Bestuursrecht begrippen
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wet in formele zin wordt vastgesteld door
A
regering
B
Staten-Generaal
C
regering en Staten-Generaal
D
parlement
Slide 2 - Quizvraag
Autonomie betekent
Slide 3 - Open vraag
Feitelijke handeling
Slide 4 - Open vraag
Jorn haalt zijn rijbewijs. Hier is sprake van een
A
feitelijke handeling
B
rechtshandeling
C
publiekrechtelijke rechtshandeling
D
privaatrechtelijke rechtshandeling
Slide 5 - Quizvraag
Algemeen bestuursrecht
Slide 6 - Open vraag
Bijzonder bestuursrecht
Slide 7 - Open vraag
Een beschikking
Slide 8 - Open vraag
Welke bestuursorganen horen bij de Staat?
A
Minister, regering, staatssecretarissen
B
Minister, regering, parlement
C
Minister, regering, Commissaris van de Koning
D
Minister, regering, Gedeputeerde Staten
Slide 9 - Quizvraag
Vergunning
Slide 10 - Open vraag
Ontheffing
Slide 11 - Open vraag
Diploma is
A
persoonsgebonden, gebonden, belastend
B
persoonsgebonden, aflopend, vrij
C
zaaksgebonden, duurzaam, gebonden
D
persoonsgebonden, duurzaam, gebonden
