nakijken proef 2 / 1havo-vwo

democratie

per goede definitie 0,5 punten

Uit uitleg moet blijken:
- regeringsvorm
- volk beslist
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

democratie

per goede definitie 0,5 punten

Uit uitleg moet blijken:
- regeringsvorm
- volk beslist

Slide 1 - Tekstslide

Republiek
land zonder koning

Slide 2 - Tekstslide

Jodendom
(oud) geloof
eert maar 1 god

monotheïsme

Slide 3 - Tekstslide

Stadstaat
zelfstadige stad met omliggend gebied

Slide 4 - Tekstslide

Akropolis
Hoogste punt in stadstaat

Slide 5 - Tekstslide

Messias
verlosser

Slide 6 - Tekstslide

Tirannie
bestuur
alleenheerser

Slide 7 - Tekstslide

consul
hoge Romeinse bestuurder

Slide 8 - Tekstslide

juiste combinaties - 1p per correct (uitgelegde) combinatie
Democratie - Tirannie

tegenovergestelde bestuursvormen
(het volk t.o.v. een alleenheerser)

Slide 9 - Tekstslide

Republiek - consul
de Consul was de hoogste bestuurder in de Romeinse republiek

Slide 10 - Tekstslide

Jodendom - Messias
Joden geloven dat er ooit een Messias zal komen

Slide 11 - Tekstslide

Stadstaat - akropolis
de Akropolis is het hoogste punt in een Griekse stadstaat 

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 2
a. De Grieken gingen over op kolonisatie omdat:

- grond onvruchtbaar
- teveel mensen
dit zorgde voor ruzies/spanningen

Slide 13 - Tekstslide

vraag 2 b (2p)
1. Er werd met graan (uit de kolonies) gehandeld.
2. Teveel druk/dreiging van andere machtige staten (Perzen / Etrusken)

Slide 14 - Tekstslide

vraag 3 (2p)
Door het veroveren van gebieden waar Germanen woonden , kwamen de Germanen in contact met de Grieks-Romeinse cultuur. Toen de Germanen deze cultuur overnamen was er sprake van Romanisering

Slide 15 - Tekstslide

vraag 4
Dit gaat over de fase waarin het Romeinse Rijk wordt gesplitst in een West-Romeins rijk en een Oost-Romeins Rijk. (1p)

Dit was nodig om het Rijk beter te kunnen besturen en verdedigen (1p)

Slide 16 - Tekstslide

vraag 5
B - C - E - D - A

Slide 17 - Tekstslide

vraag 6
1. republiek
2. consul
3. senaat

Slide 18 - Tekstslide

vraag 7
a. (1p) Hij is tegen 
een...alleenheerser...daar komt alleen narigheid en machtsmisbruik (van)
b. (1p) de democratie vindt hij het beste: als het volk regeert...fraaiste eretitel

Slide 19 - Tekstslide

vraag 8
A

Slide 20 - Tekstslide