KM1A Spelling Woorden van de week Dictee

Welkom

1. Ga zitten volgens de plattegrond en blijf zitten tijdens de les.
Nederlands
2. Op je tafel liggen:
Leesboek, Lesboek, Schrift en je Pen.
3. Als de docent praat ben je stil.
Luister naar elkaar.
4. We houden het lokaal netjes.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom

1. Ga zitten volgens de plattegrond en blijf zitten tijdens de les.
Nederlands
2. Op je tafel liggen:
Leesboek, Lesboek, Schrift en je Pen.
3. Als de docent praat ben je stil.
Luister naar elkaar.
4. We houden het lokaal netjes.

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag 15 april 2025
  1. Terugblik naar de toets, fictie;
  2. Leesmoment;
  3. Woorden van de Week;
  4. Dictee;
  5. Zelfstandig opdrachten maken;
  6. Opdrachten nakijken;
  7. Evaluatie op de leerdoelen/lesdoelen.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ging de toets?



Vragen over de toets?
Deze week probeer ik de toets na te kijken en jullie cijfers op Magister te zetten.

Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00
10 minuten in stilte zelfstandig lezen.

1

Slide 4 - Tekstslide

Aantekeningen maken

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen en leerdoelen 
✅ Ik ken en gebruik de woorden van de week;
✅ Ik kan een woordenlijst maken; 
✅ Ik kan een kort verslag foutloos schrijven;
✅ Ik weet wat fictie en non-fictie is.



 

Slide 6 - Tekstslide

Woorden van de week
Wat betekent dit woord? Kun je er een zin mee maken?
🗣 Blijken (uit)
📝 Blok

Schrijf het op in je schrift en verzamel alle woorden van de week en de betekenissen. 
timer
2:00

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg en voorbeeldzinnen
🗣 Blijken uit
"Blijken" betekent dat iets duidelijk wordt, meestal door iets anders. Vaak gebruikt in combinatie met "uit" + iets waaruit dat blijkt (zoals een onderzoek, een test, enz.). Het gaat om iets dat niet meteen zichtbaar is, maar duidelijk wordt.

Voorbeeld: Uit het onderzoek blijkt dat jongeren steeds minder tv kijken.
➡️ Het onderzoek laat zien dat jongeren minder tv kijken.

Voorbeeld: Het bleek uit zijn gezicht dat hij verdrietig was.
➡️ Je kon aan zijn gezicht zien dat hij verdrietig was.

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg en voorbeeldzinnen
📝 "Blok"  is een zelfstandig naamwoord met veel verschillende betekenissen, afhankelijk van de context.
"Blok" kan verschillende dingen betekenen:
✅ 1. Een stevig stukje van iets (bijvoorbeeld hout of speelgoed):
Ik legde een blok hout in het vuur.
Ze bouwden een toren van blokken.
✅ 2. Een stuk tijd:
We hebben school in blokken van 10 weken.
Ik leer in blokken van 30 minuten.
✅ 3. Een groep landen of mensen die samenwerken:
Die landen zijn een economisch blok.

✅ 4. Iets dat je tegenhoudt (in je hoofd):
Ze had een schrijversblok. Ze wist niet wat ze moest schrijven.

Slide 9 - Tekstslide

dictee
dictee
dictee

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag.



Zoek 10 dicteewoorden in je leerboek. Schrijf ze op. 
Kies daarna 5 woorden en overhoor je schoudermaatje.
 Laat daarna je lijstje aan mij zien.
Wie heeft het lastigste woord gevonden?.
timer
7:00

Slide 11 - Tekstslide

dictee
dictee
dictee

Slide 12 - Tekstslide

Open je boek op blz. 58-59
De komende tijd werken we aan deze cursus aan paragraaf 1 t/m 4.
We starten met opdracht 1 op blz. 60, dit boek gaan we samen op vrijdagen lezen.

Slide 13 - Tekstslide

Lees📖
Lees de teksten en de opdrachten goed.
Maak✏️
Maak van Cursus 3 Fictie en non-fictie paragraaf 1 opdracht 1 t/m 7 blz. 58 t/m 66.
Hoe💬
In je eigen leerboek/schrift, je mag fluisterend overleggen met je schoudermaatje en vragen stellen aan je docent.
Tijd⏳
Tot 5 minuten voor het einde van het lesuur.
Klaar?✅
1.  Laat je werk zien aan de docent;
2.Schrijf in je schrift op wat voor fictie en non-fictie jij kent.

Leerdoel🎯 
1. Ik weet wat fictie en non-fictie is.
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd? 
Ik kan het verschil uitleggen tussen fictie en non-fictie.
Ik kan voorbeelden geven van fictie en non-fictie.
Ik kan een fictiewerk kiezen dat past bij mijn interesse.
Ik kan mijn mening geven over personen en/of gebeurtenissen in een boek.

Slide 15 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze lessen?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 16 - Tekstslide

Tot de volgende les!

Slide 17 - Tekstslide