In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
§ 8.3 Straling gebruiken
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
www.npostart.nl
Slide 3 - Link
Soorten radioactieve straling
α
- straling (alpha)
en
- straling (beta)
β
en
- straling (gamma)
γ
Slide 4 - Tekstslide
nova-natuurkunde.secure.malmberg.nl
Slide 5 - Link
Ioniserende straling
In de vorige lessen hebben we geleerd dat ioniserende straling moleculen kapot kan maken.
Slide 6 - Tekstslide
8.3 Straling gebruiken
Slide 7 - Tekstslide
Straling gebruiken
Straling kun je ook in je voordeel gebruiken. Bijvoorbeeld in het ziekenhuis om bepaalde ziekten te behandelen of bepaalde processen in het lichaam zichtbaar te maken.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Welke medische techniek gebruik geen straling?
A
Röntgenfoto's
B
CT-scan
C
Echografie
D
Radiotherapie
Slide 10 - Quizvraag
Welke natuurkundige ontdekte de radioactiviteit?
A
Marie Kondo
B
Marie Curie
C
Jim Carrey
D
Mariah Carey
Slide 11 - Quizvraag
In het ziekenhuis gebruiken artsen ioniserende straling om kanker te bestrijden.
Hoe zorgen ze dat die straling op de goede plek komt?
A
Bestraling gebeurt altijd van binnenuit door radioactieve stoffen in het lichaam te plaatsen
B
Bestraling gebeurt altijd van buitenaf met alfastraling.
C
Bestraling gebeurt altijd van buitenaf met gammastraling.
D
Bestraling gebeurt soms van binnenuit en soms van buitenaf.
Slide 12 - Quizvraag
nova-natuurkunde.secure.malmberg.nl
Slide 13 - Link
Van welk soort straling wordt bij medisch onderzoek vaak gebruik gemaakt?
A
alfastraling
B
bètastraling
C
gammastraling
D
zonnestralen
Slide 14 - Quizvraag
In het ziekenhuis zijn twee patiënten behandeld. Patiënt A is bestraald. Bij patiënt B zijn radioactieve stoffen in het lichaam gebracht.
Bij welke patiënt mogen bezoekers niet te dicht in de buurt komen om te voorkomen dat ze onnodig straling ontvangen?
A
Alleen bij patiënt A mag het bezoek niet te dicht in de buurt komen
B
Alleen bij patiënt B mag het bezoek niet te dicht in de buurt komen.
C
Bij beide patiënten mag het bezoek niet te dicht in de buurt komen.
D
Van geen van beide patiënten ontvangt het bezoek onnodig straling.
Slide 15 - Quizvraag
Mensen die in het ziekenhuis op de röntgenafdeling werken, moeten zich beschermen tegen straling.
Welk materiaal houdt röntgenstraling het beste tegen?
A
aluminium
B
beton
C
glas
D
lood
Slide 16 - Quizvraag
Wat voor straling gebruiken bijen om meeldraden beter te zien?
A
IR
B
UV
C
Gamma
D
Röntgen
Slide 17 - Quizvraag
De term 'dracht', dat betekent hoe veel afstand straling aflegt in een stof, gebruiken we voor de volgende soorten straling:
A
(α, β, γ)
B
(α, β)
C
(β, γ)
D
(α, γ)
Slide 18 - Quizvraag
Een nadeel van de CT-scanner is de hoge dosis. Waarom is die hoger dan bij een gewone Rontgenfoto?
A
Er worden heel veel Rontgenfoto's gemaakt
B
Er wordt andere gevaarlijkere straling gebruikt
Slide 19 - Quizvraag
Verschillende soorten straling
Slide 20 - Tekstslide
Welk soort straling zal de meeste stralingsenergie hebben?