Europa 2.1 t/m 2.7
1 / 16
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat moet je berekenen om aan te geven of een land een gesloten of open economie heeft?
Slide 3 - Open vraag
In land Y stijgen in een jaar de loonkosten per arbeider met 5% en de productie per werknemer stijgt met 9%. Bereken de procentuele verandering van de loonkosten per product. Is er een stijging of een daling?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Hoe kan ervoor gezorgd worden dat een land dat meelift wel een milieubeleid gaat voeren?
Slide 7 - Open vraag
Bij welke getallen combinatie is er sprake van meeliftersgedrag?
A
0;0
B
1;-2
C
-1;-1
D
Er is hier geen sprake van meeliftersgedrag
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Wat is de dominante strategie?
A
1400; 1400
B
800 ; 1800
C
1800; 800
D
1000; 1000
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een dominante strategie?
A
De beste keuze
B
De suboptimale keuze
C
De beste strategie onafhankelijk van de keuze van de ander
D
De slechtste strategie onafhankelijk van de keuze van de ander
Slide 12 - Quizvraag
Dominante strategie voor Mulder
A
Geen uitverkoop
B
Wel uitverkoop
Slide 13 - Quizvraag
Is hier sprake van een gevangendilemma?
A
Nee. De uitkomst is optimaal
B
Nee. Er is sprake van korting
C
Ja. Want er is sprake van een supoptimaal evenwicht
D
Ja. Want ze hebben beiden een dominante strategie
