5.2 Spanningsbronnen

Oefenvragen toets
Hoofdstuk 4 Elektriciteit

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Oefenvragen toets
Hoofdstuk 4 Elektriciteit

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 4 Elektricitiet
Paragraaf 4.2
Spanningsbronnen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat spanning is en hoe je de spanning meet.
  • Je kunt het verschil tussen stroomsterkte en spanning uitleggen.
  • Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
  • Je weet voor welke spanning de meeste apparaten zijn ontworpen en wat je nodig hebt om apparaten die op een lagere spanning werken op een stopcontact te kunnen aansluiten.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

1,5 Volt
1,5 Volt
2 batterijen van 1,5 Volt in serie geschakeld
levert een spanningsbron van 3,0 Volt op

Slide 18 - Tekstslide

Netspanning is 230 Volt
Stopcontacten: 230 Volt
Om dit om te zetten naar lager voltage gebruik je een transformator

Slide 19 - Tekstslide