bij welke woorden krijgt het onbepaalde lidwoord een 'e' als uitgang?
Slide 2 - Open vraag
Welk woord krijgt dezelfde uitgang bij vrouwelijke woorden en bij meervoud als 'ein' (Duits en Nederlands)
Slide 3 - Open vraag
die Cola - Ich nehme .... Cola
A
ein
B
eine
Slide 4 - Quizvraag
das Schnitzel - Ich möchte ... Schnitzel
A
ein
B
eine
Slide 5 - Quizvraag
das Wasser - Ich will ... Wasser
A
eine
B
ein
Slide 6 - Quizvraag
die Milch - Ich will ..... Milch!
A
kein
B
keine
Slide 7 - Quizvraag
Sie haben ...... Kinder.
A
keine
B
kein
Slide 8 - Quizvraag
Ich bestelle.....Suppe.
A
keine
B
kein
Slide 9 - Quizvraag
Susanne isst ...... Fleisch.
A
keine
B
kein
Slide 10 - Quizvraag
Wir haben .... Prüfung dieses Jahr.
A
keine
B
kein
Slide 11 - Quizvraag
Herr Schmidt ist ... guter Lehrer.
A
eine
B
ein
Slide 12 - Quizvraag
(een) ........ Fisch ist lecker!
Slide 13 - Open vraag
Ich habe .......... (geen) Gabel
Slide 14 - Open vraag
Ich esse ........ (geen) Kartoffeln, ....... (een) Apfel ist mir lieber.
Slide 15 - Open vraag
Ich esse ........ (geen) Kartoffeln, ....... (een) Apfel ist mir lieber.
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Video
Norden
Slide 18 - Open vraag
Woche
Slide 19 - Open vraag
Sohn
Slide 20 - Open vraag
Königin
Slide 21 - Open vraag
Schule
Slide 22 - Open vraag
Stier
Slide 23 - Open vraag
Arzt
Slide 24 - Open vraag
Hotel
Slide 25 - Open vraag
Mädchen
Slide 26 - Open vraag
Tulpe
Slide 27 - Open vraag
Freiheit
Slide 28 - Open vraag
April
Slide 29 - Open vraag
Wirklichkeit
Slide 30 - Open vraag
Übung
Slide 31 - Open vraag
Schnee
Slide 32 - Open vraag
Zeitung
Slide 33 - Open vraag
Landschaft
Slide 34 - Open vraag
Löwe
Slide 35 - Open vraag
Hagel
Slide 36 - Open vraag
Haus
Slide 37 - Open vraag
Inflation
Slide 38 - Open vraag
Büchlein
Slide 39 - Open vraag
Schule
Slide 40 - Open vraag
Vater
Slide 41 - Open vraag
Mannschaft
Slide 42 - Open vraag
Umgebung
Slide 43 - Open vraag
Lehrerin
Slide 44 - Open vraag
Maak een Duitse zin van volgende woorden (met juiste vervoegingen):
das Fleisch - kaufen - ich
das Fleisch - kaufen - ich
Slide 45 - Open vraag
Maak een Duitse zin van volgende woorden (met juiste vervoegingen):
Meine Mutter - Kartoffeln - kochen
Meine Mutter - Kartoffeln - kochen
Slide 46 - Open vraag
Maak een Duitse zin van volgende woorden :
Erika - mit - früstücken - Joghurt
Erika - mit - früstücken - Joghurt
Slide 47 - Open vraag
Maak een Duitse zin van volgende woorden (met juiste vervoegingen):
Die Cousine - geschieden - sein
Die Cousine - geschieden - sein
